Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn.
De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in 4 jaar afgeschreven.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd indien aan de volgende vereisten is voldaan:
- als ze individueel een bedrag van € 50.000,- te boven gaan;
- er is sprake van een investering door een derde;
- de investering draagt bij aan de publieke taak;
- de derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is overeengekomen;
- de bijdrage kan door de gemeente worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.
Materiële vaste activa
Bij de materiële vaste activa wordt in het BBV onderscheid gemaakt tussen investeringen met een economisch nut, investeringen met een economisch nut waarvoor ter bestrijding een heffing kan worden geheven en die met een maatschappelijk nut.
De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Bijdragen van derden zijn op de investering in mindering gebracht. Over het dan resterende bedrag wordt afgeschreven.
Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, wanneer deze naar verwachting duurzaam is.
Daarnaast zijn sinds 1-1-2016 de niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) als materiële vaste activa verantwoord conform BBV. Voorheen waren deze onderdeel van de grondexploitatie. De wet heeft een overgangsbepaling dat uiterlijk 31-12-2019 een marktwaardetoets op deze gronden moet zijn uitgevoerd. De marktwaardetoets is dit jaar uitgevoerd.
Afschrijvingstabel
In deze tabel zijn de afschrijvingstermijnen opgenomen naar soort van investering: