Voor wat betreft het beleid over weerstandsvermogen en risicobeheersing hanteren we de uitgangspunten van de 'Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen'.
Als laatste worden de financiële kengetallen gepresenteerd.
In de raadsvergadering van 26 november 2012 heeft de raad de ‘Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen’ vastgesteld. De beleidsconclusies hieruit zijn:
In veel gevallen kunnen we de exacte waarde van een risico niet bepalen. Om de risico's toch te kwantificeren werken we met klassengemiddelden. Deze klassengemiddelden leiden tot de financiële gevolgen in de onderstaande tabel. De risicowaarde bepalen we vervolgens aan de hand van de volgende berekening:
Risicowaarde (€) = Kans (%) x Gevolg (€)
Het totaal aan risicowaarden vormt de benodigde weerstandscapaciteit. Omdat niet alle risico’s zich tegelijk manifesteren rekenen we hierbij met een zekerheidspercentage van 90%.
Hoewel zorgvuldig is geprobeerd om alle risico’s in beeld te brengen, kan het voorkomen dat een risico niet is opgenomen. Risicomanagement is een dynamisch proces en voortschrijdend inzicht zorgt voor een steeds vollediger beeld.
Het is onmogelijk en onwenselijk om te sturen op alle geïdentificeerde risico’s. Door de risico’s te kwantificeren wordt de lijst geordend. Op deze manier ligt de focus op de risico’s die de grootste impact op de organisatie hebben. Zowel de kans dat een risico zich manifesteert als de impact die het risico met zich meebrengt moet worden bepaald.
Er wordt een inschatting gemaakt van de waarschijnlijkheid dat het risico daadwerkelijk optreedt. Vervolgens wordt een inschatting gemaakt van het bedrag dat de gemeente kwijt is indien het risico optreedt. Het kwantificeren van risico’s is een proces van taxeren en inschatten en heeft daarmee altijd in bepaalde mate een subjectief karakter.
Risico (bepaling risicowaarde) | Risicowaarde jaarrekening 2023 | Risicowaarde begroting 2024 | Risicowaarde jaarrekening 2022 |
---|---|---|---|
1) Wmo/Jeugd (exact bedrag) | 2.500.000 | 1.000.000 | 245.000 |
Wmo en Jeugd zijn open-einde regelingen. Door een mogelijke toename van het aantal aanvragen en/of een andere soort zorginzet bestaat het risico dat het budget wordt overschreden. | |||
2) Cyberrisico's (50% x € 750.000) | 375.000 | 545.000 | 545.000 |
Het dreigingsbeeld Informatiebeveiliging Nederlandse Gemeenten (IBD) is hét handvat om informatiebeveiliging up-to-date te houden. Het geeft inzicht in de belangrijkste bedreigingen en ontwikkelingen en adviseert over prioriteiten. In het dreigingsbeeld 2023-2024 concludeert de IBD onder andere dat er: - meer ransomware met destructieve gevolgen voorkomt; - steeds meer en ernstigere kwetsbaarheden in software voorkomen; - gevaren die voorkomen in de keten uit het zicht zijn. Cyberrisico’s hebben impact en kunnen leiden tot reputatie- en imagoschade. Ook Geldrop-Mierlo heeft waardevolle informatie te verliezen of kan schade lijden als informatie niet meer beschikbaar is. | |||
3) Algemene uitkering gemeentefonds (70% x € 350.000) | 245.000 | 245.000 | 245.000 |
