Deze paragraaf geeft inzicht in de financiële positie van de gemeente Geldrop-Mierlo. Hiervoor beschrijven en waarderen we de risico's. Vervolgens zetten we het totaal aan risico's af tegen de aanwezige weerstandscapaciteit. Voor wat betreft het beleid over weerstandsvermogen en risicobeheersing hanteren we de uitgangspunten van de 'Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen'.
Als laatste worden de financiële kengetallen gepresenteerd.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico's
Terug naar navigatie - Beleid betreffende de weerstandscapaciteit en de risico'sIn de raadsvergadering van 26 november 2012 heeft de raad de ‘Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen’ vastgesteld. De beleidsconclusies hieruit zijn:
- De gemeenteraad wordt via de planning- en control documenten geïnformeerd over de tien belangrijkste risico’s, de beschikbare weerstandscapaciteit en de ratio van het weerstandsvermogen. Tussentijds zal de raad worden geïnformeerd, indien nodig via raadsvoorstellen, bij projecten (> € 200.000,-) waar relevante risico’s worden gelopen;
- De ‘Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen’ wordt als basis gehanteerd voor de opstelling van de verplicht voorgeschreven paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de meerjarenprogrammabegroting en de jaarrekening;
- Voor de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit worden de reserve grondexploitatie, de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves buiten beschouwing gelaten;
- Uitgegaan wordt van een gewenste minimale score voor de ratio weerstandsvermogen van ‘voldoende’ (ratio > 1);
- Als de ratio weerstandsvermogen door de toename van risico’s onder de één uitkomt zal ofwel de beschikbare weerstandscapaciteit worden aangevuld ofwel extra inspanningen worden gedaan om de benodigde weerstandscapaciteit terug te brengen. In deze situatie zal het college voorstellen doen aan de gemeenteraad die ervoor moeten zorgen dat het weerstandsvermogen weer op het gewenste niveau komt.
Inventarisatie van de risico's
Terug naar navigatie - Inventarisatie van de risico'sIn veel gevallen kunnen we de exacte waarde van een risico niet bepalen. Om de risico's toch te kwantificeren, werken we met klassengemiddelden. Deze gemiddelden leiden tot de financiële gevolgen in de onderstaande tabel. De risicowaarde bepalen we vervolgens aan de hand van de volgende berekening:
Risicowaarde (€) = Kans (%) x Gevolg (€)
Het totaal aan risicowaarden vormt de benodigde weerstandscapaciteit. Omdat niet alle risico's zich tegelijk manifesteren, wordt hierbij gerekend met een zekerheidspercentage van 90%.
Hoewel zorgvuldig is geprobeerd om alle risico’s in beeld te brengen, kan het voorkomen dat een risico niet is opgenomen. Zoals eerder genoemd is risicomanagement een dynamisch proces en voortschrijdend inzicht zorgt voor een steeds vollediger beeld.
Het is onmogelijk en onwenselijk om te sturen op alle geïdentificeerde risico’s. Door de risico’s te kwantificeren wordt de lijst geordend. Op deze manier ligt de focus op de risico’s die de grootste impact op de organisatie hebben. Zowel de kans dat een risico zich manifesteert als de impact die het risico met zich meebrengt moet worden bepaald.
Er wordt een inschatting gemaakt van de waarschijnlijkheid dat het risico daadwerkelijk optreedt. Vervolgens wordt een inschatting gemaakt van het bedrag dat de gemeente kwijt is indien het risico optreedt. Het kwantificeren van risico’s is een proces van taxeren en inschatten en heeft daarmee altijd in bepaalde mate een subjectief karakter.
