Toelichting op de financiële uitgangspunten

Toelichting op de financiële uitgangspunten

Terug naar navigatie - Toelichting op de financiële uitgangspunten

Inleiding
In deze paragraaf wordt kort toegelicht welke uitgangspunten zijn gebruikt voor de berekeningen in deze Meerjarenbegroting.

Indexen
Voor de begroting 2019 en verder zijn de volgende indexen gebruikt. Deze zijn eerder voorgelegd aan de raad bij de behandeling van de Uitgangspuntennotitie 2019-2022 in de raadsvergadering op 2 juli 2018.

Indexcijfers MPB 2019-2022 2019 2020 2021 2022
Loonkostenindex 2,70% 2,70% 2,70% 2,70%
Materiële kostenindex 1,40% 1,40% 1,40% 1,40%
Gewogen kostenontwikkeling 2,10% 2,10% 2,10% 2,10%

Rente
Vanaf 2017 schrijft het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voor dat wij ieder jaar opnieuw moeten bepalen met welke rentepercentages wordt gerekend in de gemeentelijke begroting. De rente die aan taakvelden wordt doorbelast (= rente activa) wordt bepaald op basis van voorcalculatie. In de Uitgangspuntennotitie hebben wij voorgesteld om als voorcalculatie de percentages aan te houden die onlangs zijn berekend in de Jaarrekening 2017. Het is een verplichting in het BBV om in de jaarrekening de werkelijke rentepercentages te bepalen op basis van nacalculatie.

Het gaat om de volgende (voorcalculatorische) percentages:

Renteschema %
Bespaarde rente over reserves 3,51%
Bespaarde rente over voorziening Verliesgevende Complexen Bouwgrond 2,00%
Rente grondexploitaties 2,34%
Rente activa 3,50%

Algemene uitkering
In meerjarenperspectief wordt door het Rijk rekening gehouden met een bepaalde groei van het areaal per maatstaf. Voor de berekening van de algemene uitkering in meerjarenperspectief wordt hierbij aangesloten.

Uit de Meicirculaire 2018 blijkt dat Uitkering Deelfonds Sociaal Domein vanaf 2019 is opgenomen in de Algemene Uitkering. Een specificatie van het onderdeel Sociaal Domein is vanaf 2019 niet meer te maken, omdat het Deelfonds Sociaal Domein dus niet meer bestaat en voortaan binnen de Algemene Uitkering is versleuteld via allerlei maatstaven. Vanaf 2019 verwerken wij de mutaties op het onderdeel Sociaal Domein niet meer budgettair neutraal. Een stijging van de begrote uitkering leidt dus niet meer automatisch tot een stijging van de begrote kosten met een zelfde bedrag.
Hierbij wordt opgemerkt dat de splitsing vanaf 2019 ook niet zo relevant meer is. In de 1e tussentijdse rapportage 2018 is het verwachte tekort van het Sociaal Domein namelijk opgenomen in de reguliere budgetten. In de Uitgangspuntennotitie ziet u dit terug in de bijlage: specificatie bedrag “Niet gevoteerd in 1e tussentijdse rapportage 2018”, punt 2.
Naast het genoemde bedrag van € 1,8 miljoen euro is er vanaf 2019 al structureel € 0,7 miljoen euro opgenomen in de begroting. Dit betekent extra budget Sociaal Domein van in totaal € 2,5 miljoen ter dekking van het verwachte tekort.

Kostendekkende tarieven
Voor de tarieven van rioolheffing, afvalstoffenheffing en leges wordt als uitgangspunt een kostendekkendheid van 100% gehanteerd.

Onroerende Zaakbelasting (OZB)
Bij de berekening van de ramingen voor de OZB in meerjarenperspectief wordt aangesloten bij de toename of afname van de WOZ-waarden. De totale OZB-opbrengst neemt, naast de indexering, toe met de areaaluitbreiding gebaseerd op het woningbouwprogramma van onze gemeente.