Lokale heffingen

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

Bij het heffen en invorderen van belastingen zijn wij onder meer gebonden aan:

  • de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR);
  • de Algemene wet bestuursrecht (Awb), inclusief de algemene beginselen van behoorlijk bestuur;
  • de Invorderingswet 1990;
  • de Gemeentewet;
  • diverse uitvoeringsbesluiten.

De wet geeft duidelijke kaders aan voor de heffing, invordering en kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Het maken van uitzonderingen op de regels uit de wetgeving is niet toegestaan, dit om rechtsongelijkheid voor de inwoner te voorkomen.

 

Het tarievenbeleid is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • Geen algemene lastenstijging. De gemiddelde lasten voor de inwoner mogen niet meer toenemen dan de inflatiecorrectie;
  • Streven naar kostendekkendheid in de tariefstelling voor leges en retributies;
  • Het profijtbeginsel bij de overige heffingen hanteren.

In overeenstemming met de uitgangspunten worden de tarieven over 2022 als volgt aangepast:

  • OZB; de tarieven verhogen met het inflatiepercentage van 2,2%.  Daarnaast is er rekening mee gehouden dat de totale opbrengst niet beïnvloed wordt door de gemiddelde WOZ-waardestijging of -daling van de objecten. Bij de berekening van de opbrengst is uitgegaan van een jaarlijkse areaaluitbreiding. Tenslotte is het OZB-tarief voor woningen met 4% verlaagd omdat de waardeontwikkeling in 2022 te laag is ingeschat. 
  • Afval; de tarieven voor ledigingen blijven gelijk aan 2022, het vastrecht is met 3,67% verhoogd.
  • Riolering; de tarieven blijven gelijk aan 2022.
  • Hondenbelasting; de tarieven verhogen met het inflatiepercentage van 2,2%.
  • Leges; de tarieven verhogen met het inflatiepercentage van 2,2%.
  • Reclamebelasting; de tarieven verhogen met het inflatiepercentage van 2,2% voor het centrumgebied Geldrop. De tarieven voor het centrumgebied Mierlo worden gelijkgesteld aan deze tarieven.

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelastingen (OZB)

De gemeente heft op grond van artikel 220 van de Gemeentewet twee directe belastingen op de onroerende zaken die binnen de gemeente liggen, de zogenaamde onroerendezaakbelastingen.

  • Een gebruikersbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak (die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom) bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;
  • Een eigenarenbelasting van degene die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.


De hoogte van de OZB is afgeleid van de WOZ-waarde (een percentage). Jaarlijks worden nieuwe WOZ-waarden vastgesteld. De aanslagen zijn gebaseerd op de WOZ-waarden met een waardepeildatum die 1 jaar voorafgaand aan het belastingjaar ligt.

 

De maximaal verwachte opbrengst OZB wordt als percentage van de totale WOZ-waarden (rekening houdend met areaaluitbreiding en waardestijging) van alle onroerende zaken in Geldrop-Mierlo uitgedrukt. Dit percentage is bepalend voor de hoogte van elke individuele aanslag OZB.

 

Conform voornoemde regelgeving worden de tarieven voor 2022 bijgesteld aan de hand van de ontwikkeling van de nieuwe WOZ-waarden en wel zodanig dat uiteindelijk sprake is van een gelijkblijvend niveau van de opbrengst onroerendezaakbelastingen, exclusief de areaaluitbreiding en de tariefaanpassing. Het voorstel voor vaststelling van de tarieven wordt na het vaststellen van de begroting aangeboden aan de raad.

