De paragraaf financiering in de begroting en de jaarstukken is in het BBV en in de wet Fido verplicht gesteld. Financiering is de manier waarop wij de benodigde geldmiddelen aantrekken en (tijdelijke) overtollige geldmiddelen beleggen. Dit gebeurt binnen de wettelijke kaders van het BBV en de wet Fido. Naast deze wetgeving geldt voor de gemeente een Treasurystatuut. Dit statuut bevat regels om de financieringsfunctie te sturen, beheersen en controleren. De bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-. Door de afronding op duizendtallen kunnen er afrondingsverschillen ontstaan.
Conform het nieuwe BBV moet deze paragraaf inzicht geven in de rentelasten en -baten, het renteresultaat, de financieringsbehoefte en de wijze waarop rente wordt toegerekend aan investeringen, grondexploitaties en projecten. Toerekening aan de taakvelden is gedaan met de rentepercentages die hieronder zijn genoemd.
Financiering
Interne- en externe ontwikkelingen
Terug naar navigatie - Interne- en externe ontwikkelingenDe ECB heeft in 2022 een ruim monetair beleid gevoerd en de rentetarieven zijn laag gebleven.
De EMU-tekortruimte voor gemeenten in 2022 is vastgesteld op -/- 0,27% BBP.
Omschrijving | 2022 | |
1 | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves | 2.840 |
2 | Mutatie (im)materiële vaste activa | -3.005 |
3 | Mutatie voorzieningen | 873 |
4 | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | 1.914 |
5 | Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa | 0 |
EMU-saldo | 2.622 |
De renteberekening voor activa mag conform BBV 25% afwijken op basis van begroting en werkelijkheid. De bouwgrondexploitaties wordt bij de jaarrekening op werkelijke basis toegerekend.
Renteschema | Begroting | Realisatie |
Bespaarde rente over voorziening verliesgevende complexen bouwgrond | 2,00% | 2,00% |
Rente grondexploitatie | 0,09% | 0,67% |
Rente activa afgerond | 0,50% | 0,40% |
In onderstaand schema is het renteresultaat berekend op basis van de wettelijke voorschriften.
Renteresultaat
Stap | Renteschema | 2022 | Totaal 2022 |
De externe rentelasten over de korte en lange financiering | 731 | ||
De externe rentebaten | -159 | ||
1 | Saldo rentelasten en rentebaten | 572 | |
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | -134 | ||
De rentebaten van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | -22 | ||
De rentelasten van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | 18 | ||
2 | Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | -139 | |
3 | Rente over eigen vermogen | 0 | |
3 | Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) | 4 | |
4 | Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente (1+2+3) | 438 | |
5 | De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | -480 | |
Renteresultaat op het taakveld treasury (4+5) | -42 |
Het genoemde renteresultaat komt terug op het taakveld Treasury, maar is niet het enige resultaat op dat taakveld. Ook bijvoorbeeld ontvangen dividend wordt geraamd op het taakveld, maar maakt geen onderdeel uit van het renteschema.
Financieringsbehoefte
Terug naar navigatie - FinancieringsbehoefteBeleidsvoornemen financiering.
Het beleid van 2022 is erop gericht om de financieringsbehoefte af te dekken met kortlopende financiering omdat de rente op de kortlopende middelen lager is dan de rente op langlopende middelen. We houden daarbij rekening met de kasgeldlimiet, die bepaalt dat de gemiddelde vlottende schuld, over 3 maanden gezien, niet boven de 8,5% van het begrotingstotaal mag uitkomen.
Liquiditeit
Terug naar navigatie - LiquiditeitIn 2022 zijn de liquide middelen met kasgeldleningen gefinancierd.
Renterisicobeheer
Terug naar navigatie - RenterisicobeheerDe overheid heeft twee instrumenten bepaald voor het toetsen van het renterisico, namelijk: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet vormt de bovengrens waarmee een tijdelijk liquiditeitstekort gefinancierd kan en mag worden met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). Als het liquiditeitstekort een structureel karakter draagt, moet er een langlopende geldlening worden aangetrokken. Indien voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden, moet de toezichthouder hiervan op de hoogte worden gesteld, en moet de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring worden voorgelegd aan de toezichthouder. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal.
