Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf geeft een overzicht van de diverse lokale heffingen en belastingen op hoofdlijnen.

 

Vanaf 1-1-2024 is de uitvoering van de Wet WOZ en de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen met inbegrip van kwijtschelding via een dienstverleningsovereenkomst (DVO) onder gebracht bij de Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB). 
In dit licht zijn alle werkwijzen en processen beoordeeld. Het beeld van de Waarderingskamer was dat een aantal zaken verbeterd moest worden. De WOZ-waarden voldeden wel aan de wettelijk gestelde eisen, maar op onderdelen moest wel een verbetering doorgevoerd worden. Dit zat met name op afhandeling bezwaarschriften en beoordeling objectkenmerken.

 

Vervolgens werd in de eerste maanden van 2024 door de BSOB extra ingezet op afhandeling van bezwaarschriften. De achterstand werd weggewerkt, maar dit heeft wel een dubbel negatief effect gehad op de jaarrekening 2024. Er werden voor het aanslagjaar 2023 alsnog bezwaren toegekend wat voor die panden leidt tot een lagere WOZ-waarde voor 2023 maar ook voor 2024 en de jaren daarna.
Daarnaast werd in 2024 door de BSOB ingezet op de zogenaamde bestandsoptimalisatie. Er werden voor objecten (met name bouwterreinen en in aanbouw zijnde woningen en niet-woningen) alsnog aanslagen opgelegd.
Uiteraard moest voor de extra verrichte werkzaamheden van de BSOB (via Dienst Dommelvallei) betaald worden, maar dit zijn eenmalige kosten terwijl de doorgevoerde verbeteringen zorgen voor structurele meeropbrengsten.

 

De extra meeropbrengsten waren voor 2024 net zo hoog geraamd als de extra kosten. Uiteindelijk waren de werkelijke kosten iets lager dan geraamd. De meeropbrengsten waren 17% lager dan de werkelijke kosten. En de hierboven genoemde inhaalslag in de afhandeling van ingediende bezwaarschriften heeft ook een negatief effect gehad op de totale OZB-opbrengst.

 

De bestandsoptimalisatie is voor 80% gerealiseerd. De overige 20% wordt begin 2025 afgerond. 

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Bij het heffen en invorderen van belastingen zijn we onder meer gebonden aan:

  • de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR);
  • de Algemene wet bestuursrecht (Awb), (inclusief de algemene beginselen van behoorlijk bestuur);
  • de Invorderingswet 1990;
  • de Gemeentewet;
  • diverse uitvoeringsbesluiten.

 

De wet geeft duidelijke kaders aan voor de heffing, invordering en kwijtschelding van gemeentelijke belastingen.

 

Het tarievenbeleid is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • Geen algemene lastenstijging. De gemiddelde lasten voor de inwoners mogen niet meer toenemen dan de inflatiecorrectie. Lastenverzwaring voor inwoners blijft achterwege en indien enigszins mogelijk zullen we de tarieven van de gemeentelijke belastingen en/of leges verlagen;
  • Streven naar kostendekkendheid in de tariefstelling voor leges en retributies;
  • Het profijtbeginsel bij de overige heffingen hanteren.

 

In overeenstemming met deze beleidsuitgangspunten zijn de tarieven over 2024 als volgt aangepast:

  • Bij de OZB is 5,20% inflatiecorrectie toegepast. Bij de berekening van het tarief is rekening gehouden met de WOZ-waardeontwikkeling;
  • Afval: het vastrecht is verhoogd van € 144,96 naar € 190,68 en het variabele tarief voor de ledigingen is met gemiddeld 5,90% verhoogd ten opzichte van 2023.
  • Riolering: de tarieven bleven op het niveau van 2023. 
  • Toeristenbelasting: het tarief is met het inflatiepercentage van 5,2% verhoogd van € 1,46 naar € 1,54.
  • Hondenbelasting: het tarief voor de hondenbelasting is verhoogd met het inflatiepercentage van 5,20%.
  • Reclamebelasting: het tarief voor de reclamebelasting is verhoogd met het inflatiepercentage van 5,20%.
  • Leges: de tarieven zijn verhoogd met het inflatiepercentage van 5,20%.