 

De inschatting van de totale WOZ-waarde voor 2023 (voorlopige stand 1 september 2022) is als volgt:

2022 2023
Totale waarde woningen 5.909.200.000 6.829.300.000
Totale waarde niet-woningen 621.700.000 637.300.000

De belastingcapaciteit heeft een relatie met de inkomsten die een gemeente ontvangt via het gemeentefonds. Hoeveel geld een individuele gemeente uit het gemeentefonds krijgt, hangt namelijk af van de kenmerken en de belastingcapaciteit van de gemeente. De belastingcapaciteit geeft aan hoeveel belasting een gemeente jaarlijks kan innen. Het aandeel van een gemeente in het gemeentefonds is kleiner naarmate het vermogen om belastingen te heffen groter is. Het gaat hier om de WOZ-waarde van onroerende zaken in de gemeente, berekend tegen één voor alle gemeenten gelijk tarief. 

In onderstaande tabel geven we de korting op het gemeentefonds weer ten opzichte van werkelijke opbrengst. We doen dit op basis van de waarde 1-1-2022, omdat dit de laatst vastgestelde waarde is.

Belastingsoort Waarde Ons tarief Opbrengst Kortingstarief Korting Saldo
OZB eig woningen 5.909.200.000 0,0756% 4.467.355 0,06704% 3.961.528 505.828
OZB gebr niet woningen 593.700.000 0,1456% 864.427 0,09205% 546.501 317.926
OZB eig niet woningen 621.700.000 0,1792% 1.114.086 0,11417% 709.795 404.292
6.445.869 5.217.823 1.228.045

De begrote opbrengsten uit OZB zijn voor 2023 als volgt:

2023
Eigenaren woning 4.395.700
Eigenaren niet-woning 1.132.600
Gebruikers niet-woning 805.500

Afvalstoffenheffing/reinigingsrechten

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing/reinigingsrechten

De gemeente is verplicht huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. Op grond van artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer en de Verordening Reinigingsheffingen wordt afvalstoffenheffing geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel waarvoor de gemeente verplicht is huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. De tarieven van de afvalstoffenheffing zijn verdeeld in twee componenten:

  • Een vast deel: hiertoe behoren kosten die niet in de invloedssfeer liggen van de individuele inwoners, zoals de kosten van de milieustraat, glas-, papier- en plasticinzameling.
  • Een variabel deel: het gaat hier om het zogenaamde “vervuiler betaalt” principe; hoe vaker iemand zijn/haar rest- en gft-afval aanbiedt, des te hoger de kosten voor deze aanbieder zijn.

 

Reinigingsrechten worden geheven van niet-woningen (bedrijven) die hebben aangegeven gebruik te maken van de inzameldienst voor huishoudelijke afvalstoffen. Het betreft hier geen bedrijfsafval.

De gemeente Geldrop-Mierlo werkt in de laagbouw met een systeem van afvalverwijdering via grijze (restafval) en groene (GFT) bakken. De hoogte van de heffing hangt naast een vastrecht af van het aantal ledigingen en het volume van de containers waarvoor de belastingplichtige zelf heeft gekozen (gedifferentieerd tarief). Bij de hoogbouw (gestapelde bouw en in het centrum van Geldrop) maken de bewoners en huurders van niet-woningen gebruik van ondergrondse containers. Vanaf 2015 hanteren we weer het diftarsysteem. De hoogte van de heffing bij deze groep bewoners c.q. gebruikers vindt plaats op basis van het aantal keren dat van de ondergrondse container gebruik is gemaakt. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt naar een inworp van een pedaalemmer zak (25 liter) of een vuilniszak (40 liter).

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

Op grond van artikel 229 van de Gemeentewet wordt een rioolheffing geheven. De rioolheffing wordt opgelegd aan de gebruiker van een perceel, van waaruit afvalwater direct of indirect via de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.

De kosten voor verbetering, vervanging, beheer en onderhoud van het rioolstelsel worden gedekt uit de rioolheffing. Deze belasting wordt geheven van de gebruikers van woningen en niet-woningen vanwege het lozen van afvalwater en hemelwater op de riolering. De in principe kostendekkende tarieven zijn gebaseerd op het Gemeentelijk Rioleringsplan 2023-2027 en deze begroting.

