Als laatste worden de financiële kengetallen gepresenteerd.
Inleiding
Terug naar navigatie - InleidingAls laatste worden de financiële kengetallen gepresenteerd.
In de raadsvergadering van 26 november 2012 heeft de raad de ‘Nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen’ vastgesteld. De beleidsconclusies hieruit zijn:
In veel gevallen kunnen we de exacte waarde van een risico niet bepalen. Om de risico's toch te kwantificeren, werken we met klassengemiddelden. Deze gemiddelden leiden tot de financiële gevolgen in de onderstaande tabel. De risicowaarde bepalen we vervolgens aan de hand van de volgende berekening:
Risicowaarde (€) = Kans (%) x Gevolg (€)
Het totaal aan risicowaarden vormt de benodigde weerstandscapaciteit. Omdat niet alle risico's zich tegelijk manifesteren, wordt hierbij gerekend met een zekerheidspercentage van 90%.
Risico | Kans (%) | Gevolg (€) | Risicowaarde (€) |
1) Wmo/Jeugd | 1.000.000 | ||
Wmo en Jeugd zijn open-einde regelingen. Door een mogelijke toename van het aantal aanvragen en/of een andere soort zorginzet bestaat het risico dat het budget wordt overschreden. De uitgaven jeugdzorg lijken na jaren van stijging enigszins stabiel te zijn. De uitgaven Wmo nemen mede vanwege de invoering van het abonnementstarief toe. | |||
2) Cybercriminaliteit | 50% | 750.000 | 375.000 |
Cybercriminaliteit is criminaliteit met ICT als middel én doelwit. Cybercriminaliteit is veelvoorkomend. Er zijn verschillende vormen van cybercriminaliteit. Een onoplettende medewerker of een goed uitgevoerde vorm van cybercriminaliteit kan leiden tot problemen op financieel gebied, het verlies van productieve uren of tot grote privacy risico's. De kans hierop neemt toe, er zijn cyberaanvallen geweest op gemeentes, ziekenhuizen, MKB bedrijven enzovoorts. | |||
3) Kosten nascheidingsinstallatie | exact | bedrag | 300.000 |
Begin 2020 heeft het bestuur van Cure besloten om definitief een streep te zetten door de samenwerking met Ørsted voor het Renescience project. Toch blijft de noodzaak tot nascheiding bovenop het bronscheidingssysteem bestaan, omdat zonder nascheiding de duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeenten niet kunnen worden gerealiseerd. Bij een onverhoopte negatieve besluitvorming ten aanzien van het doorgaan van het project Nascheidingsfabriek, zou dit direct resulteren in een nadelig resultaat in het jaar dat het besluit definitief genomen is. | |||
4) Attero | 281.700 | ||
Formeel hebben de gewesten in Brabant een contract met Attero over het verbranden van afval. In dit contract is een minimum hoeveelheid opgenomen. Vanaf 2011 is deze minimum hoeveelheid niet aangeleverd door de gewesten gezamenlijk. Momenteel ligt er een claim van Attero over 2015 t/m jan 2017. Er is een uitspraak gedaan door een arbitragecommissie en de gemeenten zijn daarin in het ongelijk gesteld. Er is een factuur van 6.1 miljoen als naheffing gestuurd naar de MRE. Deze factuur is door het MRE betaald. Inmiddels is vanuit de VvC een procedure gestart bij het Gerechtshof om het vonnis te vernietigen. In de tussenliggende periode wordt dit bedrag nog niet verrekend met de gemeenten. Over die verrekening bestaat namelijk binnen het MRE onenigheid tussen de gemeenten. De niet-diftar-gemeenten staan op het standpunt dat zij het tekort niet hebben veroorzaakt en dus ook hiervoor niet gaan betalen. Op dit moment is dus nog niet aan te geven hoe de kosten verdeeld zullen worden over de gemeenten. Ook binnen de gewesten bestaat overigens nog onenigheid over de verdeling van de kosten. De discussie hierover wordt verschoven tot na de uitspraak over de vernietigingsprocedure. | |||
5) Algemene uitkering gemeentefonds | 70% | 350.000 | 245.000 |
