Programma 2. Economie en vastgoed (€ 192.000,-)
De overschrijding op de lasten hebben voornamelijk betrekking op de werkelijke reservemutaties ten opzichte van de begroting (€ 184.000,-). Er is sprake van begrotingsonrechtmatigheid, maar deze telt conform het controleprotocol niet meer voor het oordeel (begrotingsoverschrijding is passend binnen het bestaand beleid).
Programma 3. Veiligheid en handhaving (€ 26.000,-)
De overschrijding op de lasten hebben betrekking op hogere salariskosten dan begroot. Hier staan extra opbrengsten uit detachering tegenover (doorbelasting loonkosten aan gemeenten Nuenen en Son en Breugel). Er is sprake van begrotingsonrechtmatigheid, maar deze telt conform het controleprotocol niet meer voor het oordeel (kostenoverschrijdingen worden grotendeels gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten).
Programma 4. Bestuur en bestuurlijke samenwerking (€ 57.000,-)
De overschrijding op de lasten hebben voornamelijk betrekking op de voorziening Wethouderpensioenen. De hoogte ervan wordt bepaald op basis van zogenaamde actuariële waardeberekeningen. Bij deze berekeningen is een rekenrente gehanteerd van 0,082%. Vorig jaar bedroeg deze 0,290%. De daling van de rekenrente leidt tot een toename van de berekende voorziening. Er is een bedrag van € 164.000,- toegevoegd om de voorziening op peil te brengen, terwijl er € 110.000,- als begrote voeding was geraamd. Er is sprake van begrotingsonrechtmatigheid, maar deze telt conform het controleprotocol niet meer voor het oordeel (begrotingsoverschrijding is passend binnen het bestaand beleid).
Programma 5. Werk en inkomen (€ 3.555.000,-)
De overschrijding op de lasten heeft betrekking op de TOZO/TORZO-regeling (€ 2.760.000). Hier staat voor eenzelfde bedrag aan baten tegenover. Dit komt omdat de ontvangen Rijksmiddelen (baten) rechtstreeks zijn afgedragen aan Senzer (lasten). De afrekening volgt in 2021. Het restant heeft voornamelijk betrekking op bijstandsverlening en bijzondere bijstand. Er is sprake van begrotingsonrechtmatigheid, maar deze telt conform het controleprotocol niet meer voor het oordeel (begrotingsoverschrijding is passend binnen het bestaand beleid).
Programma 8. Duurzaamheid, natuur en milieu (€ 561.000,-)
De overschrijding op de lasten heeft voornamelijk betrekking op de regeling Reductie Energieverbruik (€ 222.000,-). De ontvangen subsidie is niet geheel besteed in 2020 en is via vooruit ontvangen subsidies overgeheveld naar 2021. Daarnaast zijn er afwijkingen ten opzichte van de begroting op de mutaties in de voorzieningen Afval en Riolering, beide onderdeel van gesloten exploitaties (€ 334.000,-). Er is sprake van begrotingsonrechtmatigheid, maar deze telt conform het controleprotocol niet meer voor het oordeel (begrotingsoverschrijding is passend binnen het bestaand beleid).
Programma 9. Bereikbaarheid en verkeer (€ 108.000,-)
De overschrijding op de lasten heeft voornamelijk betrekking op de doorbelasting van kosten straatreiniging naar de taakvelden Afval en Riolering, beide onderdeel van gesloten exploitaties (€ 68.000,-). Daarnaast zijn er overschrijdingen op het taakveld Verkeer en vervoer (€ 33.000,-), maar deze vallen weg tegen de onderbestedingen van eenzelfde hoogte op andere grootboeknummers binnen hetzelfde taakveld. Er is sprake van begrotingsonrechtmatigheid, maar deze telt conform het controleprotocol niet meer voor het oordeel (begrotingsoverschrijding is passend binnen het bestaand beleid).
Begrotingsrechtmatigheid investeringen en projecten
In het overzicht van investeringen en projecten staan 6 kredieten met een lichte budgetoverschrijding. In alle gevallen zijn de overschrijdingen < 10% van het geraamde budget. Met de raad is bij de Meerjarenbegroting 2009-2012 de afspraak gemaakt dat bij overschrijdingen tot 10% volstaan kan worden met meldingen via de tussentijdse rapportages of jaarrekening. De 10%-regeling kwam voort uit de wens van de raad dat kredieten scherper/realistischer geraamd worden.
