Financiële uitgangspunten

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Sluitende Meerjarenbegroting
Het is van belang dat uit het begrotingssaldo blijkt welk gedeelte ervan structureel is en welk gedeelte incidenteel. In deze Kadernota wordt daarom bij ieder bedrag aangegeven of deze structureel of incidenteel van aard is. Daarnaast moet de begroting reëel zijn. Dit betekent dat alle bedragen volledig, realistisch en haalbaar moeten zijn.

 

Gelet op het begrotingssaldo van vorig jaar, waarbij alleen de laatste twee begrotingsjaren structureel sluitend waren, moeten wij in de komende begroting rekening houden met het opschuivend meerjarenperspectief. Het is namelijk niet toegestaan om ieder jaar opnieuw een (meerjaren)begroting aan te bieden waarbij uitsluitend de laatste twee jaarschijven in evenwicht zijn.
Concreet betekent dit dat in de komende begroting minimaal de laatste drie jaarschijven reëel en structureel in evenwicht zijn (jaarschijven 2021 t/m 2023). De Provincie let hier nadrukkelijk op in haar beoordeling over de vorm van toezicht (repressief of preventief).

 

Rente
De rentepercentages voor 2020 worden berekend na vaststelling van de jaarrekening 2018. In deze Kadernota gaan wij nog uit van de rentepercentages uit de begroting 2019. De financiële gevolgen van eventuele rentewijzigingen worden als autonome ontwikkelingen verwerkt in de begroting.

 

Ontwikkeling algemene uitkering
De gevolgen van de Meicirculaire zijn op dit moment nog niet bekend. Er zijn signalen dat het Rijk extra middelen beschikbaar gaat stellen voor het Sociaal Domein. Deze signalen zijn echter niet concreet. Indicatief hebben we bij de dekkingsvoorstellen hiervoor een bedrag van € 750.000,-opgenomen. Zodra de Meicirculaire verschijnt, werken wij de financiële gevolgen hiervan uit in een aparte memo. Deze memo wordt in de eerste helft van juni aangeboden aan de raad.

 

Kostendekkende tarieven
Voor de tarieven van rioolheffing, afvalstoffenheffing en leges wordt als uitgangspunt een kostendekkendheid van 100% gehanteerd. Zoals gebruikelijk nemen wij een voorstel over de tarieven in 2020 op bij de begroting.

 

Onroerende Zaakbelasting (OZB)
Bij de berekening van de ramingen voor de OZB in meerjarenperspectief wordt aangesloten bij de toename of afname van de WOZ-waarden. De totale opbrengsten uit OZB nemen toe met de areaaluitbreiding gebaseerd op het woningbouwprogramma van onze gemeente. De waardeontwikkeling wordt gecorrigeerd via het OZB tarief. In de begroting 2020 is dit uitgewerkt.

 

Vertrekpunt van de kadernota

Terug naar navigatie - Vertrekpunt kadernota

Als vertrekpunt van deze Kadernota hanteren wij het begrotingssaldo uit de Meerjarenbegroting 2019-2022, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 12 november 2018.

 

Begrotingssaldo 2019 2020 2021 2022 2023
Begrotingssaldo in MPB 2019-2022 -1.209.687 -489.677 -97.626 428.868 204.331
- waarvan incidenteel -276.199 -73.258 -363.821 -187.512 -188.385
- waarvan structureel -933.488 -416.419 266.195 616.380 392.716

Eerdere besluitvorming raad met gevolgen voor het begrotingssaldo

Terug naar navigatie - Eerdere besluitvorming raad met gevolgen voor het begrotingssaldo

Vanaf de vaststelling van de Meerjarenbegroting 2019-2022 tot nu zijn er twee raadsbesluiten genomen die van invloed zijn op het begrotingssaldo. Het gaat om de volgende raadsbesluiten:

 

Prog. Eerdere besluitvorming raad 2020 2021 2022 2023
2 Centrumplan Geldrop (kapitaallasten) 0 -13.222 -12.976 -12.729
9 Herinrichting Kalanderstraat en Haspelstraat (kap.lstn.) -2.208 -2.166 -2.124 -2.082
Totaal -2.208 -15.388 -15.100 -14.811
- waarvan incidenteel 0 0 0 0
- waarvan structureel -2.208 -15.388 -15.100 -14.811
Terug naar navigatie - toelichting eerdere besluitvorming raad met gevolgen voor het begrotingssaldo

Wij merken op dat er in deze periode meer raadsbesluiten met financiële consequenties zijn genomen. Deze raadsbesluiten hebben echter geen gevolgen voor het begrotingssaldo.