Via circulaires wordt de gemeente 2 maal per jaar geconfronteerd met aanpassingen vanuit het gemeentefonds. De afspraak tussen het Rijk en de gemeenten is 'samen de trap op, samen de trap af'. Indien het Rijk bezuinigt, wordt er ook minder geld in het gemeentefonds gestort. Deze schommelingen in de algemene uitkering kunnen problemen veroorzaken voor het sluitend krijgen van de begroting. Op de hoogte van de algemene uitkering kan geen invloed worden uitgeoefend. De geplande herijking van de totale algemene uitkering uit het gemeentefonds is doorgeschoven van 2021 naar 2023. Op 2 februari 2020 zijn voor het eerst herverdeeleffecten per individuele gemeente zichtbaar gemaakt. Voor Geldrop-Mierlo gaat het om een nadelig effect van afgerond € 1.250.000,-. Dit effect wordt in jaarlijkse stappen van € 15,- per inwoner doorgevoerd. Het genoemde bedrag is nog onder voorbehoud. Besluitvorming vindt plaats door het nieuwe kabinet, na advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur en consultatie van de VNG. Verder geldt dat de effecten zijn berekend op de maatstafhoeveelheden van 2017. Dit moet uiteindelijk dus 2023 worden. Het kabinet is ook van plan om de Financiële Verhoudingswet te wijzigen. Als tussenvorm tussen de huidige specifieke uitkeringen en de algemene uitkering wil men gerichte uitkeringen introduceren. Bij gerichte uitkeringen moet informatie verstrekt worden over het behalen van de vooraf gestelde doelen. Als onderdeel van het compensatiepakket Coronamaatregelen zijn VNG en de Fondsbeheerders overeengekomen de accressen 2020 en 2021 te fixeren op de stand van de meicirculaire 2020. Voor die jaren staat de afrekening dus min of meer vast. Het voorbehoud dat is gemaakt voor onverwachte grote afwijkingen van de werkelijkheid en deze standen mag niet te groot zijn. Bevriezen komt tegemoet aan de wens van rust en stabiliteit van de algemene uitkering. | |||
6) Inkoop | 70% | 350.000 | 245.000 |
- Als gevolg van het niet juist hanteren van de aanbestedingsplicht kan een marktpartij rechtsmiddelen aanwenden tegen een gunningsbesluit. Dit leidt tot een vertraging met financiële en juridische gevolgen; - Niet rechtmatige inkopen kunnen bovendien leiden tot een afkeurende verklaring (rechtmatigheid) bij de jaarrekening. Hierdoor bestaat de kans op negatieve publiciteit; - Contracten kunnen stilzwijgend verlengd worden tegen ongunstige voorwaarden. Of door het niet bundelen van opdrachten worden besparingsmogelijkheden niet benut. | |||
Cybercriminaliteit is criminaliteit met ICT als middel én doelwit. Cybercriminaliteit is veelvoorkomend. Er zijn verschillende vormen van cybercriminaliteit. Een onoplettende medewerker of een goed uitgevoerde vorm van cybercriminaliteit kan leiden tot problemen op financieel gebied, het verlies van productieve uren of tot grote privacy risico's. De kans hierop neemt toe, er zijn cyberaanvallen geweest op gemeentes, ziekenhuizen, MKB bedrijven enzovoorts. | |||
7) Intergemeentelijke samenwerking - Dienst Dommelvallei | exact | bedrag | 142.560 |
De samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering en dienstverlening verloopt via de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Dommelvallei. Omdat Dienst Dommelvallei geen eigen reserves heeft, wordt het totaal van de risico's van de dienst via de verdeelsleutel belegd bij de drie deelnemende gemeenten. | |||
8) GGD Brabant Zuidoost | exact | bedrag | 130.609 |
De Gemeenschappelijke Regeling GGD Brabant Zuidoost heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de publieke gezondheidszorg en de ambulancezorg. Op basis van de begroting wordt financieel bijgedragen. Het onafgedekte risico, zijnde € 2.550.000, dient te worden op genomen in de eigen risicoparagraaf van de deelnemende gemeentes, herrekend naar de risicowaarde per gemeente. | |||
9) Belastingaangifte | 30% | 350.000 | 105.000 |
De gemeente is aansprakelijk voor fouten in loonbelastingopgaves, BTW aangiften, opgave BTW compensatiefonds en de WKR. Bovendien kan de gemeente aansprakelijk worden gesteld voor belastingschulden van andere bedrijven op basis van inleners of ketenaansprakelijkheid. | |||
10) Incidenten | 10% | 1.000.000 | 100.000 |
Iedere gemeente kan te maken krijgen met incidenten, die de status van een crisis krijgen. Deze kunnen plaatsvinden zowel in het fysieke als het sociale domein. Ook kunnen crises lokaal, regionaal of bovenregionaal van karakter zijn. | |||
Subtotaal top 10 | 2.924.869 | ||
Overige risico's | 632.348 | ||
Totaal | 3.557.217 | ||
Totaal o.b.v. zekerheidspercentage (90%) | 3.201.495 |
Ten opzichte van de begroting 2021 is de totale risicowaarde fors afgenomen. Dit wordt veroorzaakt door het wegvallen van het risico Participatiewet/Senzer.
