Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het opstellen van de paragraaf financiering in de begroting en de jaarstukken is in zowel het BBV als in de wet Fido verplicht gesteld. Financiering betreft de wijze waarop de gemeente Geldrop-Mierlo de benodigde geldmiddelen aantrekt en (tijdelijke) overtollige geldmiddelen belegt. De uitvoering van deze paragraaf vindt plaats binnen de wettelijke kaders van het BBV en de wet Fido. Naast deze wetgeving is een treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut zijn nadere regels opgenomen om daarmee de financieringsfunctie te sturen, te beheersen en te controleren. De paragraaf geeft inzicht in de rentelasten, -baten, het renteresultaat, de financieringsbehoefte en de wijze waarop rente wordt toegerekend aan investeringen, grondexploitaties en projecten. De bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-.

Interne- en externe ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Interne- en externe ontwikkelingen

Rentevisie
De ECB blijft een ruim monetair beleid blijven voeren. De officiële tarieven zullen het komende jaar ongewijzigd blijven. De lange rentetarieven zullen mede onder invloed van een aantrekkende inflatie naar verwachting wat gaan oplopen.

Intern rente
Voor de begroting zijn de volgende interne rentepercentages gebruikt, de berekening is op basis van de wettelijke voorschriften:

Renteschema %
Bespaarde rente over reserves 3,51%
Bespaarde rente over voorziening verliesgevende complexen bouwgrond 2,00%
Rente grondexploitatie 2,34%
Rente activa 3,50%

In volgende schema is het renteresultaat berekend op basis van de wettelijke voorschriften.

Renteresultaat:

Renteschema 2019 2020 2021 2022
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen niet zijnde projectfinanciering 2.115 2.223 2.461 2.061
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen voor projectgefinancierde grondexploitatie 0 0 0 0
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen die doorgezet zijn aan derden 0 0 0 0
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen voor projectgefinancierd overig 0 0 0 0
De externe rentelasten over de verwachte nieuw aan te trekken korte en lange financiering 30 34 31 31
De externe rentebaten -308 -253 -253 -213
Saldo rentelasten en rentebaten 1.837 2.003 2.240 1.880
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -483 -205 96 444
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 0 0 0 0
De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 0 0 0 0
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -483 -205 96 444
Rente over eigen vermogen 1.782 1.719 1.732 1.735
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 3.136 3.518 4.067 4.058
De aan taakvelden toegerekende rente -3.136 -3.518 -4.067 -4.058
Renteresultaat op het taakveld Treasury 0 0 0 0

Het genoemde renteresultaat komt terug op het taakveld Treasury en wordt budgettair opgenomen om tussentijdse ontwikkeling te kunnen opvangen. Op het taakveld Treasury wordt ook de ontvangen dividend geraamd, maar maakt geen onderdeel uit van het renteschema.

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

Op basis van de begroting 2019 is een meerjarenfinancieringsbehoefte opgesteld.

Boekwaarde 1-1 2019 2020 2021 2022
Activa 102.530 110.398 125.948 125.609
Grondexploitatie 20.598 8.699 -4.123 -19.008
Geldleningen OG -50.115 -47.653 -50.226 -40.797
Reserves en voorzieningen -66.269 -63.989 -64.314 -65.172
Financieringsbehoefte 6.744 7.455 7.285 632

Uit bovenstaand schema blijkt dat tot en met 2021 gefinancierd moet worden en we na 2022 een overschot hebben aan liquide middelen.

Beleidsvoornemen financiering
Het beleid is erop gericht om de financieringsbehoefte af te dekken met kortlopende financiering omdat de rente op de kortlopende middelen lager is dan de rente op langlopende middelen. Hierbij wordt rekening gehouden met de kasgeldlimiet, die bepaalt dat de gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, niet boven de 8,5% van het begrotingstotaal mag uitkomen. Gezien de rentevisie, waarbij er vanuit wordt gegaan dat de rente dit jaar laag blijft en komende jaren licht kan gaan oplopen, kan voorlopig aan deze strategie worden vastgehouden. Zodra de rentevisie wijzigt en uitgaat van een stijgende rente op korte termijn, kan de overweging gemaakt worden om een groter deel van de financieringsbehoefte te financieren met langlopende leningen.