 

Centrumplan Geldrop
Het betreft raadsvoorstel “Centrumplan Geldrop” (RV GM2017-037707), vastgesteld in de raadsvergadering van 8 april 2019.

 

Herinrichting Kalanderstraat en Haspelstraat
Het betreft raadsvoorstel “Rioolvervanging en herinrichting Kalanderstraat en Haspelstraat” (RV GM2018-023208), vastgesteld in de raadsvergadering van 10 december 2018.

 

Lopende raadsvoorstellen met gevolgen begrotingssaldo

Terug naar navigatie - Lopende raadsvoorstellen met gevolgen begrotingssaldo

Daarnaast zijn er raadsvoorstellen die van invloed zijn op het begrotingssaldo, die (onlangs zijn besproken en) binnenkort worden voorgelegd aan de raad. Het gaat om de volgende raadsvoorstellen:

 

Lopende raadsvoorstellen 2020 2021 2022 2023
Wijkontwikkelingsplan Braakhuizen-Zuid -90.000 -90.000 -90.000 -90.000
Verzelfstandiging markt -21.377 -17.377 -17.377 -17.377
Evaluatie OnsPlatform TV -6.000 -6.000 -6.000 -6.000
Begrotingswijziging 2019 Cure -140.000 -140.000 -140.000 -140.000
? Dekking extra opbrengsten milieustraat en afvalstoffenheffing 140.000 140.000 140.000 140.000
Begroting 2020 Cure -124.000 -124.000 -124.000 -124.000
? Dekking extra opbrengsten afvalstoffenheffing 124.000 124.000 124.000 124.000
1e tussentijdse rapportage 2019 -57.540 -72.253 -23.159 7.841
Totaal -174.917 -185.630 -136.536 -105.536
- waarvan incidenteel 0 0 0 0
- waarvan structureel -174.917 -185.630 -136.536 -105.536
Terug naar navigatie - toelichting lopende raadsvoorstellen met gevolgen begrotingssaldo

Wijkontwikkelingsplan Braakhuizen-Zuid
Dit betreft raadsvoorstel “Vaststellen wijkontwikkelingsplan Braakhuizen-Zuid” (RV GM2017-038371), behandeld in de commissie Samenleving van 28 mei 2019.

 

Verzelfstandiging markt
Dit betreft raadsvoorstel “Voorstel tot het verzelfstandigen van de weekmarkten in Geldrop en Mierlo” (RV GM2017-031201), behandeld in de commissie Samenleving van 28 mei 2019.

 

Evaluatie OnsPlatform TV
Dit betreft raadsvoorstel “Evaluatie OnsPlatform TV” (RV GM2019-004879), behandeld in de commissie Samenleving van 23 april 2019. Het vermelde bedrag is een aanvullend budget.

 

Begrotingswijziging 2019 Cure
Dit betreft raadsvoorstel “Ontwerp begrotingswijziging Cure 2019” (RV GM2019-013043), behandeld in de commissie Jeugd en Duurzaamheid van 24 april en 27 mei 2019.

 

Begroting 2020 Cure
Dit betreft raadsvoorstel “Ontwerpbegroting 2020 Cure” (RV GM2019-017890), behandeld in de commissie Jeugd en Duurzaamheden van 27 mei 2019.

 

1e tussentijdse rapportage 2019
Dit betreft raadsvoorstel “1e Tussentijdse rapportage 2019” (RV GM2019-019946), behandeld in de commissie Algemene Zaken van 29 mei 2019.

 

Indexcijfers

Terug naar navigatie - Indexen meerjarenbegroting 2019-2022

De indexen die gehanteerd zijn in de meerjarenbegroting 2019-2022 zijn:

 

Indexcijfers MPB 2019-2022 2019 2020 2021 2022
Loonkostenindex 2,70% 2,70% 2,70% 2,70%
Materiële kostenindex 1,40% 1,40% 1,40% 1,40%
Gewogen kostenontwikkeling 2,10% 2,10% 2,10% 2,10%
Terug naar navigatie - Indexen meerjarenbegroting 2020-2023

In de raadsinformatiebrief over de Planning- en controlcyclus 2019 (RI GM2019.019935) is voorgesteld om de volgende indexen te gebruiken voor de meerjarenbegroting 2020-2023:

 

Indexcijfers MPB 2020-2023 2020 2021 2022 2023
Loonkostenindex 3,40% 3,40% 3,40% 3,40%
Materiële kostenindex 1,60% 1,60% 1,60% 1,60%
Gewogen kostenontwikkeling 2,50% 2,50% 2,50% 2,50%
Terug naar navigatie - toelichting indexen

Loonkostenindex en materiële kostenindex

Voor de indexering hebben we aansluiting gezocht bij de Macro Economische Verkenning van september 2018. Wij gebruiken daaruit voor de loonkostenindex de loonvoet sector overheid en voor de materiële kostenindex de prijs netto materiële overheidsconsumptie (imoc). Deze indexen hebben we ook vorig jaar gehanteerd, conform de financiële verordening van de gemeente Geldrop - Mierlo. De gemeenschappelijke regelingen Veiligheidsregio Brabant Zuidoost, GGD Zuidoost Brabant, Metropoolregio Eindhoven en Omgevingsdienst Zuidoost Brabant gebruiken deze ook.

 

Voor 2020 e.v. gaan we voor de loonkostenindex uit van 3,40% en voor de materiële kostenindex van 1,60%. Als we deze cijfers tegen het meerjarenperspectief van de vorige begroting afzetten dan geeft dit een stijging van de loonkosten van 0,7% en een stijging van de (materiële) budgetten met 0,2%.

 

Gewogen kostenontwikkeling

Omdat de begroting voor ongeveer de helft bestaat uit salariskosten en voor de helft uit materiële budgetten bestaat, wordt voorgesteld om beide indexen voor 50% mee te laten tellen in de gewogen kostenontwikkeling.

 

De gewogen kostenontwikkeling is dan het percentage dat gebruikt wordt als men bepaalde inkomsten met het inflatiepercentage wil verhogen, zoals OZB-tarieven en leges. In de vorige begroting was het gewogen kostenontwikkeling 2,10%. In de meerjarenbegroting 2020-2023 hanteren we 2,50%. Een stijging van 0,40%.

 

Indicatieve doorrekening indexcijfers

Uit de onderstaande tabel blijkt dat het begrotingssaldo hierdoor negatief wordt beïnvloed. Om een globaal inzicht te geven in de financiële gevolgen hanteren wij hier de volgende aannames: bij de loonkostenindex en materiële kostenindex staat 1% gelijk aan € 185.000,- en bij de gewogen kostenontwikkeling staat 1% gelijk aan € 40.000,-. De bedragen zijn vooralsnog indicatief; bij het opstellen van de begroting 2020 worden de cijfers op detailniveau doorgerekend.

 

Indexering 2020 2021 2022 2023
Loonkostenindex (+0,70%) -129.500 -259.000 -388.500 -518.000
Materiële kostenindex (+0,20%) -37.000 -74.000 -111.000 -148.000
Gewogen kostenontwikkeling (+0,40%) 16.000 32.000 48.000 64.000
Totaal -150.500 -301.000 -451.500 -602.000
- waarvan incidenteel 0 0 0 0
- waarvan structureel -150.500 -301.000 -451.500 -602.000

Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen

In de afgelopen periode zijn de begrotingen van diverse gemeenschappelijke regelingen voorgelegd aan de raad. Hierbij is gevraagd om een zienswijze. Bij een aantal gemeenschappelijke regelingen wijkt de opgestelde begroting af van wat wij aanvankelijk hebben opgenomen in de begroting 2019-2022. In deze paragraaf staan deze verschillen vermeld. Door de verschillen op te nemen in de begrotingswijziging die hoort bij deze kadernota sluit de gemeentelijke begroting weer aan met die van de gemeenschappelijke regeling.

