Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding - Inleiding

De paragraaf Verbonden partijen geeft inzicht in de relaties van de gemeente in rechtspersonen waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend én financiële belangen gemoeid zijn. Verbonden partijen zijn een manier om een bepaald beleidsvoornemen uit te voeren. Het aangaan van verbonden partijen komt altijd voort uit het publiek belang. 

Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht.

Onder financieel belang wordt verstaan: een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichting niet nakomt.

Ter voldoening aan het bepaalde in de artikelen 1, 5, 8, 9, 15, 26 en 36 van het BBV komen hierna de volgende verbonden partijen aan de orde:

Gemeenschappelijke regelingen:

  • Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Eindhoven (MRE) te Eindhoven
  • Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB) te Eindhoven
  • Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) te Eindhoven
  • Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Brabant Zuidoost te Helmond
  •  Gemeenschappelijke regeling Dienst Dommelvallei te Mierlo
  • Gemeenschappelijke regeling Senzer te Helmond
  • Gemeenschappelijke regeling Cure Afvalbeheer te Eindhoven
  •  Gemeenschappelijke regeling PlusTeam te Geldrop

Vennootschappen en coöperaties:

  • Naamloze Vennootschap Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) te Den Haag
  • Besloten Vennootschap Breedband Regio Eindhoven

Stichtingen en verenigingen:

  • Stichting Zorg- en Veiligheidshuis Brabant Zuidoost te Helmond
  • Stichting Bureau Inkoop- en aanbestedingen Zuidoost Brabant (BIZOB) te Oirschot
  • Stichting Beheer en Uitvoering Taskforce-RIEC Brabant-Zeeland te Rijen

Overig:
Hoewel geen verbonden partij, is hier ook de samenwerking in het stedelijk gebied Eindhoven (SGE) opgenomen. De reden hiervan is dat het belang dat aan deze samenwerking wordt gehecht groot is.

In deze paragraaf wordt elke verbonden partij uitgewerkt aan de hand van de volgende indeling:

  • Doel en openbaar belang van de verbonden partij
  • Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij
  • Uitgangspunten waarom en wanneer er gebruik wordt gemaakt van de verbonden partij
  • Veranderingen en ontwikkelingen van de verbonden partij
  • Risico’s: welke risico’s zijn er bij deelname
  • Afbreukrisico van geen deelname: wat zijn de risico’s bij geen deelname
  • Alternatieven voor geen deelname: welke alternatieven zijn er
  • Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging: wie zijn er betrokken bij de samenwerking
  • Frequentie van terugkoppeling naar de raad: frequentie van informatie terugkoppeling
  • Financieel belang: welke kosten horen bij de samenwerking
  • Vermogenspositie en resultaat boekjaar van de verbonden partij

De volgende afkortingen zijn gebruikt in de uitwerking van de verbonden partijen:

  • DB: Dagelijks bestuur
  • GR: Gemeenschappelijke regeling
  • NV: Naamloze Vennootschap

Gemeenschappelijke regelingen

GR Metropoolregio Eindhoven (MRE) te Eindhoven

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - GR Metropoolregio Eindhoven (MRE) te Eindhoven

Doel en openbaar belang
De Metropoolregio Eindhoven (MRE) is een gemeenschappelijke regeling van 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant. In MRE-verband wordt bestuurlijk en ambtelijk samengewerkt aan bovenlokale opgaven op het gebied van economie, mobiliteit, energietransitie, transitie landelijk gebied en wonen & ruimte. De MRE-organisatie ondersteunt deze samenwerking met analyses, uitvoering en belangenbehartiging richting provincie, Rijk en Europese partners.

Daarnaast voert de MRE het Stimuleringsfonds Brainport Eindhoven uit, waarmee innovatieve projecten en de economische concurrentiekracht van de regio worden versterkt. Ook het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe) valt onder de MRE, verantwoordelijk voor archivering, toezicht en het behoud en openbaar maken van cultuurhistorische informatie.

Overwegingen omtrent deelname
De grote opgaven rond woningbouw, bereikbaarheid, verduurzaming en economische groei overstijgen de schaal van individuele gemeenten. Deelname aan de MRE is noodzakelijk om deze vraagstukken gezamenlijk op te pakken, de positie van Geldrop-Mierlo in de regio te versterken en de verbinding te leggen met provincie en Rijk.

Binnen de MRE is ook de gemeentelijke inbreng in Brainport Eindhoven georganiseerd. Hiermee wordt de samenwerking met bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties geborgd. Voor Geldrop-Mierlo biedt dit toegang tot innovatieve netwerken, cofinanciering en subsidies.

Voor archieftaken geldt dat 20 van de 21 gemeenten (waaronder Geldrop-Mierlo) deze hebben belegd bij het RHCe. Dit waarborgt kwaliteit en efficiëntie.

Veranderingen en ontwikkelingen
In 2025 zijn stappen gezet richting bovenregionale samenwerking met de gemeenten Weert, Venlo en Meierijstad met als doel om de druk op wonen, werken en mobiliteit in de Brainportregio verlichten.

De opgave rond Gulbergen blijft een belangrijk thema met aandacht voor natuurontwikkeling, recreatie en energie.

Risico’s
Gulbergen. Nazorg van de voormalige stortplaats en de financiële consequenties daarvan blijven vooralsnog onzeker.

Capaciteit MRE. De MRE organisatie heeft beperkte uitvoeringskracht. Bij bovenregionale samenwerking moet scherp gestuurd worden op capaciteit.

Afstemming met bovenregionale gemeenten. Afspraken met Weert, Venlo en Meierijstad zijn nog procesmatig van aard en moeten verder worden geconcretiseerd.

Risicomanagement en weerstandsvermogen
De MRE hanteert een Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen (AB, juli 2018). Hierin is vastgelegd hoe risico’s worden geïdentificeerd, geclassificeerd en financieel inzichtelijk gemaakt. Jaarlijks worden deze risico’s herijkt bij begroting en jaarrekening.

Afbreukrisico van geen deelname
Niet deelnemen is geen reële optie. Dit zou betekenen dat Geldrop-Mierlo zichzelf buitensluit van regionale samenwerking, Brainport Eindhoven, provinciale en rijksinvloed, én kansen op cofinanciering en subsidies misloopt.

Alternatieven voor geen deelname
Opgaven op regionale schaal kunnen alleen via de MRE worden opgepakt. Samenwerkingen op kleinere schaal (zoals in het Stedelijk Gebied Eindhoven) zijn aanvullend, maar geen alternatief.

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging
Algemeen Bestuur (AB): namens Geldrop-Mierlo zit de burgemeester hierin.
Portefeuillehoudersoverleggen: diverse wethouders nemen deel afhankelijk van het thema.
Dagelijks Bestuur (DB): hier heeft Geldrop-Mierlo geen vaste zetel.

Frequentie terugkoppeling naar de raad
Minimaal driemaal per jaar (begroting, bestuursrapportage, jaarrekening), en aanvullend bij majeure ontwikkelingen (zoals Gulbergen of bovenregionale samenwerking).

GR Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB) te Eindhoven

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - GR Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB) te Eindhoven

Doel en openbaar belang

De omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB) is ingesteld om ten behoeve van de deelnemers (21 gemeenten en provincie) taken uit te voeren op het gebied van het omgevingsrecht en daarmee als uitvoeringsdienst van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage te leveren aan het realiseren en borgen van de door de verantwoordelijke overheden in de regio Zuidoost-Brabant aangegeven kwaliteit van de fysieke leefomgeving.

 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

De ODZOB is belast met het ten behoeve van de deelnemers uitvoeren van het Landelijk Basistakenpakket met inachtneming van het door de deelnemers vastgestelde beleid. De ODZOB kan, voor zover dit geen verstoring veroorzaakt in de uitvoering van de basistaken, op verzoek van een of meer van de deelnemers verzoektaken uitvoeren. Voor de gemeente Geldrop-Mierlo zijn dit onder meer adviesstaken op het gebied van milieu en duurzaamheid.

De gemeente heeft als deelnemer van de gemeenschappelijke regeling sinds 2019 een dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de ODZOB gesloten waarin onder meer kernbepalingen zijn opgenomen over leveringsafspraken, werkafspraken, afspraken over archivering, facturering en tarieven. 

 

Veranderingen en ontwikkelingen

Vanaf 1 maart 2025 werken we met een nieuwe dienstverleningsovereenkomst met de daarop van toepassing zijnde algemene voorwaarden van de ODZOB. Hiermee voldoen we aan artikel 2.4 uit de nieuwe Gemeenschappelijke Regeling ODZOB waardoor er een nieuw gezamenlijk afsprakenkader is tussen opdrachtgevers (zijnde de deelnemers) en de opdrachtnemer (zijnde de ODZOB) voor de uitvoering van taken en diensten.

 

Risico's

In het geval de omzet achterblijft bij de verwachtingen zijn alle deelnemers aan de GR daarvoor (financieel) verantwoordelijk. Omdat het gemeentelijk werkprogramma slechts een klein onderdeel van het totaal uitvoeringsprogramma betreft is de invloed daardoor slechts beperkt.