Risico | Kans (%) | Gevolg (€) | Risicowaarde (€) |
---|---|---|---|
1) Wmo/Jeugd | exact | bedrag | 1.000.000 |
Wmo en Jeugd zijn open-einde regelingen. Door een mogelijke toename van het aantal aanvragen en/of een andere soort zorginzet bestaat het risico dat het budget wordt overschreden. | |||
2) Externe gevolgen cybercriminaliteit/beveiligingsincident | 30% | 1.000.000 | 300.000 |
Een beveiligingsincident is een inbreuk op de beveiliging, waarbij de beschikbaarheid, de integriteit of de vertrouwelijkheid van informatie in gevaar is of kan komen. Een beveiligingsincident kan ook onbewust worden veroorzaakt. Cybercriminaliteit is criminaliteit met ICT als middel én doelwit. Cybercriminaliteit is veelvoorkomend. Aan de ene kant wordt ICT steeds complexer, en aan de andere kant blijkt uit de benchmark dat we onder het gemiddelde zitten qua middelen. IBD dreigingsbeeld 2023-2024: "De dreiging van ransomware-aanvallen neemt toe. Aan de lopende band proberen criminelen een ingang te vinden. De (potentiële) gevolgen van een aanval worden ook steeds ernstiger: het wordt merkbaar. Het fenomeen ransomware (gijzelsoftware) komt al jaren voor. Criminelen versleutelen gegevens en persen het slachtoffer af om deze gegevens na het betalen van losgeld weer toegankelijk te maken. De IBD ontving de afgelopen twee jaar steeds meer meldingen van situaties waar gemeentelijke processen langdurig(er) verstoord zijn als gevolg van destructieve gijzelsoftware. Criminelen aarzelen niet om privacygevoelige gegevens van inwoners, bedrijven en medewerkers online te publiceren. De externe gevolgen van cybercriminaliteit of een beveiligingsincident kunnen groot zijn: - Een getroffen organisatie is vaak weken of maanden bezig om de bedrijfsprocessen en informatiebeveiliging weer op orde te krijgen en de complete gegevensregistraties opnieuw op te bouwen. - Beveiligings- en privacy- incidenten schaden ook het vertrouwen van burgers in de overheid, de reputatie van de organisatie en haar bestuurders. Daarnaast kunnen onzorgvuldige omgang met persoonsgegevens en overtredingen van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) leiden tot aansprakelijkheidsstellingen van getroffenen of boetes van de privacy toezichthouder. Een boete wegens onzorgvuldig handelen met de privacy van inwoners zou bovendien leiden tot grote imagoschade. Drie soorten dreigingen vallen de laatste tijd op: - Meer ransomware, destructievere gevolgen - Steeds meer en ernstiger kwetsbaarheden in software - Gevaren in ketens | |||
3) Algemene uitkering gemeentefonds | 70% | 350.000 | 245.000 |
Via circulaires wordt de gemeente 2 maal per jaar geconfronteerd met aanpassingen vanuit het gemeentefonds. In 2022 is besloten om 2 belangrijke wijzigingen in de indexering van de algemene uitkering door te voeren. Ten eerste zal vanaf 2026 niet langer via de normeringssystematiek ('samen de trap op, samen de trap af') geïndexeerd worden. Daarmee vervalt de koppeling aan de rijksuitgaven. Het accres wordt wel bijgesteld als gevolg van jaarlijkse loon- en prijsontwikkelingen. Ten tweede geldt dat het volumedeel van het accres voor de periode tot en met 2025 is vastgezet op de stand van de meicirculaire 2022. Door het vastzetten van het volumedeel van het accres zijn er bij zowel het Rijk als de gemeenten veel minder budgettaire schommelingen dan voorheen. Dit betekent dat de accresstanden voor deze jaren slechts nog wijzigingen als gevolg van loon- en prijsontwikkelingen. Het verdeelmodel zal nog verder verbeterd worden. Onderzoeken naar de centrumfunctie, eenpersoonshuishoudens, inkomstencorrecties WOZ-waarden en de overige eigen middelen (OEM) lopen nog. In hoeverre door de val het kabinet de uitwerking van de nieuwe financieringsmethodiek vertraging oploopt is nog niet duidelijk. Dit geldt ook voor het voornemen om samen met de VNG te bezien welke mogelijkheden er zijn qua modernisering en uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied. De schommelingen in de algemene uitkering kunnen problemen veroorzaken voor het sluitend krijgen van de begroting. Op de hoogte van de algemene uitkering kan geen invloed worden uitgeoefend. | |||
4) Interne gevolgen cybercriminaliteit/beveiligingsincident | 70% | 350.000 | 245.000 |