Via circulaires wordt de gemeente 2 maal per jaar geconfronteerd met aanpassingen vanuit het gemeentefonds. In 2022 is besloten om 2 belangrijke wijzigingen in de indexering van de algemene uitkering door te voeren. Ten eerste zal vanaf 2026 niet langer via de normeringssystematiek ('samen de trap op, samen de trap af') geïndexeerd worden. Daarmee vervalt de koppeling aan de rijksuitgaven. Het accres wordt wel bijgesteld als gevolg van jaarlijkse loon- en prijsontwikkelingen. Ten tweede geldt dat het volumedeel van het accres voor de periode tot en met 2025 is vastgezet op de stand van de meicirculaire 2022. Door het vastzetten van het volumedeel van het accres zijn er bij zowel het Rijk als de gemeenten veel minder budgettaire schommelingen dan voorheen. Dit betekent dat de accresstanden voor deze jaren slechts nog wijzigingen als gevolg van loon- en prijsontwikkelingen. Het verdeelmodel zal nog verder verbeterd worden. Hiertoe is een onderzoekagenda opgesteld. Deze onderzoekagenda bevat onderzoeken naar de maatstaf centrumfunctie (stapeling problematiek sociaal domein), naar de Overige Eigen Middelen (OEM) en naar de maatstaf eenpersoonshuishoudens. De eerste twee onderzoeken (centrumfunctie/stapeling problematiek sociaal domein en de Overige Eigen Middelen) zijn inmiddels opgestart en de uitkomsten worden in 2024 verwacht. Het onderzoek naar de maatstaf eenpersoonshuishoudens is inmiddels afgerond en dat geeft op dit moment geen aanleiding voor aanpassingen van het verdeelmodel. De schommelingen in de algemene uitkering kunnen problemen veroorzaken voor het sluitend krijgen van de begroting. Op de hoogte van de algemene uitkering kan geen invloed worden uitgeoefend. | |||
4) Continuïteit bedrijfsvoering (50% x € 350.000) | 175.000 | - | - |
Er is een aantal factoren dat een risico vormt voor de continuïteit van de bedrijfsvoering, zoals: moeilijk kunnen invullen van vacatures a.g.v. krapte op de arbeidsmarkt, (lang) thuis werken, werkdruk, personele wisselingen, ziekteverzuim, inzet van externen. Deze risico's kunnen leiden tot vertraging in de bedrijfsvoering. Daarnaast kan het leiden tot hogere kosten door externe inhuur. | |||
5) Inkoop (50% x € 350.000) | 175.000 | 175.000 | 175.000 |
- Als gevolg van het niet juist hanteren van de aanbestedingsplicht kan een marktpartij rechtsmiddelen aanwenden tegen een gunningsbesluit. Dit leidt tot een vertraging met financiële en juridische gevolgen; - Niet rechtmatige inkopen kunnen bovendien leiden tot een afkeurende verklaring (rechtmatigheid) bij de jaarrekening. Hierdoor bestaat de kans op negatieve publiciteit; - Contracten kunnen stilzwijgend verlengd worden tegen ongunstige voorwaarden. Of door het niet bundelen van opdrachten worden besparingsmogelijkheden niet benut. | |||
6) Grondbedrijf (exact bedrag) | 152.598 | - | - |
De reserve grond is op dit moment voldoende om risico's op te vangen. Zie hiervoor de paragraaf grondbeleid. Vanaf een weerstandsvermogen <35% dient 50% van het tekort vanuit de algemene dienst bijgestort te worden. | |||
7) GR Dienst Dommelvallei (exact bedrag) | 147.960 | 156.600 | 156.600 |
De samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering en dienstverlening verloopt via de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Dommelvallei. Omdat Dienst Dommelvallei geen eigen reserves heeft, wordt het totaal van de risico's van de dienst via de verdeelsleutel belegd bij de drie deelnemende gemeenten. | |||
8) GR GGD Brabant Zuidoost (exact bedrag) | 119.178 | 94.483 | 94.483 |
De Gemeenschappelijke Regeling GGD Brabant Zuidoost heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de publieke gezondheidszorg en de ambulancezorg. Op basis van de begroting wordt financieel bijgedragen. Het onafgedekte risico, zijnde € 2.350.000, dient te worden op genomen in de eigen risicoparagraaf van de deelnemende gemeentes, herrekend naar de risicowaarde per gemeente. | |||