 

Afbreukrisico van geen deelname

Deelname voor wat betreft het basistakenpakket is wettelijk verplicht. Dit geldt niet voor de verzoektaken. ODZOB is er echter op gericht om ook de uitvoering van verzoektaken voor haar rekening te nemen. Binnen de gemeente is de specialistische kennis niet altijd aanwezig om deze verzoektaken zelf uit te voeren. Een voorbeeld hiervan is het landelijke stikstofdossier.

 

Alternatieven voor geen deelname

Zoals gezegd is de deelname voor wat betreft het basis-takenpakket wettelijk verplicht. Indien wij de verzoektaken niet bij de ODZOB neerleggen zouden we deze uit kunnen besteden aan een andere partij of hiervoor mensen in dienst kunnen nemen.

 

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Deelname door de 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant en de provincie Noord-Brabant.
Dagelijks bestuur: voorzitter: burgemeester J.C.J. van Bree.
Algemeen bestuur: voorzitter: burgemeester J.C.J. van Bree, plaatsvervangend lid: wethouder F.J.M.C. Stravers.

 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad

Structureel jaarlijks tweemaal (begroting, rekening); daarnaast incidenteel, afhankelijk van ontwikkelingen. In 2024 is daarnaast een gezamenlijke bijeenkomst voor raadsleden uit de drie Dommelvallei gemeenten georganiseerd om onder meer toelichting te geven op het takenpakket en de transitie Omgevingswet (ODZOB on tour).

GR Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO)

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - GR Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO)

Doel en openbaar belang

Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) behartigt de belangen van de gemeenten in het samenwerkingsgebied op de terreinen van: brandweerzorg, geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio, rampenbestrijding en crisisbeheersing en de gemeenschappelijke meldkamer, door:
•    Adequaat te reageren op spoedeisende hulpvragen van inwoners, instellingen en bedrijven;
•    Het organiseren en coördineren van geneeskundige hulpverlening in de regio;
•    Het voorkomen en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en/of ongevallen bij brand en alles wat hiermee verband houdt. Ook het aanschaffen en onderhouden van gemeenschappelijk materieel en de coördinatie van de werkzaamheden op dit gebied behoort tot de taak van VRBZO;
•    Het in beeld brengen van risico's;
•    Het organiseren van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.
 
Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

Omdat veiligheidsrisico’s zich niet houden aan gemeentegrenzen én omdat veiligheid een complexe zaak is, is in de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) bepaald dat de 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant de verantwoordelijkheid voor veiligheid onderbrengen bij VRBZO. Hierdoor werken de gemeenten op regionale schaal aan een veilige leefomgeving voor mensen die er wonen en verblijven, het verlenen van professionele hulp als het nodig is, het creëren van waarborgen  voor fysieke veiligheid en het treffen van voorbereidingen  voor rampenbestrijding en crisisbeheersing.
 
Veranderingen en ontwikkelingen

VRBZO werkt in 2026 verder aan de uitwerking van de bestuurlijke opdracht deel 1. De belangrijkste thema's hierin zijn:
•    taakuitvoering primair proces (een verhoging van de formatie van vrijwilligers en beroepsbrandweer is daarvoor noodzakelijk en ook aanpassingen in opleiding en bijscholing);
•    personele zorg (veilige en gezonde werkomgeving, goede implementatie van arbeidsvoorwaarden en voldoende begeleiding bij rechtspositionele vraagstukken);
•    huisvesting en materieel (een goede beheersorganisatie om toekomstbestendige huisvesting te kunnen blijven garanderen, verduurzaming);
•    ondersteuning organisatie (betrouwbare hard- en software, netwerken en informatiebronnen; bedrijfscontinuïteit).

Daarnaast committeert VRBZO zich aan de Landelijke strategische agenda met de volgende grote opgaven:
•    versterken (boven)regionale crisisbeheersing en daaraan gerelateerde informatievoorziening;
•    organiseren van toekomst vaste brandweerzorg (met o.a. landelijke strategie natuurbrandbestrijding, landelijke visie op hulpverlening en de landelijke systematiek van het gebied gebonden dekkingsplan);
•    verbeteren en vereenvoudigen van het brandweeronderwijsstelsel en inrichting van een daarop geïnspireerd stelsel van crisisonderwijs;
•    aandacht voor goed werkgeverschap, boeien en binden van personeel en inspelen op de medewerker van de toekomst.

 

Risico's

Het continuïteitsplan van VRBZO bevat de risico's inclusief de factoren kans en impact. Het overzicht wordt gebruikt om het weerstandsvermogen te berekenen. De risico's en eventueel genomen beheersmaatregelen om de impact te dempen, worden gemonitord en periodiek gewogen.
Op basis van de gekwantificeerde actuele risico's is de benodigde weerstandcapaciteit bepaald op  4,7 miljoen. Het is niet reëel dat de risico's zich gelijktijdig voordoen. 

De algemene reserve dient als primair weerstandsvermogen. Op grond van de beleidsnotitie kaders P&C 4-GR, is een bandbreedte voor de omvang van de algemene reserve bepaald op basis van de omvang van de begroting. Voor VRBZO is deze gewenste brandbreedte  2,4 - 3,2 miljoen voor de begroting van 2026. In 2026 doet VRBZO een geplande onttrekking uit de algemene reserve van  1,8 miljoen als demping voor de impact van de bestuurlijke opdracht deel 1. Met deze onttrekking wijkt het bestuur bewust af van de nota reserves en voorzieningen. De algemene reserve valt hiermee niet meer binnen de afgesproken bandbreedte. Bij een positief jaarresultaat  wordt dit primair gebruikt om de algemene reserve weer aan te vullen. 


De deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling waarborgen de betaling van rente en aflossing van de door de Veiligheidsregio onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten gesloten geldleningen volgens door het Algemeen Bestuur vast te stellen regels en naar evenredigheid van het aantal inwoners van iedere gemeente van het desbetreffende kalenderjaar en indien de geldschieters dit wensen onder het doen van afstand van de voorrechten, welke de wet aan borgen toelaat.

 


Afbreukrisico van geen deelname

Deelname is een wettelijke plicht (Wgr, Wvr).
 
Alternatieven voor geen deelname

Geen alternatieven.
 
Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Deelname door 21 gemeenten in de regio Zuidoost Brabant.
Algemeen bestuur: lid: burgemeester J.C.J van Bree.
 
Frequentie van terugkoppeling naar de raad

Structureel jaarlijks tweemaal (begroting, rekening) en  daarnaast incidenteel, afhankelijk van ontwikkelingen over beleid en strategische keuzes binnen de Veiligheidsregio.

 

GR Gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) Brabant Zuid-oost

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - GR Gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) Brabant Zuid-oost

Missie (doel en belangen)
De GGD Brabant-Zuidoost streeft – onder regie van de gemeenten – door middel van preventie naar gezondheidswinst van alle inwoners, om zo een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van hun leven en zelfredzaamheid te vergroten.  Haar dienstverlening betreft  gezondheid, preventie en snelle interventie. Vanuit de Wet Publieke Gezondheid (WPG) geeft zij  vorm en inhoud aan collectieve preventie en gezondheidswinst.

Maatschappelijke uitdagingen 
•  Het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen
•  Het organiseren van een sluitende aanpak in de openbare geestelijke gezondheidszorg
•  Het versterken van de pandemische paraatheid
•  Het verhogen van de vaccinatiegraad onder kinderen (als onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma)
•  Het anticiperen op de schaalsprong in de Brainport-regio
•  Het zorgen voor een wendbare organisatie in het licht van de gevolgen van de schaalsprong en de financiële uitdagingen voor gemeente(n)
•  Het verbinden van de 2 IZA-regio's en het nemen van een voortrekkersrol in het vormen van de regionale preventie-infrastructuur (IZA / GALA)
•  Het bevorderen van een gezonde leefstijl in een gezonde leefomgeving

Veranderingen en ontwikkelingen
Zorgakkoorden en een regionale preventie-infrastructuur: In het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond & Actief Leven Akkoord (GALA) hebben gemeenten en verschillende partijen afspraken gemaakt over te bereiken gezondheidsdoelen voor de komende jaren. Om de gezondheidszorg in de toekomst betaalbaar en toegankelijk te houden zal zwaarder op preventie ingezet moeten worden. Beide akkoorden hangen nauw met elkaar samen en passen in een beweging van “zorg bij ziekte” en naar “zorg voor gezondheid"' die door veel gemeenten al is ingezet. De GGD zal als kernpartner van onze gemeenten een rol spelen bij het ontwikkelen van een regionale preventie infrastructuur en kennisinfrastructuur op het terrein van de publieke gezondheid en bij de regionale ontwikkeling en lokale implementatie van de ketenaanpakken op het terrein van gezonde leefstijl en preventie. Ook ondersteunt de GGD onze gemeenten en andere ketenpartners bij het leren en ontwikkelen (leerkringen, delen van best practices, evalueren van interventies ed.) en leveren we gezondheidsdata op maat zodat goede keuzes gemaakt kunnen worden en waar nodig programma's bijgestuurd kunnen worden.