 

Gemeenschappelijke regelingen 2020 2021 2022 2023
Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost -73.786 -73.786 -73.786 -73.786
Metropoolregio Eindhoven -2.559 -2.559 -2.559 -2.559
PlusTeam 0 0 0 0
Senzer 0 0 0 0
Gem. Gezondheidsdienst Brabant-Zuidoost -11.589 -12.138 -12.257 -26.852
Omgevingsdienst Zuidoost Brabant 0 0 0 0
Dienst Dommelvallei -67.697 -99.937 -137.122 -297.375
Totaal -155.631 -188.420 -225.724 -400.572
- waarvan incidenteel 0 0 0 0
- waarvan structureel -155.631 -188.420 -225.724 -400.572

Metropoolregio Eindhoven (MRE)

Terug naar navigatie - Metropoolregio Eindhoven (MRE)
Inwonersbijdrage SRE 2020 2021 2022 2023
Begroting MRE 394.242 394.242 394.242 394.242
Begroting gemeente Geldrop-Mierlo 404.448 404.448 404.448 404.448
Verschil 10.206 10.206 10.206 10.206
Regionaal Historisch Centrum Eindhoven 2020 2021 2022 2023
Begroting MRE 156.981 156.981 156.981 156.981
Begroting gemeente Geldrop-Mierlo 144.216 144.216 144.216 144.216
Verschil -12.765 -12.765 -12.765 -12.765
Totaal -2.559 -2.559 -2.559 -2.559
Terug naar navigatie - PlusTeam

PlusTeam
De uitkomsten van de begroting 2020 van het PlusTeam liggen in de lijn met wat is opgenomen in de gemeentelijke begroting. Er vinden dan ook geen bijstellingen plaats.


Senzer
Op 24 april 2019 is het “Nader voorlopig budget Gebundelde Uitkering 2019” gepubliceerd. Het in oktober 2018 bekend gemaakte budget van € 6.219,7 miljoen is bijgesteld naar € 6.019,0 miljoen. De verlaging wordt onderbouwd met het argument dat de landelijke bestedingen in 2018 circa € 160 miljoen lager uitvielen. De consequentie van deze negatieve bijstelling voor de gemeente Geldrop-Mierlo is dat het beschikbare budget voor 2019 circa € 1,2 miljoen lager uitvalt. Voor 2019 wordt een bedrag van € 9.451.238,- beschikbaar gesteld, waar het in 2018 nog € 10.581.037,- was. Voor de uitvoeringsorganisatie Senzer komt het totale budget 2019 € 7,2 miljoen lager uit. Eind 2018 werd nog rekening gehouden met een verlaging van € 4,2 miljoen. Senzer zal het tekort 2019 opvangen door aanwending van de beschikbare reserves (Senzer beschikt op dit moment over een totale reserve van ongeveer € 16,6 miljoen).

Hoe de budgettaire terugloop ná 2019 (dus structureel) in de begroting van Senzer verwerkt gaat worden is nog niet vastgesteld. Een regionale Taskforce Senzer werkt in samenspraak met Senzer en de GR gemeenten scenario’s uit. Uiterlijk in december 2019 wordt vastgesteld hoe het tekort over Senzer en de verschillende gemeenten wordt verdeeld. Onderzocht wordt in hoeverre lagere uitvoerings- en organisatiekosten en andere dienstverlening soelaas kunnen bieden. Ook wordt nagegaan of een hogere gemeentelijke bijdrage tot de mogelijkheden moet behoren.

 

Dienst Dommelvallei

Terug naar navigatie - Dienst Dommelvallei
Dienst Dommelvallei 2020 2021 2022 2023
Begroting Dienst Dommelvallei 5.820.329 5.903.303 6.037.061 6.197.314
Begroting gemeente Geldrop-Mierlo 5.752.632 5.803.366 5.899.939 5.899.939
Verschil -67.697 -99.937 -137.122 -297.375

Verloop begrotingssaldo na verwerking financiële uitgangspunten

Terug naar navigatie - tabel verloop begrotingssaldo na verwerking financiele uitgangspunten
Verloop begrotingssaldo 2019 2020 2021 2022 2023
Begrotingssaldo in MPB 2019-2022 -1.209.687 -489.677 -97.626 428.868 204.331
Financiële uitgangspunten:
Rente n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
Ontwikkeling algemene uitkering n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.
Eerdere besluitvorming raad -2.250 -2.208 -15.388 -15.100 -14.811
Lopende raadsvoorstellen -146.265 -174.917 -185.630 -136.536 -105.536
Indexering 0 -150.500 -301.000 -451.500 -602.000
Actualisatie budgetten gemeenschappelijke regelingen 0 -155.631 -188.420 -225.724 -400.572
Begrotingssaldo subtotaal 1 -1.358.202 -972.933 -788.064 -399.992 -918.588
- waarvan incidenteel -276.199 -73.258 -363.821 -187.512 -188.385
- waarvan structureel -1.082.003 -899.675 -424.243 -212.480 -730.203