9) GR Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (exact bedrag) | 116.037 | - | - |
Op basis van de gekwantificeerde actuele risico’s is de benodigde weerstandscapaciteit bepaald op € 4.717.500. De benodigde weerstandscapaciteit ligt boven het weerstandsvermogen van € 2.000.000. Indien risico’s zich daadwerkelijk voordoen en het beschikbare vermogen overschrijden, zal VRBZO terugvallen op de gemeenten in de gemeenschappelijke regeling om de kosten te dekken. | |||
10) Belastingaangifte (30% x € 350.000) | 105.000 | 105.000 | 105.000 |
De gemeente is aansprakelijk voor fouten in loonbelastingopgaves, BTW aangiften, opgave BTW compensatiefonds en de WKR. Bovendien kan de gemeente aansprakelijk worden gesteld voor belastingschulden van andere bedrijven op basis van inleners of ketenaansprakelijkheid. | |||
Subtotaal top 10 | 4.110.773 | ||
Overige risico's | 779.200 | ||
Totaal | 4.889.973 | ||
Totaal o.b.v. zekerheidspercentage (90%) | 4.400.976 |
Ten opzichte van de begroting 2024 is de totale risicowaarde met € 1.862.819,- toegenomen. Vooral de risicowaarde van Wmo/Jeugd is fors toegenomen. Daarnaast is een aantal risico's van gemeenschappelijke regelingen opgenomen, omdat het eigen vermogen van de gemeenschappelijke regeling onvoldoende is om de eigen risico's af te dekken.
Tot deze jaarrekening was het risico Cyberrisico's gesplitst in twee verschillende risico's. Namelijk interne- en externe gevolgen. De splitsing zorgde voor onduidelijkheid, omdat de aanleiding voor beide risico's gelijk was. Bovendien worden in het nieuwe dreigingsbeeld van de IBD alle gevolgen benoemd, waardoor de splitsing niet meer nodig is.
De beschikbare weerstandscapaciteit is de verzamelterm van al die bronnen waaruit niet voorziene financiële tegenvallers bekostigd kunnen worden.
Incidentele weerstandscapaciteit | Jaarrekening 2023 |
---|---|
Algemene reserve | 11.181.275 |
Vrij aanwendbare bestemmingsreserves | 972.073 |
Stille reserves | 0 |
Structurele weerstandscapaciteit | |
Post onvoorzien | 57.500 |
Totale weerstandscapaciteit | 12.210.848 |
Er wordt uitgegaan van een gewenste minimale score voor de ratio weerstandsvermogen van ‘voldoende’ (ratio ≥ 1). Deze verhouding wordt als volgt bepaald:
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit/Benodigde weerstandscapaciteit
€ 12.210.848 / € 4.400.976 = 2,77
Wij concluderen dat het weerstandsvermogen van de gemeente met een weerstandsratio van 2,77 goed is.
Ontwikkeling weerstandsvermogen
De onderstaande grafiek laat de ontwikkeling van de weerstandsratio zien, inclusief de prognose voor de komende jaren. Voor de prognose gaan we uit van gelijk blijvende benodigde weerstandscapaciteit. Voor de beschikbare weerstandscapaciteit gaan we uit van de meerjarenramingen.
Met een weerstandsratio van 2,77 is het weerstandsvermogen van Geldrop-Mierlo goed. Ook voor de komende jaren blijft de ratio op een goed niveau gehandhaafd.
Kengetallen geven inzicht in bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen bijdragen aan het beoordelen van de financiële positie van de gemeente. De combinatie van de kengetallen geven een indicatie over de financiële positie van de gemeente. Daarnaast bieden kengetallen de mogelijkheid om gemeenten onderling te vergelijken.
Een individueel kengetal zegt weinig over hoe de financiële positie van de gemeente moet worden beoordeeld. De kengetallen moeten in samenhang bekeken worden, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een beeld geven van de financiële positie van de gemeente.