 

Definitieve (formele) vaststelling van de diverse belastingtarieven heeft plaats gevonden door vaststelling van de belastingverordeningen tijdens de behandeling in de raadsvergadering van 11 december 2023.

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelastingen (OZB)

We heffen op grond van artikel 220 van de Gemeentewet twee directe belastingen op de onroerende zaken die binnen de gemeente liggen, de zogenaamde onroerendezaakbelastingen (OZB):

  • Een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;
  • Een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

 

De tarieven voor 2024 zijn bijgesteld aan de hand van de ontwikkeling van de nieuwe WOZ-waarden en er is een inflatiecorrectie van 5,20% toegepast.

Afvalstoffenheffing / reinigingsrechten

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing / reinigingsrechten

De gemeente is verplicht huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. Op grond van artikel 15.33 van de Wet milieubeheer en de Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten wordt afvalstoffenheffing geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente verplicht is huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. De tarieven van de afvalstoffenheffing zijn verdeeld in twee componenten:

Een vast deel: Hiertoe behoren kosten die niet in de invloedssfeer liggen van de individuele inwoners zoals de kosten van de milieustraat, glas-, papier- en plasticinzameling;
Een variabel deel: Het gaat hier om het zogenaamd “de vervuiler betaalt” principe; hoe vaker iemand zijn rest- en gft-afval aanbiedt, hoe hoger de kosten voor deze aanbieder zijn.

 

Reinigingsrechten worden geheven van niet-woningen (bedrijven) die hebben aangegeven gebruik te maken van de inzameldienst voor huishoudelijke afvalstoffen. Het betreft hier geen bedrijfsafval.

 

Er is in 2024 sprake van een tekort op de gesloten exploitatie afval. Dit tekort wordt ten laste van de algemene dienst gebracht omdat de voorziening afval nihil is. Hiervoor verwijzen wij u naar de tabel in het onderdeel 'kostendekkendheid rioolheffing en afvalstoffenheffing' en het analyse overzicht van de baten en lasten programma 5. 

 

In onderstaande tabel is te zien welke negatieve of positieve resultaten m.b.t. de gesloten exploitatie afval ten gunste of ten laste van de algemene dienst zijn gebracht. In het geval van negatieve resultaten was dit het geval wanneer de voorziening ontoereikend was om het tekort te dekken. 

Jaar Lasten afval ten laste van algemene dienst Baten afval ten gunste van algemene dienst Saldo
2017 4.886 0
2018 220.900 0
2019 339.577 0
2020 0 0
2021 0 204.000
2022 200.484 0
2023 203.605 0
2024 335.624 0

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet wordt een rioolheffing geheven. De rioolheffing wordt opgelegd aan de gebruiker van een perceel, van waaruit afvalwater direct of indirect via de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.

 

De kosten voor verbetering, vervanging, beheer en onderhoud van het rioolstelsel worden gedekt uit de rioolheffing. Deze belasting wordt geheven van de gebruikers van woningen en niet-woningen vanwege het lozen van afvalwater en hemelwater op de riolering. De in principe kostendekkende tarieven zijn gebaseerd op het Gemeentelijk Rioleringsplan 2023-2027.

 

Bij de invoering van de verbrede rioolheffing is de mogelijkheid geboden om naast de kosten van afvalwater ook de kosten van verwerking en afvoer van hemelwater in de rioolheffing te betrekken. Voor het afvoeren van hemelwater zijn en worden ook investeringen gedaan. Het afvalwater heeft een minimaal aandeel in de totale hoeveelheid water die verwerkt/afgevoerd wordt via de riolering. Het overgrote deel betreft hemelwater maar dit moet mede in relatie gezien worden tot het weer. In de komende jaren gaan we veel klimaat adaptieve maatregelen nemen. Hiervoor zijn grote investeringen vereist.