De risicowaarde van "Cybercriminaliteit", "Kosten nascheidingsinstallatie" en "GGD Brabant Zuidoost" zijn wel toegenomen.
De beschikbare weerstandscapaciteit is de verzamelterm van al die bronnen waaruit niet voorziene financiële tegenvallers bekostigd kunnen worden.
Incidentele weerstandscapaciteit | Jaarrekening 2020 |
Algemene reserve | 3.936.927 |
Inkomensreserve | 1.649.741 |
Vrij aanwendbare bestemmingsreserves | 700.000 |
Stille reserves | 0 |
Structurele weerstandscapaciteit | 6.286.668 |
Post onvoorzien | 57.500 |
Totale weerstandscapaciteit | 6.344.168 |
Er wordt uitgegaan van een gewenste minimale score voor de ratio weerstandsvermogen van ‘voldoende’ (ratio ≥ 1). Deze verhouding wordt als volgt bepaald:
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit/Benodigde weerstandscapaciteit
De ratio weerstandsvermogen wordt als volgt vastgesteld:
Ratio weerstandsvermogen = € 6.344.168,- / € 3.201.495,- = 1,98
Wij concluderen dat het weerstandsvermogen van de gemeente met een weerstandsratio van 1,98 voldoende is om de risico’s op te vangen.
Ontwikkeling weerstandsvermogen
De onderstaande grafiek laat de ontwikkeling van de weerstandsratio zien, inclusief de prognose voor de komende jaren. Voor de prognose gaan we uit van gelijk blijvende benodigde weerstandscapaciteit. Voor de beschikbare weerstandscapaciteit gaan we uit van de meerjarenramingen.
Met een weerstandsratio van 1,98 is het weerstandsvermogen van Geldrop-Mierlo voldoende. Echter de ratio daalt de afgelopen jaren. Dit wordt vooral veroorzaakt door het afnemen van de beschikbare weerstandscapaciteit.
Kengetallen geven inzicht in bepaalde onderdelen van de begroting of de balans en kunnen bijdragen aan het beoordelen van de financiële positie van de gemeente. De combinatie van de kengetallen geven een indicatie over de financiële positie van de gemeente. Daarnaast bieden kengetallen de mogelijkheid om gemeenten onderling te vergelijken.
Een individueel kengetal zegt weinig over hoe de financiële positie van de gemeente moet worden beoordeeld. De kengetallen moeten in samenhang bekeken worden, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een beeld geven van de financiële positie van de gemeente.
Een kengetal, of de ontwikkeling van een kengetal, is een weerspiegeling van het gevoerde beleid. Voor de provincie als toezichthouder hebben de kengetallen een signaleringswaarde. Ze kunnen worden betrokken bij het krijgen van een completer inzicht in de financiële situatie en risicopositie van een gemeente.
De volgende financiële kengetallen moeten in de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen worden:
De toezichthouder hanteert geen normering, maar maakt gebruik van onderstaande signaleringswaarden.
