Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het opstellen van de paragraaf Financiering in de begroting en de jaarstukken is in zowel het BBV als in de wet Fido verplicht gesteld. Financiering betreft de wijze waarop de gemeente Geldrop-Mierlo de benodigde geldmiddelen aantrekt en (tijdelijke) overtollige geldmiddelen belegt. De uitvoering van deze paragraaf vindt plaats binnen de wettelijke kaders van het BBV en de wet Fido. Naast deze wetgeving is een treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut zijn nadere regels opgenomen om daarmee de financieringsfunctie te sturen, te beheersen en te controleren. De paragraaf geeft inzicht in de rentelasten, -baten, het renteresultaat, de financieringsbehoefte en de wijze waarop rente wordt toegerekend aan investeringen, grondexploitaties en projecten. De bedragen in onderstaande tabellen moeten vermenigvuldigd worden met € 1.000,-.

Interne- en externe ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Interne- en externe ontwikkelingen

Rentevisie
De Europese Centrale Bank (ECB) zal het monetaire beleid naar verwachting verder verruimen. De lange rentetarieven blijven daardoor op zeer lage niveaus.

Intern rente
Voor de begroting zijn de volgende interne rentepercentages gebruikt, de berekening is op basis van de wettelijke voorschriften.

Renteschema %
Bespaarde rente over reserves 3,37%
Bespaarde rente over voorziening verliesgevende complexen bouwgrond 2,00%
Rente grondexploitatie 2,27%
Rente activa 3,50%

In volgende schema is het renteresultaat berekend op basis van de wettelijke voorschriften.

Renteresultaat:

Renteschema 2020 2021 2022 2023
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen niet zijnde projectfinanciering 1.804 1.663 1.522 1.382
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen voor projectgefinancierde grondexploitatie (zonnepanelenproject) 34 31 29 24
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen die doorgezet zijn aan derden 0 0 0 0
De externe rentelasten over de aangetrokken geldleningen voor projectgefinancierd overig 0 0 0
De externe rentelasten over de verwachte nieuw aan te trekken korte en lange financiering 416 800 656 417
De externe rentebaten 0 0 0 0
Saldo rentelasten en rentebaten 2.253 2.494 2.207 1.825
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -205 96 444 711
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend 0 0 0 0
De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend -34 -31 -29 -27
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente -238 64 415 684
Rente over eigen vermogen 1.590 1.575 1.545 1.572
Rente over voorzieningen 1 1 1 1
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 3.606 4.134 4.168 4.082
De aan taakvelden toegerekende rente -3.606 -4.134 -4.168 -4.082
Renteresultaat op het taakveld Treasury 0 0 0 0

Het genoemde renteresultaat komt terug op het taakveld Treasury en wordt budgettair opgenomen om tussentijdse ontwikkeling te kunnen opvangen. Op het taakveld Treasury wordt ook de ontvangen dividend geraamd, maar maakt geen onderdeel uit van het renteschema.

Financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte

Op basis van de begroting 2020 is een meerjarenfinancieringsbehoefte opgesteld.

Boekwaarde 1-1 2020 2021 2022 2023
Activa 114.760 129.711 130.595 128.075
Grondexploitatie 10.473 1.165 -11.131 -20.176
Geldleningen OG -46.968 -43.541 -40.111 -36.680
Reserves en voorzieningen -68.878 -56.853 -55.623 -59.365
Financieringsbehoefte 9.387 30.481 23.730 11.854

Uit bovenstaand schema blijkt dat de komende jaren tussen de € 9 en € 30 miljoen gefinancierd moet worden

Beleidsvoornemen financiering
Het beleid is erop gericht om de financieringsbehoefte af te dekken met kortlopende financiering omdat de rente op de kortlopende middelen lager is dan de rente op langlopende middelen. Hierbij wordt rekening gehouden met de kasgeldlimiet, die bepaalt dat de gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, niet boven de 8,5% van het begrotingstotaal mag uitkomen. Gezien de rentevisie, waarbij er vanuit wordt gegaan dat de rente dit jaar laag blijft en komende jaren licht kan gaan oplopen, kan voorlopig aan deze strategie worden vastgehouden. Zodra de rentevisie wijzigt en uitgaat van een stijgende rente op korte termijn, kan de overweging gemaakt worden om een groter deel van de financieringsbehoefte te financieren met langlopende leningen.