Bij de invoering van de verbrede rioolheffing is de mogelijkheid geboden om naast de kosten van afvalwater ook de kosten van verwerking en afvoer van hemelwater in de rioolheffing te betrekken. Voor het afvoeren van hemelwater zijn en worden ook investeringen gedaan. Het afvalwater heeft een relatief klein aandeel in de totale hoeveelheid water die verwerkt/afgevoerd wordt via de riolering. Het overgrote deel betreft hemelwater, maar dit moet mede in relatie gezien worden tot het weer. In de komende jaren gaan we veel klimaat adaptieve maatregelen nemen. Hiervoor zijn grote investeringen vereist.

Kostendekkendheid afvalstoffenheffing en rioolheffing

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid afvalstoffenheffing en rioolheffing

Onderstaande overzichten geven per heffing de totale lasten, de totale baten en het (kosten)dekkendheidspercentage weer.

Dekkendheid afvalstoffenheffing 2023
Afval taakveld 7.3
Lasten milieustraat 1.372.534
Lasten overige afvalstromen 3.055.383
Kapitaallasten 71.526
Mutatie voorziening -132.013
Totaal lasten afval taakveld 7.3 4.367.431
Toerekenbare lasten vanuit andere taakvelden
Overhead taakveld 0.4 94.969
Kwijtschelding taakveld 6.3 185.000
Straatreiniging taakveld 2.1 76.537
BTW taakveld 0.11* 878.274
Totaal toerekenbaar 1.234.780
Totaal lasten 5.602.211
Baten afvalstoffenheffing 4.371.948
Baten milieustraat 640.349
Baten overige afvalstromen 589.914
Totaal baten taakveld 7.3 5.602.211
Dekkendheidpercentage afval 100%

* De omzetbelasting rekenen we conform artikel 229B van de gemeentewet toe. Deze toerekening is het gevolg van de invoering van het btw-compensatiefonds in 2003. Vanaf dat moment werd de btw compensabel en werd tegelijkertijd een uitname uit het gemeentefonds gedaan.

Dekkendheid rioolheffing 2023
Riolering taakveld 7.2
Beheer en onderhoud riolering 1.457.868
Kapitaallasten 930.340
Mutatie voorziening -98.959
Totaal kosten riolering taakveld 7.2 2.289.250
Toerekenbare kosten vanuit andere taakvelden
Overhead taakveld 0.4 176.472
Kwijtschelding taakveld 6.3 136.000
Straatreiniging taakveld 2.1 182.492
Watertaken taakveld 5.7 174.303
BTW taakveld 0.11* 1.223.151
Totaal toerekenbaar 1.892.418
Totaal lasten 4.181.668
Opbrengst rioolheffing taakveld 7.2 4.181.668
Baten totaal 4.181.668
Dekkendheidpercentage riool 100%

* De omzetbelasting rekenen we conform artikel 229b van de Gemeentewet toe. Deze toerekening is het gevolg van de invoering van het btw-compensatiefonds in 2003. Vanaf dat moment werd de btw compensabel en werd tegelijkertijd een uitname uit het gemeentefonds gedaan.

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Wanneer de gemeente een bepaalde dienst levert, kunnen daarvoor leges worden geheven. De tarieven worden jaarlijks vastgesteld in de Tarieventabel behorende bij de Legesverordening. Net als de riool- en afvalstoffenheffing moeten de tarieven dusdanig worden vastgesteld dat de geraamde baten niet boven de geraamde lasten uitkomen. Bij de vaststelling van een aantal tarieven, zoals voor reisdocumenten, moet rekening gehouden worden met van rijkswege gestelde maximumtarieven.
Er mag geen winst gemaakt worden. Voor deze heffingen wordt gestreefd naar een 100% kostendekkend tarief. De verschillende leges die worden geheven, worden in principe jaarlijks verhoogd met de daarvoor geldende inflatiecorrectie.