Stap | Omschrijving | Kwartaal 1 | Kwartaal 2 | Kwartaal 3 | Kwartaal 4 |
Bepalen toegestane kasgeldlimiet | |||||
Omvang begrotingstotaal | 114.669 | 114.669 | 114.669 | 114.669 | |
Percentage regeling | 8,50% | 8,50% | 8,50% | 8,50% | |
1 | Toegestane kasgeldlimiet | 9.747 | 9.747 | 9.747 | 9.747 |
Vlottende korte schuld | |||||
Opgenomen gelden korter dan 1 jaar | 4.667 | 5.000 | 667 | 3.000 | |
Schuld in rekening courant | 0 | 0 | 500 | 104 | |
Gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar | 120 | 124 | 131 | 130 | |
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld | 0 | 0 | 0 | 0 | |
2 | Totaal vlottende korte schuld | 4.787 | 5.124 | 1.298 | 3.234 |
Vlottende middelen | |||||
Contante gelden in kas | 6 | 8 | 15 | 16 | |
Tegoeden in rekening courant | 2.534 | 4.263 | 668 | 744 | |
Overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3 | Totaal vlottende middelen | 2.540 | 4.271 | 683 | 760 |
4 | Totaal netto vlottende schuld (2-3) | 2.247 | 854 | 615 | 2.474 |
Ruimte (+) / Overschrijdingen (-) (1-4) | 7.500 | 8.893 | 9.132 | 7.273 |
Renterisiconorm
De renterisiconorm stelt een grens aan het te lopen renterisico op de vaste schuld. De risiconorm houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het begrotingstotaal (zie tabel hieronder).
Stap | Omschrijving | Begroting | Begroting na wijziging |
1 | Renteherzieningen | 0 | 0 |
2 | Aflossingen | 2.832 | 2.832 |
3 (1+2) | Renterisico | 2.832 | 2.832 |
4 | Begrotingstotaal 2021 | 114.669 | 146.586 |
5 | Percentage regeling | 20% | 0% |
6 (4 x 5) | Renterisiconorm | 22.934 | 29.317 |
7 | Ruimte(+)/Overschrijdingen(-) | 20.102 | 26.486 |
Kredietrisicobeheer
Terug naar navigatie - KredietrisicobeheerKredietrisicobeheer is het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij.
De gemeente heeft in beperkte mate te maken met kredietrisico’s. Deze hebben onder andere betrekking op de verstrekte leningen in het kader van de publieke taak, zoals de startersleningen. Deze leningen zijn afgesloten onder Nationale Hypotheek Garantie. Dit betekent dat de aflossing bij gedwongen verkoop altijd gegarandeerd is.
Leningenportefeuille
Terug naar navigatie - LeningenportefeuilleEen belangrijk onderdeel van het financieringsbeleid vormt de omvang, flexibiliteit, gemiddelde looptijd en rentegevoeligheid van de leningenportefeuille. De leningenportefeuille van de gemeente ziet als volgt uit:
Opgenomen langlopende leningen | ||||||
Leningverstrekker | Looptijd van | Looptijd t/m | Rente | Oorspronkelijk | 1-1-2022 | 31-12-2022 |
BNG | 2020 | 2025 | -0,10% | 25.000 | 25.000 | 25.000 |
Prov. NB | 2018 | 2033 | 1,13% | 1.211 | 985 | 908 |
Prov. NB | 2018 | 2033 | 1,18% | 908 | 75 | 69 |
Prov. NB | 2019 | 2034 | 1,28% | 606 | 531 | 494 |
BNG | 2020 | 2040 | 0,23% | 54.215 | 51.505 | 48.794 |
Totaal | 81.941 | 78.096 | 75.264 |