Gevolgen van de schaalsprong in de Brainport-regio: Het aantal inwoners in de regio Zuidoost Brabant naar verwachting flink groeien van ca 800.000 nu naar 1.000.000 in 2040. Bovendien hebben we te maken met een dubbele vergrijzing: het aantal ouderen stijgt en deze ouderen worden steeds ouder. De samenstelling van de bevolking zal naar verwachting niet alleen veranderen via de leeftijd-as maar ook naar herkomst van de bevolking. Als gevolg van toenemende (arbeids)migranten, expats, internationale studenten, asielzoekers en statushouders zal het aandeel “internationals” in de totale bevolking in onze regio de komende jaren naar verwachting groeien tot ca 25%.Tegelijkertijd zien we dat de personele tekorten in de zorg zijn toegenomen. Minder jongeren kiezen voor een studie in de zorg en veel zorgmedewerkers zullen uitstromen (o.a. vanwege pensioen). De verwachting is dat de personele tekorten in de zorg de komende jaren nog verder zullen toenemen en we in onze regio te maken gaan krijgen met duizenden vacatures in de zorgsector in 2030. Ook de GGD gaat hiervan de gevolgen merken (voor een groot deel vissen de zorginstellingen in dezelfde personele vijver). De groei en differentiatie in de bevolking enerzijds en de tekorten in de zorg anderzijds dwingen de zorg en daarmee ook de GGD om haar dienstverlening aan te passen en te vernieuwen. Dit raakt alle onderdelen van de GGD: zowel de Publieke Gezondheidszorg als de Ambulancezorg. De GGD verkent momenteel samen met de Veiligheidsregio, Omgevingsdienst en MRE de gevolgen van de schaalsprong in de regio om zodoende met de schaalsprong te kunnen meebewegen.

Optimalisatie acute zorg aanbod & Zorg coördinatie bij spoedeisende hulp (waaronder ambulancezorg): Het implementeren van zorgcoördinatie is de belangrijkste pijler voor de komende jaren. Het idee achter zorgcoördinatie is het leveren van de juiste zorg, op de juiste plek, door de juiste zorgverlener. Er komt vanuit zorgcoördinatie een centraal punt waar een zorgverlener een patiënt kan aanmelden wanneer andere zorg nodig is dan deze zorgverlener kan leveren. Het zorgcoördinatiepunt bekijkt dan welke zorg deze patiënt nodig heeft en waar capaciteit beschikbaar is. De komende jaren wordt dit geïmplementeerd en verder ontwikkeld. Naast zorgcoördinatie wordt de komende jaren meer ingezet op  meer zorg op locatie en telemonitoring. Er wordt een pilot gestart om  ambulanceverpleegkundigen in te zetten binnen de huisartsenzorg, primair op het visite rijden. Tevens krijgt de GGD door middel van van LPZ (Landelijke Platform Zorgcoördinatie) inzicht in de drukte op de spoedeisende hulpposten in onze regio, waardoor ze in de toekomst beter patiënten kan spreiden over de regio.

Vernieuwing van de jeugdgezondheidszorg:  Vanaf 2023, twee jaar na de inbesteding van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor 0 tot 4-jarigen bij de GGD, werkt de GGD met het programma Generatie Gezond (voorheen Samen Verder Groeien) aan vernieuwing van de JGZ. De JGZ staat voor grote maatschappelijke opgaven en ziet drie belangrijke uitdagingen die het noodzakelijk maken om de dienstverlening te herzien, te weten: veranderende behoeftes van klanten, krapte op de arbeidsmarkt, en een toename van het aantal en de complexiteit van de onderzoeken op indicatie. De GGD creëert meer ruimte om aandacht te besteden aan kwetsbare groepen door het standaard zorgaanbod anders te organiseren, bijvoorbeeld meer online/blended of collectief voor de groepen bij wie dit past. Samenwerking met zowel de ouders/jongeren als met ketenpartners is essentieel. Ouders en jongeren worden toegerust om waar dat kan zelf regie te hebben over de samenwerking met JGZ. Dat vraagt van professionals een andere manier van werken. Er wordt via kort-cyclische projecten gewerkt aan 4 doelen, te weten: meer regie bij ouders, verrijken van het JGZ-aanbod, werken naar behoefte van gezinnen in hun omgeving, en het ontwikkelen van de JGZ-professionals van nu en straks.

Versterking van Infectieziektebestijding en Pandemische Paraatheid (VIPP): De GGD versterkt de infectieziektebestrijding door in te zetten op uitbreiding van medisch en niet-medisch personeel. Ook investeert zij in (boven)regionale monitoring en surveillance, bovenregionale samenwerking en slim en versneld opleiden van medische professionals. Naast de dagelijkse versterking van infectieziektebestrijding richt de GGD zich op de voorbereiding op grootschalige infectieziekte uitbraken en pandemische paraatheid. Van 2024 t/m 2026 operationaliseert en implementeert het LFI (Landelijke Functionaliteit Opschaling Infectieziektebestrijding, onderdeel van RIVM) zijn zeven hoofdfuncties in samenwerkingen met de GGD’en. Het jaar 2026 staat in het teken van de afronding van de implementatie van de functies van het LFI in de eigen GGD. Na afronding van de implementatie moeten de processen geborgd zijn bij zowel de GGD’en en het LFI om samen pandemisch paraat te staan en te blijven.

Rijksvaccinatieprogramma: Het kabinet neemt de zorgen om de gedaalde vaccinatiegraden zeer serieus en wil het daarom voor inwoners eenvoudiger maken om vaccinaties te krijgen, met name in wijken en gebieden waar de vaccinatiegraad achterblijft. Het Rijk zet in op het vergroten van het vertrouwen in vaccinaties door begrijpelijke en doelgroepgerichte voorlichting en door het tegengaan van onjuiste medische informatie over vaccinaties. Vanaf 2025 wordt het vaccin dat kinderen beschermt tegen het RS-virus opgenomen in het RVP. Dit voorkomt veel leed bij kinderen en bezorgde ouders en naar verwachting daalt hiermee het aantal ziekenhuisopnames met 2.000- 2.500 per jaar (landelijke cijfers).

Informatieveiligheid/privacy, verbetering van de informatiehuishouding en risicomanagement: De maatschappij en wetgeving stelt steeds hogere eisen aan informatieveiligheid. Elke GGD-klant mag ervan uitgaan dat zijn/haar gegevens bij de GGD in veilige handen zijn. De kans op datalekken is toegenomen (cybercrime). De GGD heeft hiermee te maken gehad en heeft haar niveau van informatieveiligheid opgehoogd, maar is nog niet op het gewenste niveau. De provincie heeft als toezichthouder op het archiefbeheer door gemeenschappelijke regelingen het huidige niveau van archiefbeheer bij de GGD als onvoldoende gekwalificeerd en een verbeterplan geëist. Het verbeterplan is door het GGD-bestuur vastgesteld en met de provincie gedeeld en wordt ook de komende jaren uitgevoerd. Inmiddels heeft de provincie ook interbestuurlijk toezicht ingesteld.

Forensische geneeskunde: In Nederland is er een tekort aan forensische artsen. Ook de GGD heeft hiermee te kampen. Dat heeft er mede toe geleid dat een deel van het werk (met name de arrestantenzorg en enkele forensisch-medische expertise ten behoeve van de politie) is overgenomen door (forensisch) verpleegkundigen en basisartsen. Dit laat onverlet dat er extra forensische artsen moeten worden opgeleid om aan de huidige en toekomstige behoeften te kunnen voldoen. Het Rijk heeft extra middelen door middel van subsidies beschikbaar gesteld voor de versterking van de positie van forensische geneeskunde waaronder de opleiding van nieuwe artsen, taakdifferentiatie, kwaliteitsimpuls en borging. Tegelijkertijd heeft de GGD de aanbesteding van de medische arrestantenzorg (landelijk) niet gegund gekregen. Los van de financiële en organisatorische implicaties hiervan, heeft dit mogelijk ook gevolgen voor het beroep van forensisch arts: medische arrestantenzorg is een belangrijke pijler en door dit los te knippen van de andere onderdelen van de forensische geneeskunde is de angst dat het beroep wordt uitgehold. En dat minder mensen kiezen om opgeleid te worden tot forensisch arts.

Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Het weerstandsvermogen kan worden omschreven als de mate waarin de organisatie in staat is om niet structurele financiële tegenvallers op te vangen zonder dat dit gevolgen heeft voor het bestaande takenpakket. Jaarlijks wordt bij de begrotingsbehandeling een actuele financiële risico-inventarisatie opgesteld. De omvang van de algemene reserve/het weerstandsvermogen van de GGD neemt de laatste jaren weer toe, hoewel nog niet geheel in overeenstemming met de geraamde risico-inventarisatie. De risico-inventarisatie van begin 2025 resulteerde in een benodigde weerstandscapaciteit van ca. € 2.700.000,- voor het Programma Publieke Gezondheid (PG) en ca. € 2.200.000,- voor het Programma Ambulancezorg (AZ). Eerder is besloten dat, gegeven de financieringsstructuur, voor de beide programma’s afzonderlijke algemene reserves worden aangehouden. Het bestuur heeft eerder vastgesteld dat het weerstandsvermogen niet direct tot dat bedrag hoeft te worden aangevuld, en dat de kaders en staffels zoals vastgesteld in de beleidsnotitie Kaders P&C-documenten 4GR hiervoor leidend zijn. Gegeven de verwachte omzet 2026 is voor PG is een bandbreedte van toepassing van € 2.000.000,- tot € 2.400.000,- en voor AZ van € 1.500.000,- tot € 2.000.000,-. In de 4GR-notitie is ook vastgesteld dat dit een kaderstellende bandbreedte is. Dit betekent dat het aan het Algemeen Bestuur van de Verbonden Partij overgelaten wordt of die bandbreedte ook volledig wordt ingevuld, aangezien dit organisatie-specifiek is en wordt bepaald door de aard van de baten en lasten. Een lager weerstandsvermogen betekent wel dat financiële tegenvallers van hogere omvang niet uit die algemene reserve kunnen worden opgevangen. De reserves per ultimo 2024 voor bestemming van het exploitatieresultaat 2024 zijn ca. € 2.300.000,- voor PG en ca. € 1.750.000,- voor AZ. Om risico's te beheersen wordt door de GGD actief risicomanagement ontwikkeld. Elk trimester staat het management in de marap gesprekken nadrukkelijk stil bij de ontwikkeling en ontstaan van relevante risico's, en welke maatregelen genomen moeten worden om deze risico's te beperken.

In de jaarrekening worden telkens alle geïnventariseerde risico’s uitgebreid beschreven. Als belangrijkste nieuwe of toegenomen risico’s worden nu geïdentificeerd:

  • Toenemende arbeidsmarktkrapte bij specifieke functies betekent dat vaker tijdelijk een andere invulling van de taakuitvoering moet worden georganiseerd (bv duurder personeel van derden/ZZP inhuren) om de noodzakelijke dienstverlening op peil te houden.
  • Het risico dat er zich beveiligingsproblemen voordoen. Hierbij te denken aan risico's van stroomuitval, cybercrime en andere situaties waarin systemen uitvallen en/of gegevens (tijdelijk) niet beschikbaar zijn of dat er schade ontstaat vanwege misbruik. Vanwege toegenomen (inzicht in de) externe dreiging en ervaringen (o.a. datalek
    Covid), de geconstateerde achterstand in informatiebeveiliging in combinatie met de grote hoeveelheid persoonsgegevens die de GGD zowel bij PG als AZ beheert, wordt de omvang van dit risico hoger ingeschat.
  • De Corona-, M-Pox en Oekraïne-crises maken duidelijk dat rampen en pandemieën een grote impact op de werkzaamheden van de GGD kunnen hebben. Veelal zal het Rijk de kosten daarvan echter vergoeden, zoals ook voor de genoemde crises is toegezegd; de daarvoor toegekende vergoedingsregeling vanuit VWS geeft op dit
    moment vertrouwen dat alle extra kosten vergoed worden. Er bestaat echter wel het risico op meer werk en kosten op de langere termijn als gevolg van een verslechterde algemene gezondheidssituatie van de burgers in onze regio.

    Afbreukrisico van geen deelname
    Geen behartiging van onze belangen op dit gebied en niet kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen waaronder het in stand houden van een GGD.

    Alternatieven voor geen deelname
    Het zoeken naar andere instanties die uitvoering kunnen geven aan onze wettelijke taken op het gebied van openbare gezondheidszorg. Volledig afzien van geen deelname is geen reële optie i.v.m. de in de Wet Publieke Gezondheid opgenomen eis dat de gemeente een GGD in stand moet houden.

    Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging
    Deelname aan het Dagelijks bestuur, Algemeen Bestuur en commissies door de 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant. Lid van het Dagelijks bestuur en Algemeen bestuur: wethouder M.J. Sanders-de Jonge. 

    Frequentie van terugkoppeling naar de raad
    Jaarlijks structureel naar de raad voor begroting / jaarrekening ; daarnaast incidenteel, afhankelijk van ontwikkelingen.

GR Dienst Dommelvallei te Mierlo

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - GR Dienst Dommelvallei te Mierlo

Doel en openbaar belang

Dienst Dommelvallei is het samenwerkingsverband van de gemeenten Geldrop-Mierlo, Nuenen en Son en Breugel. In deze dienst zijn de bedrijfsvoeringstaken financiën, belastingen, personeel & organisatie, informatievoorziening en planning en control voor de drie gemeenten ondergebracht. Daarnaast hebben de gemeenten Son en Breugel en Nuenen taken met betrekking tot werk en inkomen, WMO, Jeugdwet en dienstverlening in Dienst Dommelvallei ondergebracht.

 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

Bij de vorming van Dienst Dommelvallei is aangegeven dat de dienst moet leiden tot: meer kwaliteit, minder kwetsbaarheid, minder kosten en goed werkgeverschap.

 

Veranderingen en ontwikkelingen

De dienstverlening groeit mee met de wensen van de deelnemende gemeenten. De vraag naar lokaal maatwerk neemt toe. Hieraan wordt medewerking verleend binnen de mogelijkheden die er zijn.
Integrale advisering wordt als steeds belangrijker ervaren, waardoor beleidsadviseurs zich steeds meer ontwikkelen als 'integrale business partners'.

 

Risico's

Het zoeken naar een balans tussen dienstverlening aan de individuele deelnemers enerzijds en efficiency en kwaliteit van het totaal anderzijds.

 

Afbreukrisico van geen deelname

Bij geen deelname kunnen geen voordelen van de samenwerking behaald worden.

 

Alternatieven voor geen deelname

De werkzaamheden weer zelf als gemeente oppakken of in andere verbanden samenwerkingsmogelijkheden gaan zoeken.

 

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Het Algemeen Bestuur (AB) bestaat uit drie leden per college van de deelnemers. Voor onze gemeente zijn dat: burgemeester J. van Bree en wethouders F. Stravers en H. v.d. Laar. Het Dagelijks Bestuur (DB) bestaat, inclusief voorzitter, uit een collegelid uit het AB per deelnemer en de gemeentesecretarissen van de deelnemers. Voor onze gemeente zijn dat burgemeester J. van Bree en gemeentesecretaris N. Scheltens.

 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad

Structureel jaarlijks tweemaal (begroting, rekening); daarnaast incidenteel, afhankelijk van ontwikkelingen.

GR Senzer te Helmond

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - GR Senzer te Helmond

Doel en openbaar belang

Senzer is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet en aanverwante wet- en regelgeving binnen de arbeidsmarktregio Helmond - De Peel, waartoe ook de gemeente Geldrop-Mierlo behoort. Senzer streeft ernaar om een inclusieve samenleving te bevorderen door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te begeleiden naar zinvolle participatie, met als uiteindelijk doel duurzame werkgelegenheid. Deze missie sluit aan bij de bredere maatschappelijke verantwoordelijkheid van Senzer om bij te dragen aan bestaanszekerheid en sociale cohesie in de regio.

 

Algemene visie en beleidsvoornemens met betrekking tot de inzet van de verbonden partij

Senzer is een cruciale partner in het realiseren van de gemeentelijke doelstellingen op het gebied van arbeidsparticipatie en sociale inclusie. Verwacht wordt dat Senzer hoogwaardige, mensgerichte arrangementen biedt die afgestemd zijn op de diverse behoeften van de doelgroep van de Participatiewet. Bij de uitvoering van haar taken streeft Senzer naar een balans tussen rechtmatigheid en doelmatigheid, met oog voor de menselijke maat. De beschikbare BUIG- en Participatiemiddelen van de gemeente Geldrop-Mierlo worden optimaal benut. Het uiteindelijke doel is om zoveel mogelijk mensen te laten participeren en duurzaam uit de bijstand te laten uitstromen naar werk, binnen de beschikbare budgettaire kaders. 

 

Veranderingen en ontwikkelingen

Sinds 1 januari 2023 is de geactualiseerde Gemeenschappelijke Regeling (GR) Senzer van kracht. En op basis van deze regeling is ook het Meerjarenplan Dienstverlening 2025-2028 opgesteld, dat de samenwerking tussen de deelnemende gemeenten in de regio Helmond-De Peel verstrekt en richting geeft aan de verdere ontwikkeling van de dienstverlening van Senzer. Het plan onderstreept de noodzaak van integrale regionale samenwerking en een bredere benadering van participatie, waarbij de focus ligt op mensgerichte dienstverlening. Dit betekent dat Senzer, in nauwe samenwerking met de gemeenten en andere partners, zich meer gaat richten op maatwerkoplossingen die recht doen aan de complexiteit van de problematiek van haar cliënten.