Naast de externe gevolgen - die genoemd worden bij risico 2 - loopt de organisatie ook het risico op mogelijk interne gevolgen. Grootste risico's daarbij zijn: - Uitval van dienstverlening en bedrijfsvoering; - Fouten in de dienstverlening; - herstelkosten. Drie soorten dreigingen vallen de laatste tijd op: - Meer ransomware, destructievere gevolgen - Steeds meer en ernstiger kwetsbaarheden in software - Gevaren in ketens | |||
5) Inkoop | 50% | 350.000 | 175.000 |
- Als gevolg van het niet juist hanteren van de aanbestedingsplicht kan een marktpartij rechtsmiddelen aanwenden tegen een gunningsbesluit. Dit leidt tot een vertraging met financiële en juridische gevolgen; - Niet rechtmatige inkopen kunnen bovendien leiden tot een afkeurende verklaring (rechtmatigheid) bij de jaarrekening. Hierdoor bestaat de kans op negatieve publiciteit; - Contracten kunnen stilzwijgend verlengd worden tegen ongunstige voorwaarden. Of door het niet bundelen van opdrachten worden besparingsmogelijkheden niet benut. | |||
6) Intergemeentelijke samenwerking - Dienst Dommelvallei | exact | bedrag | 156.600 |
De samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering en dienstverlening verloopt via de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Dommelvallei. Omdat Dienst Dommelvallei geen eigen reserves heeft, wordt het totaal van de risico's van de dienst via de verdeelsleutel belegd bij de drie deelnemende gemeenten. | |||
7. Belastingaangifte | 30% | 350.000 | 105.000 |
De gemeente is aansprakelijk voor fouten in loonbelastingopgaves, BTW aangiften, opgave BTW compensatiefonds en de WKR. Bovendien kan de gemeente aansprakelijk worden gesteld voor belastingschulden van andere bedrijven op basis van inleners of ketenaansprakelijkheid. | |||
8) Incidenten | 10% | 1.000.000 | 100.000 |
Iedere gemeente kan te maken krijgen met incidenten, die de status van een crisis krijgen. Deze kunnen plaatsvinden zowel in het fysieke als het sociale domein. Ook kunnen crises lokaal, regionaal of bovenregionaal van karakter zijn. | |||
9) GGD Brabant Zuidoost | exact | bedrag | 94.483 |
De Gemeenschappelijke Regeling GGD Brabant Zuidoost heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de publieke gezondheidszorg en de ambulancezorg. Op basis van de begroting wordt financieel bijgedragen. Het onafgedekte risico, zijnde € 1.850.000, dient te worden op genomen in de eigen risicoparagraaf van de deelnemende gemeentes, herrekend naar de risicowaarde per gemeente. | |||
10) PlusTeam | exact | bedrag | 62.100 |
De samenwerking op het gebied van gecompliceerde zorg verloopt via de Gemeenschappelijke Regeling PlusTeam. Omdat het PlusTeam geen eigen reserves heeft, wordt het totaal van de risico’s van de organisatie via de verdeelsleutel belegd bij de beide deelnemende gemeenten. | |||
Subtotaal top 10 | 2.483.183 | ||
Overige risico's + onvoorzien | 336.991 | ||
Totaal | 2.820.174 | ||
Totaal o.b.v. zekerheidspercentage (90%) | 2.538.157 |
Wijzigingen
Terug naar navigatie - WijzigingenTen opzichte van de jaarrekening 2022 is de totale risicowaarde hoger geworden. Het risico Wmo/Jeugd is fors gestegen.
Inventarisatie van de beschikbare weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - Inventarisatie van de beschikbare weerstandscapaciteitDe beschikbare weerstandscapaciteit is de verzamelterm van al die bronnen waaruit niet voorziene financiële tegenvallers bekostigd kunnen worden.
Incidentele weerstandscapaciteit | Begroting 2024 |
---|---|
Algemene reserve | 12.043.840 |
Inkomensreserve | - |
Vrij aanwendbare bestemmingsreserves | 974.553 |
Stille reserves | - |
Structurele weerstandscapaciteit | 13.018.393 |
Post onvoorzien | 77.500 |
Totale weerstandscapaciteit | 13.095.893 |
Weerstandsvermogen
Terug naar navigatie - WeerstandsvermogenEr wordt uitgegaan van een gewenste minimale score voor de ratio weerstandsvermogen van ‘voldoende’ (ratio ≥ 1). Deze verhouding wordt als volgt bepaald:
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit
€ 13.095.893,- / € 2.538.157,- = 5,16
Wij concluderen dat het weerstandsvermogen van de gemeente met een weerstandsratio van 5,16 goed is om de risico’s op te vangen. Daarnaast ligt dit (vooralsnog) ruim in de lijn van het doelstellingenakkoord, waarin staat dat de weerstandsratio in 2026 minimaal 2 moet zijn.
Ontwikkeling weerstandsvermogen
De onderstaande grafiek laat de ontwikkeling van de weerstandsratio zien, inclusief de prognose voor de komende jaren. Voor de prognose gaan we uit van gelijk blijvende benodigde weerstandscapaciteit. Voor de beschikbare weerstandscapaciteit gaan we uit van de meerjarenramingen.