 

Kostendekkendheid leges
Op grond van het besluit van 5 maart 2016 in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) moeten gemeenten verplicht inzichtelijk maken dat de tarieven en heffingen hoogstens kostendekkend zijn. De geraamde baten mogen de geraamde lasten niet overschrijden.

Per hoofdstuk is hieronder de kostendekkendheid weergegeven op basis van de geraamde baten en lasten. Hoofdstukken die niet zijn opgenomen in de plaatselijke legesverordening, zijn niet opgenomen in onderstaande tabel(len). Per titel in de legesverordening wordt gestreefd naar maximale kostendekkendheid, ondanks dat jurisprudentie de legesverordening als één geheel ziet en dus de legesverordening als geheel maximaal kostendekkend mag zijn. Tussen afzonderlijke hoofdstukken binnen een titel mag kruissubsidiëring worden toegepast. Opbrengsten uit leges van een bepaald hoofdstuk, mogen kosten binnen een ander hoofdstuk compenseren.

In onderstaande overzichten zijn per hoofdstuk en per titel de totale baten, de totale lasten en het kostendekkendheidspercentage weergegeven. De lasten zijn uitgesplitst in salaris, overhead en directe lasten. Hierbij is rekening gehouden met jurisprudentie over hetgeen wel en niet aan de leges mag worden toegerekend.

De salaris- en overheadlasten in titel 1 zijn toegerekend vanuit het taakveld 0.2 Burgerzaken. Op basis van de toegerekende salarislasten is het opslagpercentage voor overhead bepaald.

Baten Salaris Overhead Lasten Percentage
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand -145.070 129.982 90.077 22.156 60%
Hoofdstuk 2 Reisdocumenten -146.817 176.404 122.248 - 49%
Hoofdstuk 3 Rijbewijzen -196.274 139.266 96.512 32.035 73%
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen -10.110 194.973 135.116 - 3%
Hoofdstuk 7 Bestuursstukken - 9.284 6.434 - 0%
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie - 9.284 6.434 - 0%
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken -30.330 83.560 57.907 19.323 19%
Hoofdstuk 10 Gemeentearchief - - - - 0%
Hoofdstuk 11 Huisvestingswet - - - - 0%
Hoofdstuk 12 Leegstandwet - - - - 0%
Hoofdstuk 16 Kansspelen -1.111 9.284 6.434 - 7%
Hoofdstuk 17 Telecommunicatie, kabels en leidingen -40.144 18.569 12.868 22.270 75%
Hoofdstuk 18 Verkeer en vervoer -464 18.569 12.868 - 1%
Hoofdstuk 19 Kinderopvang - 9.284 6.434 - 0%
Hoofdstuk 20 Diversen -4.444 55.707 38.605 - 5%
Totaal titel 1 -574.765 854.167 591.937 95.784 37%

De salaris- en overheadlasten in titel 2 zijn (voornamelijk) toegerekend vanuit het taakveld 8.3 Wonen en Bouwen, waaronder de bouwvergunningen vallen. Ook hier is op basis van de toegerekende salarislasten de overhead bepaald. De baten en lasten binnen titel 2 van de legesverordening hebben voornamelijk betrekking op hoofdstuk 2 en 3, vandaar is vanwege de samenhang besloten alle lasten toe te rekenen aan hoofdstuk 3 binnen titel 2 en is dit niet verder uitgesplitst.

Baten Salaris Overhead Lasten Percentage
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving / omgevingsvergunningen
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen - - - - -
Hoofdstuk 2 Principe verzoek / vooroverleg / beoordeling conceptaanvraag - - - - -
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning -732.809 397.528 275.487 89.212 96%
Hoofdstuk 4 Vermindering - - - - -
Hoofdstuk 5 Teruggaaf - - - - -
Hoofdstuk 6 lntrekking omgevingsvergunning - - - - -
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project - - - - -
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen / uitwerkingen en exploitatieplan - - - - -
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking - - - - -
Totaal titel 2 -732.809 397.528 275.487 89.212 96%

De salaris- en overheadlasten in titel 3 zijn voornamelijk toegerekend vanuit het taakveld 0.2 Burgerzaken. 