 

Risico's

In het kader van de GR is afgesproken dat de deelnemende gemeenten hun ontvangen BUIG- en Participatiemiddelen aan Senzer beschikbaar stellen in overeenstemming met de reikwijdte van de opdracht. Om financiële tekorten te voorkomen, blijft het beleid gericht op een efficiënte en effectieve uitvoering van de dienstverlening binnen de beschikbare budgetten. Hierbij geldt dat de deelnemende gemeenten, inclusief Geldrop-Mierlo, gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor eventuele financiële tekorten. Dit onderstreept het belang van voortdurende monitoring en bijsturing om de financiële stabiliteit van Senzer te waarborgen en tijdig te kunnen anticiperen indien nodig.

 

Afbreukrisico van geen deelname

Als de gemeente Geldrop-Mierlo zich terugtrekt uit de Gemeenschappelijke Regeling (GR) Senzer, zou dit aanzienlijke gevolgen hebben. Ten eerste zou Geldrop-Mierlo zelf verantwoordelijk worden voor de uitvoering van de Participatiewet en aanverwante taken, wat betekent dat ze eigen voorzieningen en personeel moeten opzetten of contracteren om deze taken uit te voeren. Dit kan leiden tot hogere kosten en complexiteit voor de gemeente.

Daarnaast kan een terugtrekking ook juridische en bestuurlijke complicaties met zich meebrengen, aangezien de voorwaarden voor uittreding en de verdeling van eigendommen en verplichtingen moeten worden vastgelegd en uitgevoerd volgens de bepalingen van de Gemeenschappelijke Regeling. De gemeente zou moeten onderhandelen over de voorwaarden van de terugtrekking en mogelijke compensaties voor Senzer of de overige gemeenten.

Kortom, het terugtrekken uit de GR Senzer zou een ingrijpende beslissing zijn met zowel financiële als operationele consequenties.

 

Alternatieven voor geen deelname

Alternatief is om zelf geheel of gedeeltelijk (bijvoorbeeld in samenwerking met Ergon) uitvoering geven aan de Participatiewet en aanverwante wet- en regelgeving. 

 

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Senzer is een samenwerkingsverband in de vorm van een gemeenschappelijke regeling tussen de gemeenten Helmond, Asten, Someren, Deurne, Laarbeek, Gemert-Bakel en Geldrop-Mierlo.

Dagelijks Bestuur: Wethouder P.J. Looijmans vertegenwoordigt de gemeente Geldrop-Mierlo.
Algemeen Bestuur: Wethouders P.J. Looijmans en F. Stravers vertegenwoordigen de gemeente Geldrop-Mierlo.

 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad

Elke vier jaar wordt het Meerjarenplan van de GR Senzer ter zienswijze aan de gemeenteraden voorgelegd. Daarnaast wordt jaarlijks de meerjarenbegroting van Senzer besproken met de gemeenteraad en wordt de jaarrekening met de gemeenteraad gedeeld. 

GR Cure Afvalbeheer te Eindhoven

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - GR Cure Afvalbeheer te Eindhoven

Doel en openbaar belang

Het zo efficiënt mogelijk inzamelen en vermarkten van huishoudelijke afvalstoffen.

 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

Optimale verhouding tussen geleverde dienstverlening en de tarieven die onze inwoners betalen. Via zittingen in het bestuur optimaal invloed kunnen uitoefenen op de dienstverlening en transparantie van de kosten.

 

Veranderingen en ontwikkelingen

In 2009 is door twee van de drie gemeenteraden besloten tot een nieuwe Gemeenschappelijke Regeling die enkel nog zal bestaan uit gemeenten. De raad heeft in de vergadering van 17 december 2012 het college toestemming gegeven om een nieuwe Gemeenschappelijke regeling Cure aan te gaan. Deze nieuwe regeling is per 1 januari 2013 in werking getreden. Vanaf 1 januari 2014 is de uitvoering via de oprichting van Cure B.V. overgegaan naar de Gemeenschappelijke regeling Cure. Cure is daarom 100% overheidsgedomineerd. Vanaf die datum is een aantal taken (waaronder het vermarkten van afvalstoffen en het ketenbeheer) overgedragen van de gemeenten naar Cure.

We werken aan een nieuw grond- en afvalstoffenplan dat in eerste helft van 2026 aan de raad wordt voorgelegd.

Risico's

De visie op de samenwerking hoeft niet altijd bij alle drie de deelnemers hetzelfde te zijn. Financieel risico ligt bij de gemeenten (kostprijs constructie). 

 

Afbreukrisico van geen deelname

Wanneer we samenwerken met een andere afval inzamelaar kunnen we minder invloed uitoefenen op de dagelijkse bedrijfsvoering en zijn we minder flexibel. Zelfstandige uittreding betekent dat de andere deelnemers schadeloos gesteld moeten worden.

 

Alternatieven voor geen deelname

Overstappen op een andere Gemeenschappelijke Regeling of andere overheidsgedomineerde instelling die het volledige afvalbeheer verzorgt.

 

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

In Cure participeren de gemeenten Eindhoven, Geldrop-Mierlo en Valkenswaard.

Dagelijks bestuur: lid: wethouder H. v.d. Laar. Algemeen bestuur: leden: wethouder H. v.d. Laar en wethouder F. Stravers. 

 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad

De raad wordt geïnformeerd wanneer er veranderingen plaatsvinden in het takenpakket. De begroting van Cure wordt jaarlijks aan de raad voorgelegd.

 

GR PlusTeam te Geldrop

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen - GR PlusTeam te Geldrop

Doel en openbaar belang

Het PlusTeam zorgt sinds 2015 met name voor de ondersteuning (jeugdzorg en Wmo) van multi-probleem huishoudens voor de gemeenten Geldrop-Mierlo en Waalre. Het PlusTeam is een uitvoeringsorganisatie. Het doel is het verbeteren van de zelfredzaamheid en zelfregie van kwetsbare inwoners met problemen op meerdere levensgebieden, en het creëren van een veilig en positief opvoed- en opgroeiklimaat voor kinderen en jeugdigen van de gemeenten. 

 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

Wij willen dat de inwoner centraal staat, en wij als gemeente de noodzakelijke ondersteuning kunnen leveren als de inwoner dit nodig heeft om te kunnen participeren in de samenleving. Met het PlusTeam houden we de benodigde expertise dichtbij, en wordt er gewerkt aan de zelfredzaamheid en zelfregie van kwetsbare inwoners. Tevens wordt er een bijdrage geleverd aan een veilig en positief opvoed- en opgroeiklimaat voor de kinderen en jeugdigen van de gemeenten.

 

Veranderingen en ontwikkelingen

Per 1 januari 2015 is de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) inwerking getreden. De gemeenten zijn hiermee verantwoordelijk geworden voor alle vormen van jeugdhulp en hebben een uitgebreidere verantwoordelijkheid met betrekking tot ondersteuning en begeleiding in het kader van de Wmo en Veiligheid. 


In 2020 is het gezamenlijk programma van de ministeries van J&V en VWS en VNG Toekomstscenario Jeugd- en Gezinsbescherming gestart. Het richt zich op de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling, waarbij het kind en het gezin centraal komt te staan, en de organisaties rondom het gezin komen te staan. Landelijk zijn de voorbereidingen gestart voor een organisatie- en wetswijziging om de nieuwe werkwijze goed te kunnen uitvoeren. Vanuit de gemeente wordt een actieve en coördinerende rol gevraagd, en daarmee een actievere rol van onze lokale teams (CMD en PlusTeam). 


In 2023 is de Hervormingsagenda Jeugd vastgesteld, een pakket aan maatregelen die de kwaliteit en betaalbaarheid van de Jeugdzorg moet gaan realiseren. Verschillende maatregelen binnen de Hervormingsagenda hebben invloed op het werk van de PlusTeam. Zowel inhoudelijk (bijvoorbeeld verminderen van administratie), als bedrijfsmatig (lokale teams moeten steviger worden en dichterbij de gemeenten worden georganiseerd). Hoe deze maatregelen precies effect hebben op het PlusTeam (en op de gemeente) wordt de komende tijd uitgezocht, zodat vervolgens deze maatregelen uitgevoerd kunnen worden.


De Wet aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (Wams) heeft als doel om knelpunten weg te nemen die gemeenten en andere organisaties in het sociaal domein ervaren als zij persoonsgegevens uitwisselen bij het aanpakken van meervoudige problematiek. Het wetsvoorstel regelt een wettelijk kader, de juridische grondslagen van de benodigde verwerking en uitwisseling van persoonsgegevens in de aanpak van meervoudige problematiek. Zo zorgt de WAMS ervoor dat de gemeente in staat wordt gesteld om de 4 wetten in samenhang uit te voeren.