Waarderingscijfer | Minst risicovol | Neutraal | Meest risicovol |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | <90 | 90-130 | >130 |
Solvabiliteitsratio | >50 | 20-50 | <20 |
Grondexploitatie | <20 | 20-35 | >35 |
Structurele exploitatieruimte | >0 | 0 | <0 |
Belastingcapaciteit | <95 | 95-105 | >105 |
Zie voor de onderlinge verhouding van de kengetallen bij conclusie.
Uitgangspunten
Voor de kolommen realisatie is uitgegaan van de balans zoals opgenomen in de betreffende jaarrekening. De kengetallen voor de begroting 2020 zijn afkomstig uit de meerjarenbegroting 2020-2023. De kengetallen voor de begroting 2021 tot en met 2023 zijn afkomstig uit de meerjarenbegroting 2021-2024.
Omschrijving | Realisatie | Begroting | |||||
2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Netto schuldquote | 57% | 70% | 89% | 52% | 90% | 92% | 80% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 43% | 57% | 79% | 41% | 82% | 87% | 75% |
Solvabiliteitsratio | 37% | 29% | 27% | 31% | 24% | 23% | 26% |
Grondexploitatie | 23% | 17% | 19% | 10% | 15% | 13% | 4% |
Structurele exploitatieruimte | -3% | 2% | 0% | -1% | 0% | -2% | 0% |
Belastingcapaciteit | 73% | 78% | 79% | 83% | 83% | 83% | 83% |
Hieronder volgt per kengetal een korte toelichting.
Netto schuldquote
De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen).
Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van een gemeente.
Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Indien gemeenten leningen hebben afgesloten om grond te kopen voor een (toekomstige) woningbouwproject hebben zij een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer het project wordt uitgevoerd. Van de opbrengst van de verkochte gronden kan immers de schuld worden afgelost.
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin bij het voordoen van een financiële tegenvaller in het volgende begrotingsjaar deze kan worden opgevangen of dat er ruimte is voor nieuw beleid. Om deze ruimte weer te kunnen geven is een ijkpunt nodig. In dit geval landelijk gemiddelde tarieven.
Voor de gemeenten wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten (OZB, rioolheffing en reinigingsheffing). Naast de OZB wordt tevens gekeken naar de riool- en afvalstoffenheffing omdat de heffing niet kostendekkend hoeft te zijn, maar ook lager mag worden vastgesteld. Voor de provincies wordt de belastingcapaciteit gerelateerd aan de hoogte van het gemiddelde landelijke gehanteerde tarief voor de opcenten.
Conclusie
Netto schuldquote (zowel gecorrigeerd als niet gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen)
De hoogte van dit kengetal wordt voor de gemeente Geldrop-Mierlo beïnvloed door 2 oorzaken:
Solvabiliteitsratio
De daling in de afgelopen jaren wordt vooral veroorzaakt voor de inzet van de algemene reserve en de inkomensreserve om de tekorten in die jaarrekeningen op te vangen. Dit zet zich voort in de begrotingsjaren 2021 en 2022 . Vanaf 2023 is de begroting weer sluitend en laat dit kengetal een lichte stijging zien.
Grondexploitatie
Zoals blijkt uit bovenstaande grafiek laat de grondexploitatie een daling zien. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de bouwgrond in exploitatie afneemt. Dit is een positieve trend, omdat hiermee de grondexploitatierisico’s aanzienlijk dalen.
Structurele exploitatieruimte
De resultaten van de jaarrekeningen 2018 en 2020 zijn negatief wat effect heeft gehad op de solvabiliteitsratio. De begrotingsjaren 2020 en 2022 zijn ook negatief maar vanaf 2023 is er weer sluitende begroting. Dit betekent dat in die jaren alle structurele lasten, inclusief de kapitaallasten van de geraamde investeringen, opgevangen worden binnen een structureel sluitende begroting.
Belastingcapaciteit
Het landelijk gemiddelde van het kengetal voor de belastingcapaciteit wordt jaarlijks op 100% gesteld. Door de niet sluitende begrotingen was het de afgelopen jaren noodzakelijk om de OZB te verhogen. Daarnaast zijn de kosten van afval en riool gestegen waardoor die heffingen ook verhoogd zijn. Ondanks deze verhogingen blijft de belastingdruk in Geldrop-Mierlo onder het landelijke gemiddelde.