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

De overheid heeft twee instrumenten bepaald voor het toetsen van het renterisico, namelijk: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet vormt de bovengrens waarmee een tijdelijk liquiditeitstekort gefinancierd kan en mag worden met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). Als het liquiditeitstekort een structureel karakter draagt, moet er een langlopende geldlening worden aangetrokken. Indien voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden, moet de toezichthouder hiervan op de hoogte worden gesteld, en moet de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring worden voorgelegd aan de toezichthouder. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal.

Stap Omschrijving 2019
Bepalen toegestane kasgeldlimiet
Omvang begrotingstotaal 103.573
Percentage regeling 8,50%
1 Toegestane kasgeldlimiet 8.804
Vlottende korte schuld
opgenomen gelden < 1 jaar 1=""> 6.744
Schuld in rekening courant 0
Gestorte gelden door derden < 1 jaar 1=""> 2
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld 0
2 Totaal vlottende korte schuld 6.746
Vlottende middelen
Contante gelden in kas 5
Tegoeden in rekening courant 787
Overige uitstaande gelden < 1 jaar 1=""> 602
3 Totaal vlottende middelen 1.394
4 Totaal netto vlottende schuld (2-3) 5.352
Ruimte (+) / Overschrijdingen (-/-) (1-4) 3.452

Voor 2019 wordt met kasgeldleningen gewerkt tot de maximale bovengrens van de kasgeldlimiet.

Renterisiconorm
De renterisiconorm stelt een grens aan het te lopen renterisico op de vaste schuld. De risiconorm houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het begrotingstotaal (zie tabel hieronder).

2019 2020 2021 2022
Renteherzieningen 0 0 0 0
Aflossingen 3.370 3.427 3.429 3.432
Renterisico 3.370 3.427 3.429 3.432
Begrotingstotaal 103.573 105.320 111.254 110.847
Percentage regeling 20% 20% 20% 20%
Renterisiconorm 20.715 21.064 22.251 22.169
Ruimte (+) / Overschrijdingen (-/-) 17.344 17.637 18.822 18.738

Voor de komende jaren is er ruimte om lang geld aan te trekken op basis van de financieringsbehoefte.

Kredietrisicobeheer

Terug naar navigatie - Kredietrisicobeheer

Kredietrisicobeheer is het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij.

De gemeente heeft in beperkte mate te maken met kredietrisico’s. Deze hebben onder andere betrekking op de verstrekte leningen in het kader van de publieke taak, zoals de startersleningen. Deze leningen zijn afgesloten onder Nationale Hypotheek Garantie. Dit betekent dat de aflossing bij gedwongen verkoop altijd gegarandeerd is.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Een belangrijk onderdeel van het financieringsbeleid vormt de omvang, flexibiliteit, gemiddelde looptijd en rentegevoeligheid van de leningenportefeuille. De leningportefeuille van de gemeente ziet als volgt uit:

Opgenomen langlopende leningen
Leningverstrekker looptijd van looptijd t/m rente oorspronkelijk 1-1-2019 31-12-2019
BNG 2002 2027 5,21% 4.000 1.440 1.280
BNG 2002 2027 5,18% 4.000 1.440 1.280
BNG 2003 2028 4,52% 4.000 1.600 1.440
BNG 2003 2028 4,80% 4.000 1.600 1.440
BNG 2005 2030 3,73% 5.000 2.400 2.200
BNG 2006 2031 3,98% 6.000 3.120 2.880
BNG 2008 2033 4,49% 15.000 8.550 7.950
BNG 2010 2035 4,19% 15.000 9.750 9.150
BNG 2011 2036 4,65% 13.000 8.970 8.450
BNG 2012 2037 3,75% 9.000 6.840 6.480
BNG 2013 2038 3,06% 2.000 1.600 1.520
Provincie Noord-Brabant 2018 2033 1,13% 1.211 1.211 1.137
Provincie Noord-Brabant 2018 2033 1,18% 908 908 853
Provincie Noord-Brabant 2019 2034 1,28% 606 0 606
Provincie Noord-Brabant 2019 2034 1,33% 303 0 303
Totaal 84.028 49.430 46.968

De leningen kunnen niet tussentijds geheel of gedeeltelijk worden afgelost. De afkoopwaarde is dermate hoog dat dit niet terugverdiend wordt door herfinanciering.