Het betreft:
- Kerkenvisie (-€ 1.248,-);
- Reconstructie groen (-€ 12.073,-);
- Verbeteren, herstel en energieopwekking waterrad (-€ 8.890,-);
- Renovatie gemeentehuis (-€ 12.057,-);
- Vervangen kunstgrasmat en afrastering hockeyveld sportpark Bronzenwei (-€ 14.489,-);
- Vervangen kunstgras tennispark sportpark Bronzenwei (- € 700,-).
Het onderstaande had betrekking op de uitgaven in de jaarrekening 2019. Omdat er in 2020 nog aanvullende uitgaven zijn gedaan, is dit ook van toepassing op deze jaarrekening:
Aanbesteding verbouwing gemeentehuis
Eind 2016 is gestart met de aanbesteding voor het verbouwen van het gemeentehuis. Het college heeft in december 2016 hiervoor ingestemd met de inkoopstrategie. In maart 2017 heeft de gemeenteraad een amendement aangenomen en gekozen voor de bouw van een multifunctionele vergaderruimte in het gemeentehuis. Op basis daarvan heeft het college in april 2017 ingestemd met een gewijzigde inkoopstrategie, waarin deze uitbreiding is verwerkt. De aanbesteding is daarop in november 2017 opnieuw opgestart. Wederom is gekozen , conform het inkoopbeleid van de gemeente voor een meervoudig onderhandse aanbesteding met dezelfde partijen.
Op 31 januari 2018 zijn de inschrijvingen ingediend. De inschrijfsom van de winnende inschrijving lag beduidend hoger dan de geraamde opdrachtwaarde in de inkoopstrategie, maar onder de Europese drempelwaarde, zoals die op het moment van de aanbesteding gold. Op 2 maart 2018 is een overeenkomst gesloten met een opdrachtwaarde van € 5.496.000,-. Naast de opdrachtwaarde heeft het bouwbedrijf extra bedragen gefactureerd. Ondanks dat totale kosten daarmee boven de Europese aanbestedingsgrens komen, is de aanbesteding rechtmatig. Dit omdat op grond van het inkoopbeleid van de gemeente, hoofdstuk 1 van de Aanbestedingswet 2012 en voorschrift 3.4 A van de Gids Proportionaliteit een weloverwogen keuze is gemaakt voor een meervoudig onderhandse aanbesteding.
Gasloos uitvoeren gemeentehuis
In juli 2018 heeft de gemeenteraad, op grond van het nieuwe coalitieakkoord, gesteund door het feit dat de rijksoverheid in juni 2018 heeft besloten om gasloos bouwen als norm te nemen, besloten dat het nieuwe gemeentehuis alsnog gasloos moet worden uitgevoerd. Voor de uitvoering is een krediet van € 840.000,- beschikbaar gesteld. Naar aanleiding hiervan is de gemeente in overleg gegaan met het bouwbedrijf waaraan de verbouwing is gegund en die ook al was opgestart. Op grond van de door hen uitgebrachte offerte heeft het college in oktober 2018 besloten om de opdracht tot het alsnog gasloos maken toe te wijzen aan hetzelfde bouwbedrijf. Deze wijziging is niet gepubliceerd, maar op grond van de Aanbestedingswet 2012 leidt dat niet tot een onrechtmatigheid.
De aanvullende opdracht van het gasloos maken, maakt onderdeel uit van de oorspronkelijke opdracht van de verbouwing van het gemeentehuis. De Aanbestedingswet 2012 biedt in artikel 2.163 en verder een aantal mogelijkheden om opdrachten te wijzigen zonder dat er sprake is van een wezenlijke wijziging waardoor een plicht tot heraanbesteden ontstaat. Uit dit artikel blijkt dat:
• daarvoor sprake moet zijn van aanvullende werken die noodzakelijk zijn geworden;
• die niet waren opgenomen in de oorspronkelijke aanbestedingsstukken;
• een verandering van opdrachtnemer om economische redenen niet mogelijk zijn omdat dat leidt tot een aanzienlijke kostenstijging voor de gemeente;
• de verhoging van de prijs niet meer bedraagt dan 50% van de waarde van de oorspronkelijke opdracht.
Achteraf is er onduidelijkheid ontstaan of met de opdracht tot het alsnog gasloos maken terecht beroep gedaan kon worden op artikel 2.163 van de Aanbestedingswet 2012. Dat had betekend dat, na de uitbreiding met het gasloos maken van het gemeentehuis, voor de totale verbouwing van het gemeentehuis een nieuwe Europese aanbesteding doorlopen had moeten worden.