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

De overheid heeft twee instrumenten bepaald voor het toetsen van het renterisico, namelijk: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet vormt de bovengrens waarmee een tijdelijk liquiditeitstekort gefinancierd kan en mag worden met een kortlopende geldlening (korter dan 1 jaar). Als het liquiditeitstekort een structureel karakter draagt, moet er een langlopende geldlening worden aangetrokken. Indien voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet wordt overschreden, moet de toezichthouder hiervan op de hoogte worden gesteld, en moet de kwartaalrapportage en een plan om binnen de kasgeldlimiet te blijven ter goedkeuring worden voorgelegd aan de toezichthouder. De kasgeldlimiet is vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal.

Stap Omschrijving 2020
Bepalen toegestane kasgeldlimiet
Omvang begrotingstotaal 108.660
Percentage regeling 8,50%
1 Toegestane kasgeldlimiet 9.236
Vlottende korte schuld
opgenomen gelden < 1 jaar 1=""> 7.500
Schuld in rekening courant 912
Gestorte gelden door derden < 1 jaar 1=""> 112
Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld 0
2 Totaal vlottende korte schuld 8.524
Vlottende middelen
Contante gelden in kas 8
Tegoeden in rekening courant 0
Overige uitstaande gelden < 1 jaar 1=""> 1.351
3 Totaal vlottende middelen 1.359
4 Totaal netto vlottende schuld (2-3) 7.165
Ruimte (+) / Overschrijdingen (-/-) (1-4) 2.071

Voor 2020 wordt met kasgeldleningen gewerkt tot de maximale bovengrens van de kasgeldlimiet.

Renterisiconorm
De renterisiconorm stelt een grens aan het te lopen renterisico op de vaste schuld. De risiconorm houdt in dat de jaarlijkse verplichte aflossingen en renteherzieningen niet hoger mogen zijn dan 20% van het begrotingstotaal (zie tabel hieronder).

2020 2021 2022 2023
Renteherzieningen 0 0 0 0
Aflossingen 3.427 3.429 3.432 3.434
Renterisico 3.427 3.429 3.432 3.434
Begrotingstotaal 108.660 114.910 113.649 114.480
Percentage regeling 20% 20% 20% 20%
Renterisiconorm 21.732 22.982 22.730 22.896
Ruimte (+) / Overschrijdingen (-/-) 18.305 19.553 19.298 19.462

Voor de komende jaren is er ruimte om lang geld aan te trekken op basis van de financieringsbehoefte.

Kredietrisicobeheer

Terug naar navigatie - Kredietrisicobeheer

Kredietrisicobeheer is het beheersen van de risico’s die voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij.

De gemeente heeft in beperkte mate te maken met kredietrisico’s. Deze hebben onder andere betrekking op de verstrekte leningen in het kader van de publieke taak, zoals de startersleningen. Deze leningen zijn afgesloten onder Nationale Hypotheek Garantie. Dit betekent dat de aflossing bij gedwongen verkoop altijd gegarandeerd is.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Een belangrijk onderdeel van het financieringsbeleid vormt de omvang, flexibiliteit, gemiddelde looptijd en rentegevoeligheid van de leningenportefeuille. De leningenportefeuille van de gemeente ziet als volgt uit:

Opgenomen langlopende leningen
Leningverstrekker looptijd van looptijd t/m rente oorspronkelijk 1-1-2020 31-12-2020
BNG 2002 2027 5,21% 4.000 1.280 1.120
BNG 2002 2027 5,18% 4.000 1.280 1.120
BNG 2003 2028 4,52% 4.000 1.440 1.280
BNG 2003 2028 4,80% 4.000 1.440 1.280
BNG 2005 2030 3,73% 5.000 2.200 2.000
BNG 2006 2031 3,98% 6.000 2.880 2.640
BNG 2008 2033 4,49% 15.000 7.950 7.350
BNG 2010 2035 4,19% 15.000 9.150 8.550
BNG 2011 2036 4,65% 13.000 8.450 7.930
BNG 2012 2037 3,75% 9.000 6.480 6.120
BNG 2013 2038 3,06% 2.000 1.520 1.440
Provincie Noord-Brabant 2018 2033 1,13% 1.211 1.137 1.061
Provincie Noord-Brabant 2018 2033 1,18% 908 853 796
Provincie Noord-Brabant 2019 2034 1,28% 606 606 569
Provincie Noord-Brabant 2019 2034 1,33% 303 303 284
Totaal 84.028 46.968 43.541

De leningen kunnen niet tussentijds geheel of gedeeltelijk worden afgelost. De afkoopwaarde is dermate hoog dat dit niet terugverdiend wordt door herfinanciering.