Doelen richting 2026:
1. De raad is steevast voorafgaand aan ontwikkeling in de positie om kaders te stellen
2. Het college heeft de benodigde armslag om met slagkracht in regionaal en subregionaal te kunnen acteren, vertrekkend vanuit een helder kader vanuit de raad
3. Het participatiebeleid wordt aangepast op het werken met co-creatie
4. Inzicht in/ afspraken over de wijze waarop de raad vooraf wordt geïnformeerd danwel betrokken bij de voorbereiding van programma’s
5. Het toepassen van de gewenste bevoegdheidsverdeling tussen college en raad van het omgevingsplan, wat doorwerkt in het karakter en de vorm van beleids- dan wel beoordelingsregels

Inzet in de periode 2023-2026:
- Toepassen van kaderstelling aan de voorkant ontwikkelingen die in co-creatie worden opgepakt
- Bestuurlijk en ambtelijk afstemmen over het betrekken van de raad bij de vertaling naar programma’s