De gemeente Geldrop-Mierlo heeft in het najaar van 2024, samen met de gemeente Waalre en het PlusTeam, onderzocht hoe de zorg voor multiprobleemgezinnen het beste kan worden georganiseerd, met de genoemde ontwikkelingen in gedachten. In 2025 is vervolgens gekeken naar de mogelijke impact van het scenario waarbij deze zorg in eigen beheer wordt georganiseerd. De verwachting is dat de raad eind 2025 een oordeel kan vormen, zodat begin 2026 een besluit kan worden genomen over de definitieve inrichting van de zorg voor multiprobleemgezinnen per 1 januari 2027 in Geldrop-Mierlo.

Risico's

De totale Rijksbijdrage is een open eind financiering. De GR PlusTeam wordt daaruit betaald. Als er heel veel hulpvragen komen, zal het PlusTeam overvraagd worden en zal er (tijdelijk) meer inzet ingekocht moeten worden bij andere aanbieders.

 

Afbreukrisico van geen deelname

De kosten van zorg aan multiprobleemgezinnen zullen duurder zijn als deze opdracht bij derden wordt neergelegd.

 

Alternatieven voor geen deelname

De inkoop zal dan bij andere aanbieders ingekocht moeten worden of vanuit detachering zal inzet georganiseerd moeten worden.

 

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Deelname van de gemeente Waalre en de gemeente Geldrop-Mierlo.

Naam  Functie  Algemeen Bestuur Dagelijks Bestuur
K. Vortman Wethouder X X
M. Sanders - d. Jonge Wethouder X X
P. Looijmans Wethouder X  
S. v.d. Goor - Gelens Wethouder X  

 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad

Jaarlijks voor wat betreft de meerjarenbegroting en jaarrekening. Incidenteel op vraag van de gemeenteraad of het college.

Vennootschappen en coöperaties

NV Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag

Terug naar navigatie - Vennootschappen en coöperaties - NV Bank Nederlandse Gemeente te Den Haag

Doel en openbaar belang
De BNG Bank is de bank van en voor (decentrale) overheden en instellingen op het gebied van wonen, zorg, onderwijs, energie en infrastructuur. De BNG Bank is betrokken partner voor een duurzamer Nederland. De BNG Bank stelt de publieke sector in staat maatschappelijke doelstellingen te realiseren.

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij
Het betalingsverkeer van de BNG Bank richt zich specifiek op zakelijke klanten in de publieke sector. De BNG Bank biedt een volledig pallet aan zakelijke producten. Digitaal, efficiënt en veiligheid staan hierbij centraal.

Veranderingen en ontwikkelingen
Bij het herijken van de strategie is het doel van de BNG gelijk gebleven. In Kompas Naar Impact 2024-2026 wordt beschreven hoe de BNG maatschappelijk impact wil maken. De BNG wil concreet invloed hebben op de kwaliteit van leven in Nederland. De BNG wil de belangrijkste financier zijn van de publieke sector om Nederland socialer en duurzamer te maken. 

Risico's
De BNG Bank is na de Staat een van de grootste emittenten van Nederland. Het door de bank uitgegeven schuldpapier heeft een credit rating AAA van Moody’s, en AA+ van Standard & Poor’s en AA+ van Fitch. Door deze topratings kan de BNG Bank tegen lage prijzen geld aantrekken op de geld- en kapitaalmarkt. Hierdoor kan de bank hun klanten lage tarieven bieden.

De dividenduitkering is afhankelijk van de resultaten. De BNG streeft niet naar een maximaal, maar naar een redelijk rendement op het eigen vermogen. De Staat is houder van de helft van de aandelen. De andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. 
De afgelopen jaren heeft de BNG steeds een nettowinst bij hun jaarrekening gepresenteerd, maar omdat de hoogte van de nettowinst met onzekerheden is omgeven doet de BNG geen schatting van de nettowinst voor 2025 en verdere jaren.  

De gemeente Geldrop-Mierlo bezit 30.186 aandelen à € 2,50 zijnde in totaal € 75.465,-.

Afbreukrisico van geen deelname
N.v.t.

Alternatieven voor geen deelname
N.v.t.

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging
Deelname door de aandeelhouders. Dit zijn uitsluitend overheden.
Als aandeelhouder: wethouder H. van de Laar.

Frequentie van terugkoppeling naar de raad
Incidenteel, afhankelijk van ontwikkelingen.

BV Breedband Regio Eindhoven te Eindhoven

Terug naar navigatie - Vennootschappen en coöperaties - BV Breedband Regio Eindhoven te Eindhoven

Doel en openbaar belang

Het verwerven, exploiteren, doen beheren en het beschikbaar stellen van een glasvezelinfrastructuur in de regio Eindhoven voor bedrijven, organisaties en instellingen voor hun eigen gebruik of het beschikbaar stellen van capaciteit aan derden voor niet commerciële doeleinden.

 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij

De aanleg van een glasvezelinfrastructuur draagt bij aan de "verglazing" van Geldrop-Mierlo, waardoor communicatie en uitwisseling van gegevens via de digitale snelweg sneller en eenvoudiger wordt.

 

Veranderingen en ontwikkelingen

N.v.t.

 

Risico's

Het betreft een besloten vennootschap. De financiële positie is solide. Risico's zijn beperkt o.a. omdat de BV geen personeel in dienst heeft en onze gemeente voor nog geen half procent participeert in het maatschappelijk kapitaal. De werkzaamheden kunnen ook door commerciële, concurrerende partijen worden uitgevoerd, waardoor er altijd een risico blijft bestaan.

De gemeente Geldrop-Mierlo heeft 95.000 aandelen van € 1,- per stuk.

 

Afbreukrisico van geen deelname

Gelet op de hoogte van de participatie is het afbreukrisico bij geen deelname gering.

 

Alternatieven voor geen deelname

N.v.t.

 

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging

Via de algemene vergadering van aandeelhouders.

Wethouder F. Stravers woont namens de gemeente Geldrop-Mierlo de algemene vergadering van aandeelhouders bij.

 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad

Jaarlijks bij de begroting en jaarrekening.

Stichtingen en verenigingen

Stichting Zorg- en Veiligheidshuis Brabant Zuidoost te Helmond

Terug naar navigatie - Stichtingen en verenigingen - Stichting Zorg- en Veiligheidshuis Brabant Zuidoost te Helmond

Doel en openbaar belang
Het Zorg- en Veiligheidshuis Brabant Zuidoost (ZVHBZO) is een samenwerkingsverband tussen gemeenten, (justitiële) overheidsinstellingen en maatschappelijke organisaties. Het gezamenlijke doel is de verbetering van veiligheid en leefbaarheid in de 21 gemeenten in Brabant Zuidoost door onder de regie van het ZVHBZO complexe problematiek aan te pakken om zo overlast, huiselijk geweld en criminaliteit te bestrijden. Het is van belang om onderscheid te maken tussen het Zorg- en Veiligheidshuis als professionele netwerkorganisatie en het Zorg- en Veiligheidshuis als facilitator voor ketenpartners. Het landelijk kader richt zich specifiek op het Zorg- en Veiligheidshuis als netwerkorganisatie van verschillende partners in de zorg-, de strafrechtketen en gemeenten, gericht op een keten-overstijgende persoons-, systeem- en gebiedsgerichte aanpak van, of advisering rondom, complexe problematiek. In de rol van facilitator biedt de netwerkorganisatie aan ketenpartners de mogelijkheid om werkplekken te huren in een kantoor. Het Zorg- en Veiligheidshuis Brabant-Zuidoost is in de kern een smalle organisatie. Haar professionaliteit ligt op het gebied van procesregie, advisering en informatievoorziening.

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij
De kracht van het Zorg- en Veiligheidshuis is een goede samenwerking tussen de verschillende organisaties om problemen op het gebied van veiligheid beter aan te pakken. Daarbij behouden alle partners hun eigen (wettelijke) verantwoordelijkheden. Problemen worden in een mix van preventie, repressie en zorg aangepakt. Zo wordt geprobeerd potentieel grote problemen klein te houden. De casussen worden aangepakt middels de werkwijze Casus Op Maat en de Persoonsgerichte Aanpak. Daarnaast stimuleert en ondersteunt het Zorg- en Veiligheidshuis de gemeenten om in de toekomst gebruik te maken van het escalatiemodel in de zorg- en veiligheidsketen AVE (aanpak voorkoming escalaties) en dit lokaal te implementeren.

Veranderingen en ontwikkelingen
In 2016 is de rechtsvorm van het Zorg- en Veiligheidshuis gewijzigd en is de Stichting Beheer en Exploitatie Veiligheidshuis Brabant Zuidoost opgericht. Besloten werd om hierin deel te nemen. In 2016 is gestart met de methodiek Persoonsgerichte Aanpak (PGA) voor een effectieve aanpak van hotshots (kopstukken/-sleutelfiguren). Deze systeemaanpak richt zich op daders van HIC-feiten, problematische jeugdkopstukken en andere personen die via de driehoek als veiligheidsprobleem zijn aangewezen. In de loop van de jaren is de methodiek PGA op steeds meer doelgroepen toegepast, zoals m.b.t. personen die (dreigen te) radicaliseren, verwarde personen en slachtoffers mensenhandel. Vanaf begin 2018 is de naam gewijzigd in Zorg- en Veiligheidshuis Brabant Zuidoost.

