Verloop begrotingssaldo
Verloop begrotingssaldo
Het college heeft het saldo uit de vorige begroting als startpunt gebruikt voor het opstellen van de voorliggende meerjarenbegroting.
Vervolgens is de begroting op een aantal onderdelen herrekend, zoals het overzicht van investeringen, het overzicht van reserves en voorzieningen, rente, salarissen en de verdeling van directe salariskosten over taakvelden. Dit zijn autonome ontwikkelingen. Het gaat om een "herijking" van de budgetten bestaand beleid.
Daarnaast zijn er beleidsaanpassingen, voorstellen van het college aan de raad over nieuw beleid. Deze voorstellen zijn afzonderlijk toegelicht en staan aan het einde van elke programmabeschrijving vermeld bij het onderdeel "Vraag naar extra geld (nieuw beleid)". Tevens is dit weergegeven in één overzicht, op het activiteitenplan. Dit staat in de financiële begroting, onderdeel van "Uiteenzetting van de financiële positie". Hierin is ook het onderscheid zichtbaar tussen wenselijk nieuw beleid, wettelijke verplichting nieuw beleid en knelpunten bestaand beleid.
Verloop begrotingssaldo | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Begrotingssaldo in MPB 2020-2023 voor mutaties reserve | -523.591 | 878.170 | 1.960.058 | 2.436.104 |
- waarvan incidenteel | 341.560 | 1.173.910 | 4.871 | -1.967 |
- waarvan structureel | -865.151 | -295.740 | 1.955.187 | 2.438.071 |
Tekort ten laste van Algemene Reserve | 523.591 | 0 | 0 | 0 |
Overschot ten gunste van Algemene Reserve | 0 | 878.170 | 650.000 | 0 |
Begrotingssaldo in MPB 2020-2023 na mutaties reserve | 0 | 0 | 1.310.058 | 2.436.104 |
A. Structurele gevolgen 1e en 2e tussentijdse rapportage 2020 | 242.677 | 423.409 | 103.596 | 1.285.359 |
B. Actualisatie staat van investeringen | 363.066 | 829.967 | 516.188 | 364.033 |
C. Actualisatie staat van reserves en voorzieningen | 100.000 | 100.000 | 100.000 | 100.000 |
D. Actualisatie staat van salarissen | -67.041 | -58.801 | -16.898 | -495.111 |
E. Berekening diverse gesloten exploitaties | 586.419 | 519.735 | 576.122 | 550.256 |
F. Correcties budgetten bestaand beleid | -506.614 | -435.020 | -585.255 | -1.062.633 |
G. Gevolgen Septembercirculaire 2020 | 105.534 | -181.387 | -190.802 | -149.906 |
H. Nieuw beleid | -1.312.892 | -1.596.862 | -1.301.052 | -1.255.906 |
I. Heroverwegingen | 406.368 | 225.668 | 229.368 | 232.768 |
Begrotingssaldo in MPB 2021-2024 | -82.483 | -173.291 | 741.325 | 2.004.964 |
- waarvan incidenteel | 235.881 | 30.460 | -630.256 | 23.648 |
- waarvan structureel | -318.364 | -203.751 | 1.371.581 | 1.981.316 |
A. Structurele gevolgen 1e en 2e tussentijdse rapportage 2020
De structurele gevolgen van de onderdelen uit de 1e en 2e tussentijdse rapportage 2020 zijn verwerkt in de voorliggende Meerjarenbegroting.
Het grote verschil tussen 2024 en 2023 wordt vooral veroorzaakt door aanpassing van de algemene uitkering naar aanleiding van de Meicirculaire 2020. In de vorige begroting was jaarschijf 2024 nog niet "in beeld" en waren de bedragen identiek aan 2023. Dit is in deze begroting geactualiseerd en levert hier een voordeel op voor het begrotingssaldo.
B. Actualisatie staat van investeringen
Het overzicht van investeringen is geactualiseerd. Dit leidt tot een voordeel voor de exploitatie. De rekenrente voor activa is gedaald van 3,5% naar 0,5% vanwege de herfinanciering van bestaande geldleningen en onlangs afgesloten geldleningen tegen zeer gunstige condities. Een lagere rekenrente leidt tot lagere kapitaallasten in de algemene dienst. Dit voordeel wordt gedeeltelijk teniet gedaan door de afschrijving van boeterente door herfinanciering.
C. Actualisatie staat van reserves en voorzieningen
Het overzicht van reserves en voorzieningen is geactualiseerd. Het effect hiervan op het begrotingssaldo wordt volledig veroorzaakt door de aangepaste storting in de reserve IHP. Vanwege de lage rente (zie: B) hoeft er € 100.000,- minder gestort te worden in deze reserve.
D. Actualisatie staat van salarissen
Het overzicht van salarissen is geactualiseerd. Dit leidt tot een kleine bijstelling van het begrotingssaldo. Alleen de bijstelling in het laatste jaar is fors. Dit komt vanwege de loonindexering van jaarschijf 2024. Die was nog niet begroot. De reden hiervoor is hetzelfde als bij A: in de vorige begroting is jaarschijf 2024 gelijk aan 2023. Maar vanwege de kostenstijging levert het hier een nadeel op voor het begrotingssaldo.
E. Berekening diverse gesloten exploitaties
De baten en lasten van alle gesloten exploitaties zijn opnieuw berekend. Het gaat hierbij om: Afval, Riolering, Hondenbeleid, Recreatie en toerisme en Ondernemersinitiatieven. Voor de gesloten exploitatie Riolering leidt dit tot een fors positief effect voor het begrotingssaldo vanwege de wijziging in de btw-toerekening en doorbelastingen (zie: raadsinformatiebrief "Herfinanciering bestaande geldleningen" van 12 augustus 2020).
F. Diverse correcties budgetten bestaand beleid
Het betreft de actualisatie van budgetten van gemeenschappelijke regelingen aan de hand van zienswijzen, de raming van kostprijsverhogende btw op de bijdrage Dienst Dommelvallei, de aanpassing van inkomsten uit omgevingsvergunningen en enkele correcties op bestaande budgetten. De forse stijging van de laatste jaarschijf wordt - net zoals bij D - veroorzaakt door indexering, maar dan voor de materiële gewogen kostenindex.
G. Gevolgen Septembercirculaire 2020
Dit zijn de uitkomsten van de Septembercirculaire 2020. Hierover bent u afzonderlijk geïnformeerd via raadsinformatiebrief "Uitkomsten Septembercirculaire 2020 en gevolgen coronacrisis" (RI GM 2020.019130) van 29 september.
H. Nieuw beleid
Het nieuw beleid is opgenomen in het activiteitenplan en opgesplitst in 3 onderdelen:
1. Nieuw beleid uit de vorige begroting dat nog niet is gevoteerd door de raad;
2. Nieuw beleid nog niet eerder opgenomen;
3. Gevolgen Coronacrisis.
De bovenstaande cijferreeks is het totaal van de onderdelen 2 en 3. De lasten van onderdeel 1 zijn namelijk al cijfermatig verwerkt in de vorige begroting.
I. Heroverwegingen
Het gaat hierbij om:
1. Terugdraaien 3% OZB-verhoging in 2021 en 2022 (uit Meerjarenbegroting 2020-2023);
2. OZB-verhoging van 5% in 2021;
3. Terugdraaien materiële kostenindex in 2021.
Deze heroverwegingen zijn opgenomen op het activiteitenplan.