Baten Salaris Overhead Lasten Percentage
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 1 Horeca -5.556 9.284 6.434 - 35%
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten -11.111 46.422 32.171 2.663 14%
Hoofdstuk 3 Seksbedrijven - - - - -
Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet - 9.284 6.434 - 0%
Hoofdstuk 7 ln deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking - - - - -
Totaal titel 3 -16.667 64.991 45.039 2.663 15%

Overige belastingen

Terug naar navigatie - Overige belastingen

Parkeren
De parkeertarieven bedragen € 2,80 per dag en € 0,70 per uur. Hierbij geldt: donderdag- en vrijdagavond gratis parkeren en het tweede uur gratis parkeren. De tarieven voor een parkeerboete worden opgetrokken naar het wettelijke maximum tarief dat door de minister is vastgesteld (artikel 3.1 van het Besluit Gemeentelijke Parkeerbelastingen).

Toeristenbelasting
Het huidige tarief blijft € 1,46 per persoon per overnachting. Het besluit is om dit bedrag niet met het inflatiepercentage te verhogen.  De toeristenbelasting wordt beschouwd als een doelbelasting. Alle opbrengsten uit toeristenbelasting zetten wij in ter verbetering van de sector Recreatie en Toerisme. Binnen een werkgroep, bestaande uit ondernemers uit deze sector, worden projecten gekozen die tot uitvoering worden gebracht.

Hondenbelasting
De opbrengst uit hondenbelasting wordt ingezet voor uitgaven op het gebied van hondenbeleid en handhaving op hondenbeleid. Een eventueel overschot of tekort wordt verrekend met de reserve Hondenbeleid. Wanneer de opbrengsten uit hondenbelasting hoger zijn dan de kosten voor hondenbeleid, dan wordt het restant toegevoegd aan de reserve, en vice versa. De tarieven voor 2023 zijn verhoogd met het inflatiepercentage van 2,2%. 

Reclamebelasting
We heffen reclamebelasting in de twee vastgestelde centrumgebieden ten behoeve van de voeding van het ondernemersfonds Geldrop en Mierlo. Het tarief voor het centrumgebied Geldrop is verhoogd met het inflatiepercentage van 2,2%. Het tarief voor het centrumgebied Mierlo is met ingang van 2023 gelijk gesteld aan het tarief voor het centrumgebied Geldrop.

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

De gemeente is op grond van de Gemeentewet en Invorderingswet bevoegd kwijtschelding van gemeentelijke heffingen te verlenen. Met het oog op de administratieve lastenverlichting voor de inwoners toetsen wij bij het inlichtingenbureau indien er eerder kwijtschelding is verleend of er geen belemmeringen zijn. Bij geen belemmering verlenen wij automatische kwijtschelding.

De kwijtscheldingsregels zijn vastgelegd in de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. De gemeente heeft, als gevolg van artikel 255 van de Gemeentewet, slechts op 2 onderdelen beleidsvrijheid:

  • De raad kan bepalen dat er helemaal geen dan wel gedeeltelijke kwijtschelding wordt verleend;
  • De raad kan regels stellen met betrekking tot de wijze waarop de kosten van bestaan in aanmerking worden genomen die er toe leiden dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend.

Op grond van het laatste onderdeel heeft de gemeente gekozen voor het voor 100% meenemen van de kosten van bestaan. Het bestaande beleid wordt hiermee voortgezet.