Risico's
Alle 21 gemeenten uit de regio nemen deel aan de Stichting en dragen daaraan bij.

Afbreukrisico van geen deelname
Er kan dan geen gebruik worden gemaakt van de voordelen die het Zorg- en Veiligheidshuis kan bieden, zoals informatie, expertise en menskracht. Bepaalde organisaties hebben ook aangegeven geen capaciteit te hebben om deel te nemen aan overlegstructuren in alle afzonderlijke gemeenten.

Alternatieven voor geen deelname
De gemeente moet dan zelf meer regelen en kan geen beroep meer doen op inbreng van bepaalde maatschappelijke instanties en strafrechtpartners.

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging
Deelname door de 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant. Samenwerking met politie, maatschappelijke en justitiële organisaties.

Alle gemeenten vaardigen een wethouder zorg of een burgemeester af als lid van het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur kiest uit hun midden – per basisteam – een wethouder zorg en een burgemeester als lid van het Dagelijks Bestuur.

Vanaf halverwege 2024 worden de gemeenten die behoren tot het basisteam Dommelstroom vertegenwoordigd in het Dagelijks Bestuur door voorzitter burgemeester S. Otters-Bruijnen (Son & Breugel) en wethouder M. Sanders-de Jonge (Geldrop-Mierlo). 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad
Incidenteel, afhankelijk van ontwikkelingen.

Stichting Bureau Inkoop- en aanbestedingen Zuidoost Brabant (BIZOB) te Oirschot

Terug naar navigatie - Stichtingen en verenigingen - Stichting Bureau Inkoop- en aanbestedingen Zuidoost Brabant (BIZOB) te Oirschot

Doel en openbaar belang
Inkoopuitgaven maken een groot deel uit van de jaarlijkse begroting. Door samenwerking kunnen gemeenten hun inkoop professionaliseren. Daarnaast vertaalt de kwaliteit van inkoop zich direct in de kwaliteit van producten, diensten en werken. Integer en efficiënt inkopen heeft een positieve uitstraling naar inwoners, het bedrijfsleven en de eigen medewerkers. Goed ingerichte inkoopprocessen vergroten het vertrouwen van de samenleving in de manier waarop gemeenschapsgeld wordt besteed.

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij
De Aanbestedingswet 2012 (Aw 2012) laat voldoende ruimte over om eigen beleid te voeren op het gebied van inkopen en aanbesteden. Het inkoop- en aanbestedingsbeleid waarborgt de naleving van wet- en regelgeving, een doelmatige inkoop en bestuurlijke integriteit. Het inkoopbeleid gaat uit van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur: openheid, objectiviteit en zorgvuldigheid. Door gebruik te maken van objectieve voorwaarden, kunnen gemeenten de keuze voor een leverancier verantwoorden. Deze helderheid biedt ook voordelen voor ondernemers, die weten waar ze aan toe zijn.

Veranderingen en ontwikkelingen
Voor de diensten van BIZOB is per 1 januari 2019 BTW verschuldigd. Deze komt voor rekening van de gemeente.

Risico's
Door deel te nemen aan BIZOB wordt het risico op juridische procedures door onjuiste inkoop- en aanbestedingstrajecten verkleind.

Afbreukrisico van geen deelname
De aansluiting bij BIZOB is een keuze voor continuïteit in organisatorische en personele zin voor de invulling van de inkoopfunctie. Naast het mislopen van de mogelijk gunstigere prijzen en/of hogere kwaliteit, ligt er een afbreukrisico op gebied van efficiencyverbetering, rechtmatigheid en een versterking van de expertise.

Alternatieven voor geen deelname
In plaats van aansluiting bij BIZOB kan ook gekozen worden voor het volledig intern invullen van de inkoopfunctie. Daarnaast kan een commercieel inkoopbureau worden ingehuurd om gelijksoortige ondersteuning te bieden.

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging
Het verzorgingsgebied van BIZOB is ingedeeld in vier regio's, te weten: 1. BOV en De Kempen; 2. Dommelvallei+ en A2; 3. Peelgemeenten; 4. Noordoost-Brabant en overig publiek (aangesloten organisaties niet zijnde gemeenten).

BIZOB is een stichting en wordt aangestuurd door de gemeenten. Vanuit elke aangesloten gemeente zit iemand in de Vergadering van Aangeslotenen. Het bestuur wordt gevormd door een afvaardiging van twee bestuurders per regio. Vanuit de Dommelvallei+ en A2 zijn dat wethouder H. van de Laar van gemeente Geldrop-Mierlo en burgemeester M. Oosterveer van gemeente Waalre. Daarnaast worden twee gemeentesecretarissen toegevoegd aan het bestuur, één uit de regio Noordoost en één uit de regio Zuidoost. Vanuit regio Zuidoost is dat gemeentesecretaris R. Franken  van gemeente Waalre.

Frequentie van terugkoppeling naar de raad
Incidenteel, afhankelijk van ontwikkelingen.

Samenwerkingsverband Taskforce-RIEC Brabant-Zeeland te Rijen.

Terug naar navigatie - Stichtingen en verenigingen - Samenwerkingsverband Taskforce-RIEC Brabant-Zeeland te Rijen.

Doel en openbaar belang
Het RIEC Oost -Brabant Regionaal Inlichtingen- en Expertise Centrum, voorheen Taskforce RIEC Brabant-Zeeland, is een samenwerkingsverband dat bestaat sinds 1 maart 2025 voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit tussen de politie, het OM, de belastingdienst, FIOD Inspectie SZW, Douane, IND, Kmar en gemeenten. (Voorheen werd er samengewerkt op schaal van Brabant-Zeeland).  De wettelijke basis van de samenwerking wordt gevormd door de eveneens op 1 maart 2025 ingevoerde wet gegevensverwerking samenwerkingsverbanden. Het doel van de samenwerking is het door middel van een bestuurlijke en geïntegreerde aanpak van georganiseerde criminaliteit waarbij zoel individuele daders als criminele samenwerkingsverbanden worden aangepakt. Daarnaast worden ook bestuursrechtelijke en fiscale middelen ingezet om deze vormen van misdaad te bestrijden.

Het RIEC Oost Brabant  werkt voor alle 32 gemeenten in Oost-Brabant. De financiering van het RIEC Oost Brabant wordt door alle gemeenten middels een vaste bijdrage en een bijdrage per inwoner gefinancierd. Daarnaast draagt de Provincie, de politie en het OM bij (de laatste twee in de vorm van capaciteit). 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij
De meerwaarde van een samenwerkingsverband zoals het RIEC Oost Brabant  is dat de kennis en kunde van de verschillende partijen in deze keten gebundeld wordt. Hiermee wordt de informatiepositie versterkt en kan men gebruik maken van de juiste interventies voor de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Op grond van de wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden kunnen gegevens en signalen met betrekking tot ondermijning tussen de aangesloten partners worden uitgewisseld en verder verrijkt.

Veranderingen en ontwikkelingen
Al enkele jaren wordt er gesproken over een ontvlechting van de RIEC's West Brabant en Zeeland en het RIEC Oost-Brabant. In 2023 en 2024 zijn hiervoor gesprekken gevoerd tussen vertegenwoordigers van alle betrokken partijen. Met ingang van  1 maart 2025  is de Taskforce RIEC Brabant-Zeeland ontbonden en gesplitst in het RIEC Oost Brabant en het RIEC West Brabant-Zeeland. 

Sinds 2019 is er een basisteam programmaleider actief voor basisteam Dommelstroom (Cranendonck, Heeze-Leende, Geldrop-Mierlo, Nuenen, Son en Breugel en Valkenswaard) om o.a. gemeenten, de politie en het OM te helpen bij de aanpak van ondermijning. Ook is in 2020 gestart met het Dommelstroom Interventie Team (DIT) waarmee ook op het gebied van controle en handhaving meer ingezet kan gaan worden op de aanpak van ondermijnende criminaliteit.

Risico's
Alle gemeenten in het werkgebied van het RIEC Oost Brabant zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de financiering hiervan. Zonder financiering van de gemeenten kan de aanpak hiervan niet verder vormgegeven worden.

Afbreukrisico van geen deelname
Als de gemeente besluit geen financiering meer ter beschikking te stellen aan het RIEC dan is de gemeente individueel verantwoordelijk voor de aanpak van ondermijnende criminaliteit. De aanpak van ondermijning is complex en er zijn vele spelers mee gemoeid. Juist de samenwerking en het feit dat er bij het RIEC expertise aanwezig is voor de aanpak van ondermijning heeft grote meerwaarde voor gemeenten. Het is een dusdanig complex en groot vraagstuk dat dit als individuele gemeente niet goed te realiseren is. Bovendien is het van belang om samen te werken met de partners en bij ondermijningscasusitiek de juiste instrumenten in te kunnen zetten (bestuurlijk, strafrechtelijk en fiscaal). Daarnaast is er m.n. in Brabant sprake van grootschalige ondermijnende criminaliteit o.a. op het gebied van drugshandel.