Een kengetal, of de ontwikkeling van een kengetal, is een weerspiegeling van het gevoerde beleid. Voor de provincie als toezichthouder hebben de kengetallen een signaleringswaarde. Ze kunnen worden betrokken bij het krijgen van een completer inzicht in de financiële situatie en risicopositie van een gemeente.
De volgende financiële kengetallen moeten in de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen worden:
De toezichthouder hanteert geen normering, maar maakt gebruik van onderstaande signaleringswaarden.
Waarderingscijfer | Minst risicovol | Neutraal | Meest risicovol |
---|---|---|---|
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | <90 | 90-130 | >130 |
Solvabiliteitsratio | >50 | 20-50 | <20 |
Grondexploitatie | <20 | 20-35 | >35 |
Structurele exploitatieruimte | >0 | 0 | <0 |
Belastingcapaciteit | <95 | 95-105 | >105 |
Zie voor de onderlinge verhouding van de kengetallen bij conclusie.
Uitgangspunten
Voor de kolommen realisatie is uitgegaan van de balans zoals opgenomen in de betreffende jaarrekening. De kengetallen voor de begroting 2023 zijn afkomstig uit de meerjarenbegroting 2023-2026. De kengetallen voor de begroting 2024 tot en met 2026 zijn afkomstig uit de meerjarenbegroting 2024-2027.
Omschrijving | Realisatie | Begroting | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
Netto schuldquote | 85% | 74% | 76% | 74% | 96% | 101% | 93% | |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 77% | 67% | 68% | 72% | 87% | 93% | 84% | |
Solvabiliteitsratio | 27% | 28% | 27% | 28% | 24% | 24% | 24% | |
Grondexploitatie | 20% | 16% | 17% | 15% | 17% | 11% | -3% | |
Structurele exploitatieruimte | 2% | 6% | 5% | 3% | 0% | 2% | -1% | |
Belastingcapaciteit | 83% | 83% | 74% | 75% | 82% | 82% | 82% |
Hieronder volgt per kengetal een korte toelichting.
Netto schuldquote (zowel gecorrigeerd als niet gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen)
Zoals blijkt uit bovenstaande grafiek is de netto schuldquote nagenoeg gelijk aan wat in de begroting was voorzien. Wanneer dit kengetal wordt gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen is dit niet het geval. Dat komt omdat er geen langlopende leningen zijn aangetrokken in 2023, in tegenstelling tot de verwachting.
Solvabiliteitsratio
Het negatieve jaarrekeningresultaat zorgt ervoor dat de ratio licht lager is dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt door het hoger balanstotaal.
Grondexploitatie
Zoals blijkt uit bovenstaande grafiek is het kengetal bij de realisatie nagenoeg gelijk aan de begroting.
Structurele exploitatieruimte
Er is een positief structureel exploitatiesaldo gerealiseerd in 2023.
Belastingcapaciteit
Het landelijk gemiddelde van het kengetal voor de belastingcapaciteit wordt jaarlijks op 100% gesteld. Door de niet sluitende begrotingen was het de afgelopen jaren noodzakelijk om de OZB te verhogen. Daarnaast zijn de kosten van afval gestegen waardoor die heffing ook verhoogd is. Ondanks deze verhoging blijft de belastingdruk in Geldrop-Mierlo onder het landelijke gemiddelde.
Netto schuldquote
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van een gemeente.
Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Indien gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor een (toekomstige) woningbouwproject hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de verkochte gronden kan immers de schuld worden afgelost.
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar deze kan worden opgevangen of dat er ruimte is voor nieuw beleid. Om deze ruimte weer te kunnen geven is een ijkpunt nodig. In dit geval landelijk gemiddelde tarieven.
Voor de gemeenten wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Naast de OZB wordt tevens gekeken naar de riool- en afvalstoffenheffing omdat de heffing niet kostendekkend hoeft te zijn, maar ook lager mag worden vastgesteld. Voor de provincies wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van het gemiddelde landelijke gehanteerde tarief voor de opcenten.