Met een weerstandsratio van 5,16 is het weerstandsvermogen van Geldrop-Mierlo goed. Ook voor de komende jaren blijft de ratio op een goed niveau gehandhaafd.
Financiële kengetallen
Terug naar navigatie - Financiële kengetallenKengetallen geven inzicht in bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen bijdragen aan het beoordelen van de financiële positie van de gemeente. De combinatie van de kengetallen geven een indicatie over de financiële positie van de gemeente. Daarnaast bieden kengetallen de mogelijkheid om gemeenten onderling te vergelijken.
De volgende financiële kengetallen moeten in de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen worden:
- netto schuldquote;
- netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen;
- solvabiliteitsratio;
- grondexploitatie;
- structurele exploitatieruimte;
- belastingcapaciteit.
De toezichthouder hanteert geen normering, maar maakt gebruik van onderstaande signaleringswaarden.
Waarderingscijfer | Minst risicovol | Neutraal | Meest risicovol |
---|---|---|---|
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | <90 | 90-130 | >130 |
Solvabiliteitsratio | >50 | 20-50 | <20 |
Grondexploitatie | <20 | 20-35 | >35 |
Structurele exploitatieruimte | >0 | 0 | <0 |
Belastingcapaciteit | <95 | 95-105 | >105 |
Zie voor de onderlinge verhouding van de kengetallen bij conclusie.
Uitgangspunten
Voor de kolommen realisatie is uitgegaan van de balans zoals opgenomen in de betreffende jaarrekening. De kengetallen voor de begroting 2023 zijn afkomstig uit de meerjarenbegroting 2023-2026. De kengetallen voor 2024-2027 zijn afkomstig uit voorliggende meerjarenbegroting.
Omschrijving | Realisatie | Begroting | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | ||
Netto schuldquote | 89% | 85% | 74% | 74% | 96% | 101% | 93% | 84% | |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 79% | 77% | 67% | 72% | 87% | 93% | 84% | 77% | |
Solvabiliteitsratio | 27% | 27% | 28% | 28% | 24% | 24% | 24% | 25% | |
Grondexploitatie | 19% | 20% | 16% | 15% | 17% | 11% | -3% | -5% | |
Structurele exploitatieruimte | 0% | 2% | 6% | 3% | 0% | 2% | -1% | 0% | |
Belastingcapaciteit | 79% | 83% | 83% | 75% | 82% | 82% | 82% | 82% |
Hieronder volgt per kengetal een korte toelichting.
Netto schuldquote
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van een gemeente.
Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Indien gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor een (toekomstige) woningbouwproject hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de verkochte gronden kan immers de schuld worden afgelost. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar deze kan worden opgevangen of dat er ruimte is voor nieuw beleid. Om deze ruimte weer te kunnen geven is een ijkpunt nodig. In dit geval landelijk gemiddelde tarieven.
Voor de gemeenten wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Naast de OZB wordt tevens gekeken naar de riool- en afvalstoffenheffing omdat de heffing niet kostendekkend hoeft te zijn, maar ook lager mag worden vastgesteld. Voor de provincies wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van het gemiddelde landelijke gehanteerde tarief voor de opcenten.
Conclusie
Netto schuldquote (zowel gecorrigeerd als niet gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen)
In 2024 en 2025 stijgt dit kengetal, maar vanaf 2026 neemt de druk van de financieringslasten op de exploitatie af en zet het kengetal een daling in. Dit komt omdat het aandeel vaste schulden daalt. Hiermee wordt in 2027 het minst risicovolle stadium bereikt van <90.
Solvabiliteitsratio
Vanaf 2024 laat dit kengetal een lichte daling zien ten opzichte van 2023. Dat komt omdat het balanstotaal harder stijgt dan het eigen vermogen in 2024 en 2025. Daarna stabiliseert de ratio zich rond de 24%. Dit is een neutrale situatie voor dit kengetal.
Grondexploitatie
Zoals blijkt uit bovenstaande grafiek laat de grondexploitatie een daling zien. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de bouwgrond in exploitatie afneemt. Dit is een positieve trend, omdat hiermee de grondexploitatierisico’s aanzienlijk dalen.
Structurele exploitatieruimte
In 2024 is de structurele exploitatieruimte 0%. Hiermee zijn de structurele baten in evenwicht met de structurele lasten. Dit is een neutrale situatie voor dit kengetal.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit is met 7% gestegen naar 82%. Hiermee is de belastingdruk in Geldrop-Mierlo lager ten opzichte van het landelijke gemiddelde dat op 100% is gesteld.