Kostendekkendheid rioolheffing en afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid rioolheffing en afvalstoffenheffing

Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording zijn gemeenten verplicht inzichtelijk te maken hoe bij de berekening van tarieven en heffingen wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden. De tarieven mogen dus hoogstens kostendekkend zijn. Daarnaast moeten we de beleidsuitgangspunten die ten grondslag liggen aan deze berekeningen vermelden en de manier waarop we deze uitgangspunten bij de tariefstellingen hanteren.
Met onderstaande tabel verantwoorden we of de heffingen (afvalstoffenheffing en rioolheffing) inderdaad kostendekkend zijn geweest, ofwel of de werkelijke baten de gerealiseerde lasten niet hebben overschreden. Per heffing worden de totale baten en lasten en het gerealiseerde kostendekkendheidspercentage weergegeven.

Dekkendheid rioolheffing 2024
Riolering taakveld 7.2
Beheer en onderhoud riolering 1.461.424
Kapitaallasten 1.175.629
Mutatie voorziening -795.736
Totaal kosten riolering taakveld 7.2 1.841.317
Toerekenbare kosten vanuit andere taakvelden
Overhead taakveld 0.4 296.333
Kwijtschelding taakveld 6.3 137.181
Straatreiniging taakveld 2.1 341.419
Watertaken taakveld 5.7 191.934
BTW taakveld 0.11* 1.276.802
Totaal toerekenbaar 2.243.669
Totaal lasten 4.084.986
Opbrengst rioolheffing taakveld 7.2 4.115.226
Overige opbrengsten taakveld 7.2 -30.240
Baten totaal taakved 7.2 4.084.986
Dekkendheidpercentage riool
* De omzetbelasting rekenen we conform artikel 229B van de Gemeentewet toe. Deze toerekening is het gevolg van de invoering van het Btw-compensatiefonds in 2003. Vanaf dat moment werd de Btw compensabel en werd tegelijkertijd het gemeentefonds hiervoor verlaagd.
Dekkendheid afvalstoffenheffing 2024
Afval taakveld 7.3
Lasten milieustraat 1.591.412
Lasten overige afvalstromen 4.125.493
Kapitaallasten 70.440
Mutatie voorziening afval 0
Totaal lasten afval taakveld 7.3 5.787.345
Toerekenbare lasten vanuit andere taakvelden
Overhead taakveld 0.4 122.892
Kwijtschelding taakveld 6.3 198.100
Straatreiniging taakveld 2.1 331.244
BTW taakveld 0.11* 1.017.546
Totaal toerekenbaar 1.669.782
Totaal lasten 7.457.127
Baten afvalstoffenheffing 4.980.722
Baten milieustraat 678.690
Baten overige afvalstromen 1.462.090
Totaal baten taakveld 7.3 7.121.502
Dekkendheidpercentage afval 96%
* De omzetbelasting rekenen we conform artikel 229B van de Gemeentewet toe. Deze toerekening is het gevolg van de invoering van het Btw-compensatiefonds in 2003. Vanaf dat moment werd de Btw compensabel en werd tegelijkertijd het gemeentefonds hiervoor verlaagd.

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Als de gemeente een bepaalde dienst levert kunnen daarvoor leges worden geheven. De raad stelt de tarieven jaarlijks vast in de Tarieventabel bij de Legesverordening. Net als riool- en afvalstoffenheffing moeten de tarieven dusdanig worden vastgesteld dat de geraamde baten niet boven de geraamde lasten uitkomen. Er mag geen winst gemaakt worden. Voor deze heffingen wordt gestreefd naar een 100% kostendekkend tarief. Bij de vaststelling van een aantal tarieven, zoals voor reisdocumenten, moet rekening gehouden worden met door het Rijk vastgestelde maximumtarieven.
De leges worden in principe jaarlijks verhoogd met de daarvoor geldende inflatiecorrectie.

