• Verder inrichten van de monitoring van laaggeletterdheid om inzicht te krijgen in hoeveel mensen gebruik maken van volwasseneneducatie en in de resultaten van de aanpak van laaggeletterdheid
  • Inzetten van de taalmeter bij inwoners (NT1 en NT2[1] ) waarvan het vermoeden is dat deze laaggeletterd zijn, als hulpmiddel om het vermoeden bevestigd te krijgen en met mensen het gesprek aan te kunnen gaan en hen naar een passend ondersteuningsaanbod te begeleiden
  • Meedoen aan de pilot Uitrol Gemeentelijke Gezinsaanpak Geletterdheid van het Rijk, waarbij de focus ligt op het vergroten van betrokkenheid van het hele gezin / netwerk bij de taalontwikkeling en het verder uitbouwen van duurzame samenwerking met ketenpartners
  • Deelnemen aan een regionaal werkplan voor niet-inburgeringsplichtige volwassenen 18+, waarbinnen de focus ligt op voormalig inburgeraars die net dat stapje extra willen leren, bijstandsgerechtigden en laaggeletterde inwoners