Kwijtschelding kan worden aangevraagd voor de volgende heffingen:

  • Afvalstoffenheffing;
  • Rioolheffing.
Begrote kwijtschelding 2023
Afvalstoffenheffing 185.000
Rioolheffing 136.000

Overzicht tarieven

Terug naar navigatie - Overzicht tarieven

De hiervoor genoemde beleidsuitgangspunten leiden tot de in onderstaande tabel berekende tarieven voor 2023. Ter vergelijking zijn tevens de werkelijke cijfers van 2021 en 2022 opgenomen.

2021 2022 2023
OZB eigenaar woning 0,0788% 0,0756% 0,0645%
OZB eigenaar niet-woning 0,1728% 0,1792% 0,1787%%
OZB gebruiker niet-woning 0,1404% 0,1456% 0,1452%
Afvalstoffenheffing vastrecht (per jaar) 135,00 137,28 142,32
Afvalstoffenheffing 80 liter restafval 5,40 5,49 5,49
Afvalstoffenheffing 140 liter restafval 9,15 9,30 9,30
Afvalstoffenheffing 240 liter restafval 14,70 14,94 14,94
Afvalstoffenheffing 25 liter ondergronds 1,91 1,94 1,94
Afvalstoffenheffing 40 liter ondergronds 3,14 3,19 3,19
Afvalstoffenheffing 80 liter gft-afval 2,78 2,82 2,82
Afvalstoffenheffing 140 liter gft-afval 4,73 4,81 4,81
Afvalstoffenheffing 240 liter gft-afval 7,66 7,78 7,78
Rioolheffing < 200 m3 194,40 199,20 199,20
Rioolheffing > 200 m3 t/m 500 m3 259,20 265,80 265,80
Rioolheffing > 500 m3 259,20 265,80 265,80
Hondenbelasting per hond 50,88 51,72 52,80
Hondenbelasting per kennel 215,88 219,48 223,80

Vergelijking buurgemeenten
In onderstaande tabel worden de eenheden gebruikt die het COELO toepast voor het bepalen van de woonlasten. Onderstaande tabel geeft inzicht in de gegevens over 2022 (afgerond op hele euro's).

Son en Breugel Nuenen Eindhoven Best Geldrop-Mierlo
OZB Eig. woning 0,0841% 0,1231% 0,10714% 0,0856% 0,0756%
OZB Eig. niet-woning 0,01969% 0,2411% 0,30377% 0,1993% 0,1792%
OZB Gebr. niet-woning 0,1623% 0,1935% 0,21777% 0,1597% 0,1456%
Afvalstoffenheffing *) (meerpers. huishouden) 290 402 347 323 338
Rioolheffing 142 160 233 177 199

(*): Diftar gemeenten worden door het COELO berekend op basis van vastrecht plus een gemiddeld aantal ledigingen (18 maal een grijze container van 140 liter en 7 maal een groene container van 140 liter). De aantallen van het COELO zijn gebaseerd op een landelijk gemiddelde. In de meeste diftar gemeenten is het gemiddelde aantal ledigingen vaak lager (zie hieronder bij Ontwikkeling lokale lastendruk).


Ontwikkeling lokale lastendruk
De gemeentelijke woonlasten bestaan uit de OZB (voor eigenaren), afvalstoffenheffing en rioolheffing. Onderstaande tabel geeft de omvang van de lokale woonlasten voor een gemiddeld huishouden in de gemeente Geldrop-Mierlo aan. Voor afvalstoffenheffing is hierbij als aanname gehanteerd: 9 ledigingen restafval van 140 liter en 4 ledigingen gft-afval van 140 liter.

Jaar 2021 2022 2023*
WOZ-waarde 275.000 305.000 350.000
Wijziging WOZ-waarde 7,42% 10,91% 14,75%
OZB 217 231 226
Afvalstoffenheffing 236 240 245
Rioolheffing 194 199 199
Totaal 647 670 670
Lastenontwikkeling 3,6% 0%

(*): Inschatting op basis van de op 1-9-2022 bekende gegevens.