Kostendekkendheid leges

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid leges

Op grond van het besluit van 5 maart 2016 in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) moeten gemeenten verplicht inzichtelijk maken dat de tarieven en heffingen hoogstens kostendekkend zijn. De geraamde baten mogen de geraamde lasten niet overschrijden.

Per hoofdstuk is hieronder de kostendekkendheid weergegeven op basis van de gerealiseerde baten en lasten. Hoofdstukken die niet zijn opgenomen in de plaatselijke legesverordening, zijn niet opgenomen in onderstaande tabel(len). Per titel in de legesverordening wordt gestreefd naar maximale kostendekkendheid, ondanks dat jurisprudentie de legesverordening als één geheel ziet en dus de legesverordening als geheel maximaal kostendekkend mag zijn. Tussen afzonderlijke hoofdstukken binnen een titel mag kruissubsidiëring worden toegepast. Opbrengsten uit leges van een bepaald hoofdstuk, mogen kosten binnen een ander hoofdstuk compenseren.

In onderstaande overzichten zijn per hoofdstuk en per titel de totale baten, de totale lasten en het kostendekkendheidspercentage weergegeven. De lasten zijn uitgesplitst in salaris, overhead en directe lasten. Hierbij is rekening gehouden met jurisprudentie over hetgeen wel en niet aan de leges mag worden toegerekend.

De salarislasten en overhead in titel 1 zijn toegerekend vanuit het taakveld 0.2 Burgerzaken. Op basis van de toegerekende salarislasten is het opslagpercentage voor de overhead bepaald.

Baten Salaris Overhead Lasten Percentage
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand -218.104 61.049 53.918 118.511 93%
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart -569.407 82.852 73.175 303.654 124%
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen -141.439 65.410 57.770 30.825 92%
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie persoonsgegevens -29.400 91.574 80.878 4.856 17%
Paragraaf 1.5 Bestuursstukken 0 4.361 3.852 0 0%
Paragraaf 1.6 Vastgoedinformatie 8 4.361 3.852 411 0%
Paragraaf 1.7 Overige publiekszaken -3.763 39.246 34.662 3.216 5%
Paragraaf 1.8 Gemeentearchief 0 0 0 0 0%
Paragraaf 1.9 Bijzondere wetten -63.532 52.328 46.216 2.315 63%
Paragraaf 1.10 Diversen -8.007 0 0 0 0%
Totaal hoofdstuk 1 -1.033.644 401.181 354.323 463.788 85%

De salarislasten en overhead in hoofdstuk 2 zijn (voornamelijk) toegerekend vanuit het taakveld 8.3 Wonen en Bouwen, waaronder de bouwvergunningen vallen. Ook hier is op basis van de toegerekende salarislasten de overhead bepaald. De baten en lasten binnen titel 2 van de legesverordening hebben voornamelijk betrekking op hoofdstuk 2 en 3, vandaar is vanwege de samenhang besloten alle lasten toe te rekenen aan hoofdstuk 3 binnen titel 2 en is dit niet verder uitgesplitst.

Baten Salaris Overhead Lasten Percentage
Hoofdstuk 2 Dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen 0 0 0 0 0%
Paragraaf 2.2 Voorfase 0 0 0 109.616 0%
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken -478.032 390.912 345.253 0 65%
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed 0 0 0 13.541 0%
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten 0 0 0 9.987 0%
Paragraaf 2.6 Lozingsactiviteiten 0 0 0 0 0%
Paragraaf 2.7 Aanlegactiviteiten 0 0 0 0 0%
Paragraaf 2.8 Overige activiteiten 0 0 0 0 0%
Paragraaf 2.9 Maatwerkvoorschriften 0 0 0 0 0%
Paragraaf 2.10 Gelijkwaardigheid 0 0 0 0 0%
Paragraaf 2.11 Overige tarieven 0 0 0 20.071 0%
Paragraaf 2.12 Modaliteiten 0 0 0 0 0%
Paragraaf 2.13 Vermindering 0 0 0 0 0%
Paragraaf 2.14 Teruggaaf 0 0 0 0 0%
Totaal hoofdstuk 2 -478.032 390.912 345.253 153.215 54%

De salarislasten en overhead in hoofdstuk 3 zijn voornamelijk toegerekend vanuit het taakveld 0.2 Burgerzaken.