Alternatieven voor geen deelname
Als we niet meer zouden deelnemen aan het RIEC Oost Brabant betekent dit dat we zelf genoodzaakt zijn om acties op te zetten en uit te voeren. Hiervoor zou zeer veel ambtelijke capaciteit nodig zijn op verschillende gebieden (juridisch, financieel, bestuursrechtelijk etc.). Daarnaast moeten er nieuwe convenanten en samenwerkingsverbanden worden opgericht om de samenwerking vorm te geven omdat men bij de aanpak van ondermijning samenwerkt met veel partijen waaronder het OM, de politie, de belastingdienst, FIOD etc. In de praktijk zou dit vele malen duurder zijn. Ook zou er minder kwaliteit geleverd kunnen worden omdat er minder specialistische capaciteit beschikbaar zou zijn. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat onze gemeente achter gaat lopen bij de aanpak van ondermijnende criminaliteit.  

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging
De gemeenten in werkgebied Oost Brabant (Driehoek Uden, Oss, Helmond, Eindhoven ’s-Hertogenbosch) werken samen binnen het RIEC Oost-Brabant. In het basisteam Dommelstroom wordt de aanpak bestuurlijk aangestuurd vanuit de Lokale Stuurtafel ondermijning (LSO) met daarin de burgemeesters, politie, OM en belastingdienst). 

De gemeenten zijn vertegenwoordigd in het regionaal overleg Oost Brabant waarin over openbare orde en veiligheid wordt gesproken. Daarnaast is er de bestuurlijke regiegroep Oost Brabant. Uit elk basisteam neemt hieraan één Burgemeester deel. Burgemeester van Bree neemt als voorzitter van Driehoeksoverleg basisteam Dommelstroom deel aan de bestuurlijke regiegroep.

Frequentie van terugkoppeling naar de raad
De raad wordt bijgepraat door middel het actieplan ondermijning en het jaarverslag ondermijning Dommelstroom. Ook vindt er periodiek een themabijeenkomst plaats. 

Overig

Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE)

Terug naar navigatie - Overig - Stedelijk Gebied Eindhoven (SGE)

Doel en openbaar belang

De negen deelnemende gemeenten binnen het SGE werken samen om het woon- en leefklimaat voor onze inwoners te versterken en om een bloeiende economie en goed vestigingsklimaat te bevorderen.

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij
Het SGE is niet zozeer een verbonden partij, maar een samenwerkingsverband om gezamenlijk aan bovenlokale opgaven te werken op het vlak van wonen, economie en voorzieningen. We kijken bovendien overkoepelend naar hoe deze aandachtsvelden doorwerken in ruimtelijke vraagstukken. Gezamenlijk kunnen we meer realiseren dan alleen, op zo'n manier dat we daar allen lokaal baat bij hebben. Ook zorgen we door onze samenwerking ervoor dat we op een grotere schaal zaken organiseren die voor de inwoners en ondernemers van alle gemeenten bruikbaar zijn. Er wordt ingezet op complementariteit en het voorkomen van dubbellingen met de Metropoolregio Eindhoven.

Veranderingen en ontwikkelingen
Voor 2026 wordt een jaarprogramma uitgewerkt dat aansluit op de samenwerkingsagenda die in 2023 is vastgesteld. Naast deze inhoudelijke component, zal er ook worden gekeken naar hoe we meer synergie kunnen bereiken tussen de MRE en het SGE.

Risico's
De samenwerking is niet in een juridische constructie gegoten. Hierdoor blijven de raden hun bevoegdheden onverkort behouden. Dat betekent dat de negen afzonderlijke raden steeds een gelijkluidend besluit moeten nemen. Het is ook niet mogelijk om een deel van de agenda te accorderen.

Afbreukrisico van geen deelname
Niet deelnemen betekent dat de gemeente Geldrop-Mierlo zich buiten sluit in het stedelijk gebied en niet profiteert van de afspraken die met andere partners zijn/worden gemaakt.

Alternatieven voor geen deelname
Voor samenwerking op bovenlokale opgaven die op subregionale schaal spelen kan Geldrop-Mierlo het beste aangesloten zijn op het SGE. Andere subregionale netwerken kennen net andere opgaven en hebben een ander niveau van organisatie. 

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging
Er is een Bestuurlijk Platform voor het uitzetten van de lijnen binnen de samenwerking en er zijn portefeuillehoudersoverleggen op de thema's. Hierin wordt wanneer nodig de besluitvorming door de raden voorbereid. De beslissingsbevoegdheid ligt bij de gemeentebesturen. 

Frequentie van terugkoppeling naar de raad
De gemeentelijke vertegenwoordigers in het bestuurlijk platform en de portefeuillehoudersoverleggen geven van tijd tot tijd in de gemeenteraad de stand van zaken aan. Daarnaast worden er vanuit het SGE jaarlijks twee conferenties georganiseerd, waarop de raadsleden hun input voor de agenda van de samenwerking kunnen leveren.

Netwerksamenwerking middelgrote gemeenten Brabant (M7) en landelijk (M50)

Terug naar navigatie - Overig - Netwerksamenwerking middelgrote gemeenten Brabant (M7) en landelijk (M50)

Doel en openbaar belang
Het doel van de samenwerkingsverbanden Midstad Brabant en de M50 is om beter in te kunnen spelen op opgaven die in de betrokken gemeenten spelen en om de belangen van middelgrote gemeenten te behartigen op provinciaal en landelijk niveau. 

Algemene visie op en beleidsvoornemens omtrent inschakelen van de verbonden partij
Door gezamenlijk op te trekken kan beter worden ingespeeld op vraagstukken, kunnen de belangen van middelgrote gemeenten goed worden behartigd bij provincie en het Rijk en kan kennis worden uitgewisseld.

Veranderingen en ontwikkelingen
In 2024 is een structureel contact met de provincie tot stand gekomen. Dit wordt bestendigd en verdiept. 

Risico's
De effectiviteit van deelname aan deze netwerksamenwerking moet zich nog bewijzen. We evalueren dit en brengen eventuele verbeterpunten in de samenwerkingen in.

Afbreukrisico van geen deelname
De positie van Geldrop-Mierlo kan dan minder goed wordt versterkt.

Bestuurlijke betrokkenheid en vertegenwoordiging
De burgemeester neemt binnen beide netwerksamenwerkingen deel in het burgemeestersoverleg. Portefeuillehouders vertegenwoordigen de gemeente bij diverse bijeenkomsten over specifieke onderwerpen.

Frequentie van terugkoppeling naar de raad
Structureel jaarlijks driemaal (begroting, bestuursrapportage, rekening); daarnaast incidenteel, afhankelijk van ontwikkelingen.

Verbonden Partijen Realisatie Realisatie Realisatie Prognose Prognose Prognose Bijdrage Bijdrage
Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat Eigen vermogen Vreemd vermogen Resultaat
2024 2024 2024 2026 2026 2026 2025 2026
Gemeenschappelijke regeling
Metropoolregio Eindhoven (MRE) 20.596.792 21.827.448 628.743 11.984.208 14.503.432 0 659.755 680.836
Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB) 4.182.954 4.907.362 522.317 1.981.541 7.393.162 0 489.599 495.719
Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) onbekend onbekend onbekend 4.049.062 38.548.567 0 2.557.940 2.655.041
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Brabant Zuidoost (GGD) 7.746.082 29.551.111 1.464.210 3.915.000 27.411.000 0 3.216.611 3.356.798
Dienst Dommelvallei 1.194.274 3.161.429 504.924 332.000 3.925.000 0 8.498.288 8.497.472
Senzer 28.737.000 22.437.000 5.022.000 0 0 0 19.987.311 19.042.225
Cure Afvalbeheer 157.990 41.518.686 157.990 onbekend onbekend 0 879.660 868.715
Plusteam 0 0 307.189 0 0 0 2.316.608 2.490.332
Vennootschappen en coöperaties
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) 4.777.000.000 123.614.000.000 294.000.000 onbekend onbekend onbekend onbekend onbekend
Breedband Regio Eindhoven 5.902.371 2.827.340 719.918 onbekend onbekend onbekend geen dividenduitkering geen dividenduitkering
Stichtingen en verenigingen
Zorg- en Veiligheidshuis Brabant Zuidoost onbekend onbekend onbekend onbekend onbekend onbekend 96.550 96.550
Bureau Inkoop en aanbestedingen Zuidoost Brabant (BIZOB) 1.943.604 1.831.769 1.343.481 onbekend onbekend onbekend 216.152 271.988
Samenwerkingsverband Taskforce-RIEC Brabant-Zeeland n.v.t. n.v.t. 0 onbekend onbekend onbekend 96.550 96.550