Baten Salaris Overhead Lasten Percentage
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2
Paragraaf 3.1 Horeca -3.162 4.361 3.852 0 38%
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven 0 0 0 0 0%
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet 0 4.361 3.852 0 0%
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement of markt 0 21.803 19.256 0 0%
Paragraaf 3.5 Standplaatsen 0 4.361 3.852 0 0%
Paragraaf 3.6 Huisvestingswet 2014 [en Wet goed verhuurderschap] 0 0 0 0 0%
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit 0 0 0 0 0%
Totaal hoofdstuk 3 -3.162 34.886 30.812 0 5%

Parkeerbelasting

Terug naar navigatie - Parkeerbelasting

De parkeerbelasting is van toepassing op het centrum van Geldrop. De werkelijke opbrengst in 2024 bedroeg € 351.000,-. Dit is het totaal van parkeergelden (€ 341.000,-), en de naheffingsaanslagen (€ 10.000,-).

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Toeristenbelasting

Toeristenbelasting wordt geheven van diegene die mensen tegen vergoeding laat overnachten. Het geldt alleen als de persoon die hier verblijft geen inwoner van de gemeente is. In 2024 is het tarief € 1,54 per persoon per overnachting). De opbrengsten uit toeristenbelasting in 2024 bedragen € 607.000,-.

Lijkbezorgingsrechten

Terug naar navigatie - Lijkbezorgingsrechten

Een klein deel van de begraafplaats ’t Zand in Geldrop is de algemene begraafplaats van de gemeente. De ontvangen lijkbezorgingsrechten hebben betrekking op deze begraafplaats en bedragen in 2024 € 7.000,-.

Hondenbelasting

Terug naar navigatie - Hondenbelasting

De opbrengst uit hondenbelasting wordt ingezet voor de uitgaven hondenbeleid en handhaving hondenbeleid. Aan het einde van het jaar wordt het overschot of het tekort op de inkomsten verrekend met de reserve Hondenbeleid. Wanneer de inkomsten hoger zijn geweest dan de uitgaven in een bepaald jaar, dit wordt toegevoegd aan de reserve en andersom. De tarieven voor 2024 zijn ten opzichte van 2023 verhoogd met het inflatiepercentage van 5,2%. De opbrengsten uit hondenbelasting zijn in 2024 € 242.000,-.

Reclamebelasting

Terug naar navigatie - Reclamebelasting

Reclamebelasting wordt geheven in de vastgestelde centrumgebieden ten behoeve van de voeding van het ondernemersfonds. Het tarief van de reclamebelasting is in 2024 verhoogd met de inflatiecorrectie (5,2%). De opbrengsten uit reclamebelasting zijn in 2024 € 117.000,-.

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

Als mensen de verschuldigde belasting niet kunnen betalen (of met buitengewoon bezwaar), komen zij wellicht in aanmerking voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding. In het kader van de administratieve lastenverlichting voor de inwoners, toetsen we bij het inlichtingenbureau indien eerder kwijtschelding verleend is of er geen belemmering is voor het verlenen van automatische kwijtschelding. Bij geen belemmering verlenen we automatische kwijtschelding.
De kwijtscheldingsregels zijn vastgelegd in de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. De gemeente heeft, als gevolg van artikel 255 van de Gemeentewet, slechts op 2 onderdelen beleidsvrijheid:

  • De raad kan bepalen dat er helemaal geen dan wel gedeeltelijke kwijtschelding wordt verleend.
  • De raad kan regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de kosten van bestaan in aanmerking worden genomen die er toe leiden dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend.


Op grond van het laatste onderdeel heeft de gemeente gekozen voor het voor 100% meenemen van de kosten van bestaan.
Kwijtschelding kan worden aangevraagd voor de volgende heffingen:

  • OZB;
  • Afvalstoffenheffing;
  • Rioolheffing.

Overzicht tarieven

Terug naar navigatie - Overzicht tarieven
2022 2023 2024
OZB eigenaar woning 0,0756% 0,0645% 0,0659%
OZB eigenaar niet-woning 0,1792% 0,1787% 0,1834%
OZB gebruiker niet-woning 0,1456% 0,1452% 0,1490%
Afvalstoffenheffing vastrecht (per jaar) 137,40 144,96 190,68
Afvalstoffenheffing 80 liter restafval 5,49 5,59 5,92
Afvalstoffenheffing 140 liter restafval 9,30 9,48 10,04
Afvalstoffenheffing 240 liter restafval 14,94 15,23 16,13
Afvalstoffenheffing 25 liter ondergronds 1,94 1,97 2,09
Afvalstoffenheffing 40 liter ondergronds 3,19 3,25 3,44
Afvalstoffenheffing 80 liter gft-afval 2,82 2,88 3,04
Afvalstoffenheffing 140 liter gft-afval 4,81 4,90 5,19
Afvalstoffenheffing 240 liter gft-afval 7,78 7,93 8,40
Rioolheffing < 200 m3 199,20 199,20 199,20
Rioolheffing > 200 m3 t/m 500 m3 265,80 265,80 265,80
Rioolheffing > 500 m3 265,80 265,80 265,80
Toeristenbelasting 1,46 1,46 1,54
Hondenbelasting per hond 51,72 52,80 55,44
Hondenbelasting per kennel 219,48 223,80 235,44

Vergelijking buurgemeenten

Terug naar navigatie - Vergelijking buurgemeenten

In onderstaande tabel worden de eenheden gebruikt die het COELO toepast voor het bepalen van de woonlasten. Onderstaande tabel geeft inzicht in de gegevens over 2024 (afgerond op hele euro's).

Son en Breugel Nuenen Eindhoven Best Geldrop-Mierlo
OZB eigenaar woning 0,0770% 0,1058% 0,0937% 0,0804% 0,0659%
OZB eigenaar niet-woning 0,1966% 0,2436% 0,2961% 0,2171% 0,1834%
OZB gebruiker niet-woning 0,1644% 0,1955% 0,2092% 0,1718% 0,1490%
Afvalstoffenheffing (*) (meerpers.huishouden) 335 303 322 369 358
Rioolheffing 210 207 192 190 199

(*): Diftar gemeenten worden door het COELO berekend op basis van vastrecht plus een gemiddeld aantal ledigingen (18 maal een grijze container van 140 liter en 7 maal een groene container van 140 liter). De aantallen van het COELO zijn gebaseerd op een landelijk gemiddelde. In de meeste diftar gemeenten is het gemiddelde aantal ledigingen vaak lager (zie hieronder bij Ontwikkeling lokale lastendruk).

Ontwikkeling lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Ontwikkeling lokale lastendruk

De gemeentelijke woonlasten bestaan uit de OZB (voor eigenaren), afvalstoffenheffing en rioolheffing. Onderstaande tabel geeft de omvang van de lokale woonlasten voor een gemiddeld huishouden in de gemeente Geldrop-Mierlo aan. Voor afvalstoffenheffing is hierbij als aanname gehanteerd: 9 ledigingen restafval van 140 liter en 4 ledigingen gft-afval van 140 liter.

Jaar 2022 2023 2024
WOZ-waarde 305.000 350.000 360.500
Wijziging WOZ-waarde 10,91% 15,00% 3,00%
OZB 231 226 238
Afvalstoffenheffing 240 250 302
Rioolheffing 199 199 199
Totaal 670 675 739
Lastenontwikkeling 3,55% 0,75% 9,48%